Op reis in het oosten van Oekraïne - Jan Balliauw

Op weg van Dnjepropetrovsk naar Donetsk komt de oorlog snel dichterbij. De militairen aan de checkpoints, hier steevast ‘blokposten’ genoemd, zijn alsmaar zwaarder bewapend. Eerst moeten we door vier Oekraïense checkpoints. Op een wappert de vlag van het ultrarechtse ‘Pravi Sektor’. Een man met een staartje is wat achterdochtig omdat Sasja, onze chauffeur, uit Donetsk komt. Maar we mogen door.
analyse
Analyse

Na het vierde Oekraïense checkpoint, met enkele ingegraven pantservoertuigen in de buurt, rijden we enkele kilometers door niemandsland. Hier en daar liggen stukgeschoten elektricteitspalen tegen de grond, vermoedelijk om de stroomvoorziening voor de opstandige regio’s in het oosten te onderbreken. Voor het eerste checkpoint van de zelfuitgeroepen volksrepubliek Donetsk, afgekort als ‘DNR’, staat een lange rij. We moeten drie kwartier aanschuiven. Maar we mogen uiteindelijk door zonder enige controle. Auto’s met een nummerplaat uit Donetsk zijn hier duidelijk meer geliefd.

Het is half acht ‘s avonds als we de stad binnenrijden. Het is al donker en er is bijzonder weinig verkeer op straat. Vanaf 11 uur ’s avonds is er een uitgaansverbod. Het eerste stoplicht dat we tegenkomen, staat op rood. Sasja vertraagt eerst maar rijdt dan door. “Nieuwe regels van de Volksrepubliek?,” vraag ik al schertsend. “Hier gelden geen regels,” antwoordt hij gevat met een brede glimlach. Eenmaal op de kamer van het Park Inn hotel, dat er blijft in slagen een westerse standaard hoog te houden, hoor ik af en toe in de verte het distinctieve geluid van het afvuren van Grad-raketten, een soort verbeterde versie van het Stalinorgel.

Op de luchthaven van Donetsk is op 26 mei, de dag na de presidentsverkiezingen in Oekraïne, de oorlog in het oosten scherp geëscaleerd met de inzet van zwaar materieel en nu wordt er nog altijd hevig gevochten, bestand of geen bestand. Van de pas vernieuwde terminal, gebouwd voor het EK voetbal in 2012, blijft niets meer over. Af en toe valt een granaat in een wijk van de stad nabij de luchthaven en vallen er burgerdoden. Toch is de situatie in de stad vrij rustig. Je hebt niet de indruk dat er aan de rand een oorlog bezig is.

Verkiezingen

De zogenaamde volksrepublieken in Donetsk en Loegansk hebben zichzelf onafhankelijk verklaard na een referendum op 11 mei en willen met Oekraïne niets meer te maken hebben. De speciale status voor de twee provincies, die het Oekraïense parlement na een moeizaam debat in een geheime stemming goedkeurde, wordt hier op hoongelach onthaald: ‘Too little, too late’. De verkiezingen voor het parlement in Kiev van afgelopen zondag werden afgedaan als een zaak van een buurland. Er waren in Donetsk en Loegansk geen verkiezingsposters voor die parlementsverkiezingen, wel voor de eigen lokale verkiezingen op 2 november die ze op eigen houtje organiseren.

Veel competitie is er overigens niet in die verkiezingen. Je ziet in Donetsk bijna uitsluitend het gezicht van Zachartsjenko op de affiches, de leider van de zelfuitgeroepen volksrepubliek. Campagne voeren voor nauwere banden met Kiev, is hier uitgesloten. Toch heeft Moskou al laten weten dat het de verkiezingen zal erkennen, ook al stond in het akkoord van Minsk, waar ook Rusland mee aan tafel zat, dat er pas in december lokale verkiezingen zouden komen.

Loegansk

De rit van Donetsk naar Loegansk maakt een mens niet meteen vrolijk. We tellen in totaal 13 checkpoints, bemand door mannen in camouflage-uniformen maar duidelijk zonder opleiding. Ze gedragen zich tegenover ons wel heel correct. De tijd dat westerse cameraploegen nog werden gezien als verspreiders van westerse leugens lijkt langzaam voorbij.

De weg is in slechte staat, op een paar plaatsen door bombardementen maar vooral door gebrek aan onderhoud. Alles biedt een armtierige aanblik. De huizen langs de weg zijn slecht onderhouden, het onkruid is hoog opgeschoten. De meeste fabrieken staan stil door gebrek aan elektriciteit. Loegansk krijgt maar 60 MW van de 250 die het nodig heeft. De meeste mensen zijn al maanden werkloos. Gepensioneerden krijgen al 4 maanden geen pensioen meer. Hier en daar zie je de gevolgen van zware gevechten: een uitgebrand huis, een afgeknakte boom, kraters van ingeslagen mortieren of granaten, verroest metaal van kapotgeschoten pantservoertuigen.

Op sommige plaatsen zijn hele wijken in puin gelegd. Chrasjoevata aan de rand van Loegansk heeft drie weken in de vuurlinie gelegen. Het is strategische gelegen aan de cruciale weg die Loegansk verbindt met Rusland. Geen enkel huis is onbeschadigd gebleven. Stukken van ingeslagen granaten steken nog in de grond.

Schuilen in een kelder

Ljoedmilla Ivanovna en haar man hebben samen met 11 buren 3 weken in de kelder onder hun huis geleefd, zonder licht, zonder stromend water. Ze hadden het zien aankomen en vooraf voedsel opgeslagen. Maar soms konden ze dagen aan een stuk niet naar buiten. Op dagen dat het iets rustiger was, kookten ze buiten op een open vuur. Maar zelfs dan moesten ze geregeld vluchten voor bombardementen.

Ljoedmilla Ivanovna toont me de keldervertrekken. Overal staan geïmproviseerde bedden, iedere plaats was benut. Ze hebben hun leven te danken aan deze kelder, vertelt ze, want verschillende mensen die zijn gevlucht met hun auto hebben het niet gehaald. “De lichamen bleven liggen tot we werden bevrijd door het Russische leger,” zegt Ljoedmilla Ivanovna onverwacht.

Als ik haar vraag of ze zeker was dat het Russische militairen waren, antwoordt ze bevestigend. Ze kwamen volgens haar te voet de wijk binnen, even daarna gevolgd door de strijders van de volksrepubliek. Ze twijfelt er niet aan dat ze heel de tijd beschoten zijn door het Oekraïense leger ook al lijkt het er eerder op dat de mensen hier midden in een hevige strijd zaten tussen het Oekraïense leger en de rebellen, waarbij beide partijen zwaar materieel zoals Grad-raketten hebben ingezet. Maar in dit conflict is propaganda belangrijker geworden dan informatie. Ljoedmilla Ivanovna wil, zoals zoveel inwoners van Loegansk, niets meer te maken hebben met Kiev.

Even verder staat een man net gemaaid onkruid bijeen te harken. Ik vraag hem of hij hier was tijdens het beleg. “Ik niet, ik was gevlucht naar Rusland, maar mijn vader wel. Ik zal hem eens halen,” antwoordt hij. Even later ontmoet ik Andrej Nikolaevitsj. Ook zijn huis werd grotendeels vernield door raketinslagen. In zijn tuin schopt hij tegen een stuk metaal. “Dat is een Grad, en daar ligt er nog een,” zegt hij nonchalant. Hij heeft al een deel van de schade kunnen herstellen, en ook het dak is vernieuwd. Het huis is daarmee klaar voor de snel invallende winter.

Het is al onder nul als ik het dorp bezoek. De bewoners hebben sinds kort opnieuw gas zodat ze zich kunnen verwarmen, maar ze moeten het nog stellen zonder stroom. Hoeveel doden er hier gevallen zijn, kan niemand zeggen. Maar iedereen kent wel iemand die het niet gehaald heeft. Op de hoofdweg die langs de wijk gaat, staat nog een uitgebrande Oekraïense tank als stille getuige van de zware strijd die zich hier heeft afgespeeld.

Markt

In het centrum bezoek ik de markt. Volgens een jonge verkoopster zijn er alsmaar meer standjes geopend en worden er nu ook verse producten verkocht, terwijl er tijdens het beleg alleen maar producten waren die lang konden bewaren. Zelf werkte ze voor het beleg in een groot bedrijf maar dat is nog gesloten en dus verkoopt ze nu op de markt worsten. Ik vraag of ze uit Rusland komen. “Neen, neen,” antwoordt ze, “ze komen uit Charkov en deels uit Zaparozjije. We werken al lang samen met de vleesfabrieken daar en het vervoer is weer op gang gekomen. Er zijn nog moeilijkheden aan de checkpoints, want daar worden soms worsten uit de vrachtwagen genomen zonder het te vragen.” Volgens haar maken zich vooral de Oekraïense militairen daar aan schuldig, maar ze heeft het ook maar van horen zeggen. Ook hier doet de propaganda zijn werk. “Iedereen die dit heeft meegemaakt, ziet geen toekomst meer met Kiev. Je mag tegen je eigen volk niet zo handelen, dat mag gewoon niet,” zegt de verkoopster met grote stelligheid.

Een andere verkoopster kan haar tranen niet bedwingen als ik haar vraag hoe de toestand nu is in de stad. “Ik heb samen met mijn kinderen en kleinkinderen de hele tijd doorgebracht in de stad tijdens de beschietingen. We hebben het allemaal overleefd.” Daarna barst ze in snikken uit. Ook zij legt de schuld helemaal bij Kiev. “Wie had ooit gedacht dat onze Oekraïense broeders ons zouden komen beschieten. En waarom? Omdat wij niet denken zoals zij, omdat wij niet naar Maidan zijn gegaan?”

In het zwaar gebarricadeerde provinciegebouw van Loegansk is het koud omdat de stadsverwarming nog niet werkt. Het gebouw fungeert nu als hoofdkwartier van de zelfuitgeroepen volksrepubliek Loegansk. Vasili Nikitin is de eerste vicepremier, staat er op een A4-papier dat aan zijn deur hangt. Of hij nog af en toe spreekt met de regering in Kiev, wil ik weten. “Ik persoonlijk spreek niet meer met Kiev,” antwoordt hij kortaf. De parlementsverkiezingen in Oekraïne zijn voor hem een zaak van een buurland waar ze hier niets mee te maken hebben. “We voeren uit wat het volk heeft beslist,” gaat hij verder. “Op 11 mei hebben ze gestemd voor onafhankelijkheid, en tijdens onze verkiezingen van 2 november zal nog eens blijken dat het volk onafhankelijkheid wil.” De volksrepubliek maakt zich nu klaar om de uitbetaling van de pensioenen over te nemen en is volop bezig met de voorbereiding op de winter. “Binnenkort starten we de verwarming op,” zegt Nikitin nog.

Gebruikt

Het optimisme van de eerste vicepremier staat in schril contrast met wat je op straat ziet. De oorlogszomer mag dan wel achter de rug zijn, maar het is duidelijk dat Loegansk geen overlevingskansen heeft als een zelfstandig land. Loegansk en ook Donetsk kunnen zonder hulp van Rusland nooit overleven. Rusland heeft de mensen hier gebruikt als breekijzer om de stabiliteit in Oekraïne te ondergraven. Toen de separatisten op het punt stonden te verliezen, intervenieerde het Russische leger zelfs, ook al gebeurde dat heimelijk. Maar Rusland staat niet te springen om na de oplopende factuur voor de Krim ook nog eens te gaan betalen voor twee regio’s in het oosten van Oekraïne zonder veel economische toekomst. De beroemde mijnen van de Donbas zijn in feite verlieslatend. De industriële en stedelijke infrastructuur is stokoud, en wat er de laatste jaren is vernieuwd, is nu ook vaak nog eens stukgeschoten. Voor Rusland mogen de twee regio’s best een bevroren conflict blijven, wat meteen Oekraïne belet om lid te worden van de EU en de NAVO. En dat is nog altijd prioriteit nr. 1 in Rusland, niet de kou lijdende inwoners van Loegansk en Donetsk.

Terug in Donetsk stijgt plots de spanning in de stad. Op sociale media verschijnen berichten over troepenverplaatsingen in de stad. Volgens de pro-Russische bronnen maken de separatisten zich klaar over een dreigend offensief van het Oekraïense leger, volgens de pro-Oekraïense gaat het over de voorbereiding van een aanval van de separatisten op de luchthaven. Het blijkt uiteindelijk vals alarm te zijn maar het geeft nog maar eens aan dat meer dan 6 maanden na het begin van de opstand in het oosten, de mensen in die opstandige provincies en de overige Oekraïners in een totaal andere wereld leven. Nu er ook bloed is gevloeid, zal het uiterst moeilijk worden om alle Oekraïners opnieuw onder hetzelfde dak te laten samenleven.

(De auteur is Rusland- en Oekraïne-specialist en diplomatiek redacteur VRT nieuws)

Meest gelezen