17,5 procent geslaagd in 2e toelatingsproef arts en tandarts

Na deliberatie zijn 584 kandidaten, of 17,5 procent van de deelnemers, geslaagd in het tweede toelatingsexamen voor een opleiding arts of tandarts. Van de 3.764 ingeschreven kandidaten die vorige week het examen aflegden, zat 88,4 procent (of 3.331 kandidaten) het examen volledig uit. Dat heeft professor Bernard Himpens, de voorzitter van de examencommissie, bekendgemaakt.

Het globale slaagpercentage is een samengeteld getal dat enorme verschillen tussen de deelgroepen verbergt, merkt professor Himpens op. Bij de normstudenten bedroeg het slaagcijfer 22,2 procent, bij de vijfdejaars van het middelbaar onderwijs is dit 0,6 procent. Van 522 deelnemende vijfdejaars slaagden in augustus slechts 3 deelnemers. Hun examen is overigens ongeldig omdat een diploma secundair onderwijs vereist is. Voorts slaagden veertien van de veertig Nederlanders (11,4 procent).

De eerste sessie begin juli leverde een slaagpercentage op van 10,9 procent. Enkel wie slaagt in het toelatingsexamen, kan zich inschrijven voor de opleiding tot arts of tandarts, of voor een opleidingsonderdeel ervan.

In 2014 namen 6.101 personen deel aan een of beide examenmomenten. Dat zijn er 387 meer dan in 2013. Hiervan slaagden in totaal 1.140 kandidaten. Het huidig aantal geslaagden is het derde hoogste aantal geslaagde kandidaten sinds de organisatie van het toelatingsexamen, na 2009 (1.295 geslaagden) en 2013 (1.284).

"De slaagcijfers moeten steeds zorgvuldig geïnterpreteerd worden", herhaalt Himpens. "In 1998 waren er 447 geslaagden op 914 unieke deelnemers (49 procent slaagcijfer). In 2014 zijn er meer dan 2,5 maal meer geslaagden dan in 1998, maar door de instroom van alle nieuwe deelgroepen is het globale slaagcijfer echter 18,7 procent. De normgroep maakte in 1998 immers 75 procent van alle deelnemers uit, maar daalde over de jaren heen zodat in 2014 slechts 35,2 procent tot deze normgroep hoort."

Meest gelezen