Niet-oogsten van peren noodzakelijk - Anne-Marie Vangeenberghe

Op 27 augustus werd in Vlaanderen aan perentelers de mogelijkheid geboden om een deel van de perenoogst niet te plukken. In de komende weken zal dat ook voor andere sectoren het geval zijn. Een maatregel in het kader van de handelsboycot van Rusland. Waarom werkt een overheid een regeling uit waarbij voedsel vernietigd wordt, terwijl diezelfde overheid zich inzet om voedselverspilling te voorkomen? Wat achtergrond.
opinie
Opinie

Rusland voerde op 7 augustus een importverbod van land- en tuinbouwproducten uit alle lidstaten van de Europese Unie in. Ook heel wat verwerkte voedingsproducten staan op de lijst. Daarmee reageert Rusland op de sancties die werden uitgevaardigd door Europa maar ook de Verenigde Staten, Canada en Australië, naar aanleiding van het conflict in Oekraïne.

Russische handelboycot

Een totale handelsboycot van agro-voedingsproducten betekent voor de Europese Unie het rechtstreeks verlies van een exportmarkt ten belope van ruim 5 miljard euro. Voor België ramen we dat rechtstreekse verlies op ruim 280 miljoen euro.

Die onverwachte boycot zorgt voor een grondige verstoring van de interne EU-markt. De producten die normaal naar Rusland gaan, komen namelijk op de Europese markt terecht, met als gevolg een instorting van de prijzen. De reden daarvoor is dat we al die bijkomende producten niet zelf kunnen opeten en dat we niet zomaar, snel snel, nieuwe afzetmarkten kunnen vinden. De vrije markt waar velen het over hebben, is niet zo vrij als hij klinkt. Het gevolg is dat het inkomen van land- en tuinbouwers zwaar onder druk komt en boeren grote verliezen lijden. Dit geldt niet alleen voor producenten van groenten en fruit, maar ook voor bijvoorbeeld melkveehouders en varkenshouders.

Inelasticiteit van de voedingsmarkt

De landbouw en voedselmarkt is een inelastische markt. Een klein overaanbod in voeding- en landbouwproducten zorgt voor grote prijsdalingen. Op korte termijn goed voor de consument, een ramp voor de teler/producent. Op lange termijn echter ook slecht voor de consument, want een boer die (of voedingsbedrijf dat) op lange termijn geen winst maakt, stopt ermee. Land- en tuinbouw is immers een economische sector, waarin mensen werken om een inkomen te verdienen.

Bovendien is ook de maag van de consument inelastisch. We eten vandaag naar voldoening. Je kan moeilijk aan de Europese consument vragen om het ontstane overaanbod op te eten. Het aanbod van voedsel in de EU is overvloedig, het overaanbod dat normaal naar Rusland uitgevoerd zou worden, moet ergens anders naartoe.

Grondslag van het Europees landbouwbeleid

Landbouw is geen economische sector als een andere, ook niet in de Europese Unie. Europa voert een sterk landbouwbeleid dat dateert van vlak na de Tweede Wereldoorlog. De bevolking had in het begin van de twintigste eeuw honger gehad, velden en weiden waren totaal vernield, de veestapel sterk gekrompen (Vriend en vijand plunderden de velden, stalen de dieren. Honger maakt van iedereen een dief.).

Na WO II hebben enkele Europese landen zich verenigd in wat later de EU geworden is, met 2 doelstellingen voorop:

  • Nooit meer oorlog
  • Nooit meer honger.

 

Europa heeft dat vertaald in een sterk Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) dat de honger uit de regio moest halen en houden. Dat Europees landbouwbeleid bestaat nu meer dan 50 jaar. Bij aanvang werd het accent gelegd op voldoende voedsel, later op voedsel van goede kwaliteit, rond de eeuwwisseling (1990-nu) op productiemethoden met respect voor mens, dier en milieu.

Dankzij het GLB heeft Europa voldoende voedsel en kan het zijn bevolking voeden. In het GLB werden zelfs decennia lang middelen voorzien om overschotten te verdelen onder de hulpbehoevenden. Ook in België bestaat een netwerk dat ervoor zorgt dat overschotten vanuit bv veilingen, snel en met oog voor kwaliteitsbewaring, bij voedselbanken, OCMW’s, rusthuizen, scholen terechtkomen. Het GLB voorziet ook middelen om fruit en melk in scholen te promoten, zodat een gezonde voedingswijze van kindsbeen af aangeleerd wordt.

Europees landbouwbeleid is voedselbeleid

Het Europees landbouwbeleid heeft zich door de jaren heen aangepast, heeft accenten verlegd en steun aan landbouw aangepast aan de tijdsgeest. Zo werd bij overproductie (denk aan de melkplassen en boterbergen begin jaren 80) het melkquotum ingevoerd.

Het Europees landbouwbeleid is meer dan enkel een landbouwbeleid, noem het gerust een voedselbeleid. Het heeft er de voorbije 50 jaar voor gezorgd dat de Europese burger/consument voldoende, kwaliteitsvol, betaalbaar voedsel heeft en dat de boer een aanvaardbaar inkomen heeft.

Dat aanvaardbaar inkomen wordt gerealiseerd door ‘subsidies’, nu noemt dat toeslagrechten maar ook door regelgeving die er bij uitzonderlijke marktomstandigheden voor zorgt dat er kan bijgestuurd worden. Boeren zouden niet liever hebben dan dat hun inkomen uit de markt komt, maar dikwijls lukt dat niet omdat voedselprijzen laag zijn en te weinig rekening wordt gehouden met de kosten van de boer.

Land- en tuinbouw zijn zeer gevoelig voor externe omstandigheden waar de boer geen greep op heeft: droogte, wateroverlast, ziekten van planten en dieren, … en ook het embargo van de Russen. Europa vangt dit nu deels op door budgetten te voorzien om te gebruiken in het geval zich onvoorziene crisissen voordoen. In dit kader moet je de Europese steun zien voor het niet-oogsten van peren.

Niet-oogsten van peren, de beste maatregel?

De misnoegde reacties op de maatregel waarbij een deel van de peren niet geplukt zullen worden, zijn begrijpelijk. Niemand wil dat voedsel verspild wordt, in de eerste plaats de producenten. Zij telen met grote zorg voedsel om het op de markt te brengen. Zij zien het werk van het voorbije jaar (en langer, sommige fruitbomen verzorg je meer dan 10 jaar) wegrotten. Kosten van snoei, bemesting, gewasbescherming, … zijn al gemaakt, de pluk geregeld.

Waarom moeten we dan toch de voorkeur geven aan niet-oogsten?

Wij weten dat een deel van de perenoogst van dit jaar onverkocht zal blijven. Als we de ganse oogst op de markt brengen zullen de prijzen instorten, waardoor vele fruittelers in grote moeilijkheden zullen geraken of zelfs in faling zullen gaan. Met de maatregel om een deel van de peren niet te oogsten trachten wij het ergste overaanbod te vermijden en dat voor een zo laag mogelijke kost. Weet dat de zwaarste kost in de fruitteelt de kosten zijn die je hebt voor pluk (gebeurt volledig met de hand), sorteren en bewaren (in frigo’s, maanden lang). Die kosten zijn nu nog niet gemaakt. Als hier de druk van de markt gehaald wordt, wordt de interne Europese markt minder verstoord en krijgen alle Europese perentelers hopelijk de prijs die ze de voorgaande jaren kregen. Voor de consument wil dat zeggen dat zijn peren zeker niet duurder worden, de kans is zelfs groot dat ze goedkoper worden. Alleen hopen wij, vanuit de land- en tuinbouwsector, dat de prijzen niet in elkaar storten. Herinner je mijn intro: als de boer niks verdient, stopt hij er noodgedwongen mee.

Kost Europees landbouwbeleid veel geld?

Wat Europa wil voorkomen, en ik hoop dat je die stelling van Europa begrijpt, is dat de landbouw verdwijnt uit Europa. Eigen voedselproductie is van levensbelang. Waar honger heerst, zijn rellen. De voorbeelden zijn talrijk, zelfs op dit eigenste moment. Ook in de hele herdenking van WOI komt de honger elke keer opnieuw terug.

Herdenken om nooit te vergeten: vergeet dus alsjeblief het belang van een eigen voedselproductie niet. Daarom blijf ik het Europees landbouwbeleid een warm hart toedragen.

Het is niet feilloos en het kost natuurlijk geld. Bijna 38% van het EU-budget gaat naar landbouw en plattelandsontwikkeling. Veel? Ik vind van niet. Weet dat landbouw het enige beleid is dat op EU-niveau gevoerd wordt. Er is geen Europees beleid voor onderwijs, mobiliteit, ziekenzorg, cultuur,… Toch krijgen ook deze sectoren heel wat overheidssteun, gelukkig maar. Tel je de budgetten op die alle lidstaten aan alle sectoren geven ter ondersteuning, dan gaat er minder dan 1% van het EU-overheidsgeld naar landbouwbeleid. Geef toe, best wel aanvaardbaar voor een beleid waar boer en vooral burger beter van worden.

Is het landbouwbeleid perfect? Neen. Is de land- en tuinbouw perfect? Neen. Wel is het zo dat er voortdurend wordt bijgestuurd zodat de voedselproductie in Europa verder verduurzaamt. En dat op ecologisch, economisch en sociaal vlak.

We zullen alle alternatieve oplossingen steunen: promotie voor lokale producten in grote en kleine winkelketens, op sociale media, …, vrijwilligers de peren laten plukken (weet dat er in de pluk 18.000 mensen bezig zijn en dat dit zeer zwaar werk is). Maar het effect daarvan zal beperkt zijn. Ik betwijfel of we hiervoor het nodige aantal vrijwilligers vinden die dagen en weken in weer en wind zullen plukken. In de mate van het mogelijke zullen we producten aan de Voedselbanken en co geven, maar ook zij kunnen de kost van bewaren niet dragen en ook zij kunnen geen blijf met de vele peren en groenten. Sappen, confituur, nobel alternatief, alleen de capaciteit is er niet bij de verwerkers om die hoeveelheid peren om te zetten tot een bewaarbaar product. En ook die verwerking kost geld.

Ik hoop met deze tekst de hele context wat te schetsen en duiding te geven bij de moeilijke beslissing die we als sector en als Vlaamse overheid hebben moeten nemen.

(De auteur is woordvoerder van de Boerenbond)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen