"Sinkhole" in automuseum wordt geen museumstuk

Acht tentoongestelde sportwagens verdwenen in het verdwijngat dat in februari de museumvloer van het National Corvette Museum in de Amerikaanse staat Kentucky openreet. Zes sportwagens waren eigendom van het museum, waaronder een Corvette van 1962. Twee andere wagens die werden opgeslokt - een ZR1 Spyder van 1993 en een ZR1 Blue Devil van 2009 - waren uitgeleend door autofabrikant General Motors.

Het ontstaan van het verdwijngat werd minutieus vastgelegd door een bewakingscamera in het museum (de beelden kan je hieronder bekijken, nvdr.) en het duurde niet lang of het negen meter diepe en twaalf meter brede gat werd een hit op het internet. "Het aantal bezoekers in ons museum is sindsdien met 60 procent gestegen, onze winst met 70 procent", stelt het museum.

Een kleine goudmijn dus, die het museum niet meteen wilde opvullen zoals het aanvankelijk van plan was. Maar om het gat een gat te laten zijn en het op te nemen in de permanente collectie moest het museum investeren in onder meer een nieuw dak en het stutten van het verdwijngat.

Ondanks de inkomsten van de t-shirts, posters en kaartjes is dat een investering die het museum zich niet kan veroorloven. "Het zou ons 760.000 euro kosten en dat is te veel", klinkt het. "Het gat gaat nu dus toch dicht." Om toch nog zo veel mogelijk inkomsten uit het gat te persen, zal het museum niet sluiten zodat bezoekers de werken van nabij kunnen volgen.