Ziekenhuis in Dallas stuurde ebolapatiënt terug naar huis

Thomas Eric Duncan reisde op 19 september van Liberia naar Texas. Vijf dagen later ontwikkelden zich de eerste symptomen van ebola: hij had hoge koorts, moest overgeven en had diarree.

Nog eens twee dagen later meldde hij zich bij het Texas Health Presbyterian hospital. Volgens Texaanse gezondheidsfunctionarissen werd Duncan bij zijn eerste bezoek aan de spoeddienst niet opgenomen. Dat gebeurde pas twee dagen later, toen hij er opnieuw aanklopte.

Duncan had de verpleging nochtans ook de eerste keer al verteld dat hij net was teruggekeerd uit Liberia, het land dat zwaar getroffen is door de ebola-epidemie. Maar volgens een woordvoerder van het ziekenhuis werd die informatie niet voldoende doorgegeven binnen het medische team dat hem behandelde. Duncan kreeg een antibioticakuur voorgeschreven en werd naar huis gestuurd. Zijn toestand wordt inmiddels beschreven als ernstig maar stabiel.

In de twee dagen voor hij werd opgenomen kwam Duncan in contact met 12 tot 18 mensen. Hun gezondheidstoestand wordt intussen ook van nabij opgevolgd. Het gaat onder meer om vijf kinderen en de drie ambulanciers die Duncan naar het ziekenhuis brachten.

Gisterenavond raakte ook bekend dat Duncan op zijn terugreis van Liberia naar Dallas-Fort Worth een tussenstop maakte in Brussel en in Washington. Het is niet duidelijk of hij met Brussels Airlines vloog. Maar aangezien hij op dat ogenblik nog geen symptomen van ebola vertoonde, was hij ook nog niet besmettelijk.

Ebola heeft tot dusver in West-Afrika al meer dan dan 3.000 slachtoffers gemaakt, zo blijkt uit cijfers van de Wereld Gezondheidsorganisatie.