Generaals om transparantie gevraagd - Jens Franssen

Defensie wil 4,5 miljard euro om mogelijk meer dan veertig nieuwe gevechtsvliegtuigen te kopen. Mocht u nu denken dat ze daar in het hoofdkwartier in Evere geen kranten lezen waarin staat dat de regeringsonderhandelaars miljarden moeten besparen, maak u geen zorgen. Ze lezen er wel kranten. Ze lezen erin dat de wereld vandaag gevaarlijker is geworden.
analyse
Analyse

Ten zuiden van Europa is Libië in anarchie weggegleden, in de oostelijke richting, in Oekraïne, lijkt de Koude Oorlog uit de ijskast gehaald en daartussenin, in het Midden-Oosten, heersen de fundamentalisten van Islamitische Staat nu over een gebied groter dan het Verenigd Koninkrijk. Dus ja, vrede heeft zo zijn prijs, of u dat nu leuk vindt of niet.

Maar Defensie vraagt veel, en daar mag dus ook wel wat tegenover staan. Om te beginnen een scherpe visie. Nu lijkt Defensie nog niet veel meer dan een lijstje voor onder de federale kerstboom te hebben gemaakt zonder grondig na te denken wat nu prioritair is. Dat huiswerk kan beter. Maar naast visie moet Defensie werk maken van transparantie.

Grote uitgaven in militair materieel gaven in het verleden immers bijna altijd aanleiding tot een resem van kwalen: corruptie, sluipende besluitvorming, ondoorzichtige economische compensaties en politieke afwegingen zorgden te vaak voor een kreupele afhandeling. Recente dossiers in het buitenland tonen aan dat het ook transparant kan. In die zin kunnen de grote aankoopdossiers voor Defensie een kans zijn om eindelijk deuren en ramen open te gooien.

Gesprekweigeraar

Helaas lijkt het met het dossier van de mogelijke opvolger voor de F-16 opnieuw de foute kant op te gaan. Defensie weigert immers nu al elke inzage in het proces. Zo stuurde Defensie voor de zomer een ‘neutrale’ marktbevraging uit naar vijf producenten van gevechtsvliegtuigen. Dat was meteen al de vlucht vooruit, aangezien de regeringsonderhandelaars vorige week nog maar beslisten dat de volgende regering kan beslissen of er überhaupt een vervanger moet komen.

In Nederland bleek die eerste ‘onschuldige’ marktbevraging overigens wel de eerste van vele onomkeerbare stapjes in de sluipende besluitvorming rond de vervanging van de Nederlandse F-16’s. Blijft de vraag waarom Defensie inzage weigert in die ‘neutrale’ bevraging? Zou het kunnen dat er in het bijzonder technische document misschien al een voorkeur zit ingebakken? Dat de vragen zo zijn opgesteld, dat het antwoord al bekend is?

Defensie, en bij uitbreiding zijn politieke voogd, heeft het erg moeilijk met taaie inhoudelijke vragen. Let wel, geen kwaad woord over ons leger als er goed nieuws moet worden gebracht: een onschuldige 21 juliparade, hap-snapmediamoment met leuke beeldjes, dan zijn de bottines gepoetst, de Belgische vlaggen gestreken en is er koffie. Ook voor humaninterestverhaaltjes over ‘onze jongens en meisjes’ wordt met plezier tijd en ruimte vrijgemaakt. Maar wie lastige vragen stelt, krijgt steeds vaker de telefoon op de haak.

Defensie pakt bijvoorbeeld al jaren uit met cijfers dat “niemand meer volk aanwerft dan het Belgisch leger”. Alleen kampt datzelfde leger met een even grote uitstroom van starters die er na een paar jaren al weer de brui aan geven. Aanwerven is één, maar het wordt een ander verhaal als je moet blijven aanwerven, omdat de helft ontgoocheld weer naar buiten loopt. “De cijfers liggen op mijn bureau, mijnheer, maar ik mag ze u niet geven”, zo klinkt het dan bij Defensie.

Of die omstreden aankoop van de peperdure NH-90-helikopters. In Nederland en Duitsland regent het klachten over die heli’s: ze roesten, blijken te zwaar en ze tillen niet zoals beloofd. Je moet ervan uitgaan dat Defensie bij ons zo’n aankoop degelijk voorbereidt met technische studies door experts. Aanvraag met iemand die dat huiswerk (hopelijk toch) gemaakt heeft? Aanvraag geweigerd.

Als de minister van Landsverdediging verklaart “dat er in Libië geen burgerslachtoffers zijn gevallen bij bombardementen door Belgische F-16’s”, dan is geloven goed, maar controleren beter. Dat kun je makkelijk doen aan de hand van de verslagen van de piloten na elke missie. Aanvraag geweigerd.

Dat soort vragen stellen maakt onze generaals (of hun naaste medewerkers) blijkbaar bijzonder nerveus. Gevolg is dat er bij een persbriefing plots “geen plaats meer is in het perszaaltje”. Vreemder wordt het dan als je je toch aanmeldt en de twee wachten bleek uitslaan wanneer ze je naam zien. “Mais, regarde! C’est lui!”, stamelt wacht A tegen wacht B, waarop we met zijn drieën onwennig moesten vaststellen dat mijn naam onderaan in rode kapitalen als ‘ongewenst’ op de gastenlijst stond. Voelde plots toch een beetje alsof de Wolga door Brussel stroomde.

Hallo, Defensie?

Helaas mist Defensie ook met een schijnbaar genoegen elke kans om het gesprek (met de belastingbetaler) aan te gaan. Na zes afgeslagen uitnodigingen aan de stafchef voor een wat langere babbel op de radio, weten we het ook niet meer. Vrede komt niet goedkoop vandaag, maar toch heeft het departement nog niet door dat het toch elke euro meer dan ooit zelf zal moeten verdienen in de publieke arena.

In die zin is het erg complexe dossier van de mogelijke opvolger van de F-16 een mooie testcase. Canada toont aan dat het anders kan. De meeste documenten en studies voor grote militaire aankopen worden er netjes online gezet. Defensie maakte er zijn huiswerk en de overheid bestelde onafhankelijke tegenstudies. Mag ook wel bij ons. Want voor de prijs van één nieuw gevechtstoestel bouw je een psychiatrische instelling.

Willen onze generaals meer centen, dan moeten ze in de toekomst uitleggen, aan politici én de belastingbetaler, waarom ze die centen willen en hoe ze die uitgeven. Inzage in de procedures en documenten is dan een must. Het gaat tenslotte om onze centen.

(Jens Franssen is VRT-journalist)

Meest gelezen