Besparen in het onderwijs? – Jef Boden

In de glazen bol van het onderwijs zie je voor volgend schooljaar één grote zekerheid: besparen. Tenzij je ook nog even denkt aan de quasi zekerheden van kamperende ouders voor de schoolpoorten, discussies over opendeurpolitiek versus toelatingsproeven in het hoger onderwijs of sinds kort de wachtlijsten voor het bijzonder onderwijs. Misschien worden besparingen een dankbare hulp in het debat dat te vaak zwart-wit gebeurt. Zouden eerlijkheid en realiteitszin niet meer opleveren dan zinsbegoochelingen?
opinie
Opinie

Universiteiten moeten inleveren en zowat het enige wat op tafel komt is een verhoging van de inschrijvingsgelden. Waarom spreekt men nauwelijks over een algemene invoering van een toelatingsproef?

Voor wie het niet meer weet: ons secundair onderwijs maakt in het gamma praktische en theoretische richtingen vrij duidelijk het onderscheid tussen afstudeer- en doorstudeerrichtingen. Dat weet je vanaf het begin. Helaas wordt steeds weer verkondigd dat iedereen op het einde naar het hoger onderwijs mag.

Op een zeldzame proef na staat de poort wagenwijd open, ongeacht een al dan niet geschikte voorbereiding. Wie speelt dan de verbazing bij erg lage slaagcijfers in het eerste jaar? Wie zeurt dan over het wegglijdende niveau? En laat ons, de clichés voorbij, eerlijk zijn: dat niveau is niet alleen een probleem in het eerste jaar lerarenopleiding. Een oriënterende proef zou duidelijkheid kunnen scheppen, wie weet eisen stellen, èn bespaart door de niet te betalen voorspelbare mislukkingen veel meer dan er bespaard moet worden.

Manipulerend bedrog

Een eerder recent verschijnsel is de stormloop van ouders om, nu het nog kan, hun kind in te schrijven in het bijzonder onderwijs. Het eerste gevolg is een wachtlijst (en nog net geen kamperende ouders). Met het M-decreet heeft het Vlaamse parlement beslist dat bijna alles op inclusief onderwijs gezet moet worden: leerlingen met een handicap moeten een plaats krijgen in het gewone onderwijs. Daar klinkt niets fout. Is het evenwel alles of niets? Zijn er nuances? Vooral: zijn de beleidsmakers bereid geweest om vanuit de realiteit te vertrekken?

Exclusie - de personen met een handicap zo veel als mogelijk in een aparte wereld opvangen - is verouderd en niet haalbaar want niet eindeloos uitbreidbaar, las ik deze zomer. Manipulerend bedrog noem ik zoiets. Een alles of niets-stelling die aan de betrokkenen het recht om verantwoord te beslissen weigert. Vandaag worden in iedere klas leerlingen met hun persoonlijke mogelijkheden en beperkingen zo goed als het kan begeleid.

Dat is in een klasgroep van 25 niet altijd evident. En, spijtig voor wie het liever niet hoort, soms kan men niet anders dan toegeven dat, in het belang van het kind of van de klas, een advies voor een specifiek type bijzonder onderwijs (BO) de beste optie is. Om iedereen weer ademruimte te geven, om op de eerste plaats frustraties te vervangen door succeservaringen in de ontwikkeling. Als men die mogelijkheid denkt te moeten schrappen, dan begrijp ik zeer goed dat bekommerde ouders, nu het nog kan, richting BO stappen.

Belediging

Dat is totaal verschillend van allen die in plaats van problemen aan te pakken, excuses zoeken. Komt het studieresultaat niet overeen met de verwachtingen? Maak dan van een moeilijkheid geen uitdaging maar zorg dat je via attesten van het CLB of, van de vrije markt, compensaties kan eisen, weiger goedbedoeld advies, verander van school telkens de spiegel dat scherpe beeld voor je neus plaatst. Die houding leidt niet naar wat het kind werkelijk nodig heeft. Met een kleine uitbreiding: die eigengereidheid, die zorg voor het imago en de door gebrek aan verantwoordelijkheid gevoede houding is dezelfde als diegene die het secundair onderwijs een watervalsysteem toeschrijft. Geen realiteit, wel een perceptie waarvoor dan de halve onderwijswereld zou moeten hervormd worden. Om terug te komen op ons uitgangspunt: deze houding kost bergen geld. Voorkom verspilling en je bespaart voor je moet remediëren. Voor men opnieuw naar de “gidslanden” verwijst: hun inclusief onderwijs voorziet toch geen extra begeleiders in al die klassen? Dat voorbeeld eerlijk volgen zou extra geld kosten, niet besparen.

Het enthousiasme van een klasleerkracht mag grenzeloos zijn, de mogelijkheden zijn dat niet. Dan heb ik het nog niet eens over de miskenning van allen die in het BO werken. Hoeveel extra vorming, hoeveel unieke ervaring, alle zorg die zij hun leerlingen schenken: dat wordt dan na een simpel decreet verondersteld aanwezig te zijn in de basisvaardigheden van iedereen in het gewone onderwijs? Het is geen gebrek aan erkenning, het is een regelrechte belediging.

Er start niet alleen een nieuw schooljaar, ook een nieuw parlementair jaar, met een nieuwe regering. Die laatste wens ik vooral het beste te zoeken voor ieder kind. Met eventueel moeilijke beslissingen, maar vooral met nuances op basis van heel veel praktijkkennis. Loop daarom eens binnen om vanuit het schoolleven een realistisch beleid op te bouwen. Dat zou in nog veel meer gevallen tot probleemloze besparingen kunnen inspireren. De beste besparing is immers diegene die je kan voorkomen.

(De auteur is leraar aan een basisschool in Brecht.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen