"Eerste zin van regeerakkoord zouden we zelf geschreven kunnen hebben"

Een nieuw schooljaar met een nieuwe minister. En ook een nieuwe baas bij het katholiek onderwijs die alvast tevreden is met het nieuwe regeerakkoord. "De eerste zin van het akkoord zouden we zelf geschreven kunnen hebben", zegt hij. "Want voor ons is het cruciaal dat de overheid enkel de grote doelstellingen vastlegt voor het onderwijs. Hoe wij dat realiseren, is onze job."

Ook het feit dat de nieuwe regering een masterplan voor de scholenbouw voorstelt, vindt Boeve positief. Het blijft wel afwachten hoeveel geld precies daarvoor wordt vrijgemaakt. Het katholiek onderwijs heeft alvast zo'n 2.600 dossiers op de wachtlijst staan, goed voor zo'n 2,5 miljard euro. "Elk jaar krijgen we nu 140 miljoen, maar we vragen 120 miljoen euro per jaar bij. Alleen op die manier kunnen we onze scholen om de 62 jaar vernieuwen", zegt hij. "En zo'n inhaalbeweging is dringend nodig, vorige week kwam ik nog in een school waar het gewoon binnenregende", vertelt hij.

De nieuwe regering moet ook snel verder werk maken van de onderwijshervorming, zegt Boeve, zodat elke leerling op de juiste plaats terechtkomt. "Om dat mogelijk te maken, moeten we eerst krachtige schoolbesturen hebben die een grote groep van scholen beheren."

Boeve: "Zij kunnen heel wat organisatorisch en logistiek werk uit handen nemen van de schooldirecteurs die zich dan op hun pedagogische taak met leerlingen, leerkrachten en ouders kunnen concentreren. Want bijvoorbeeld papier bestellen, printers aankopen, leerlingenadministratie bijhouden,... Als je dat kunt voor een groep van scholen, is dat heel veel werk dat wegvalt voor de directeur van een school."

Ook voor het personeelsbeleid is een grotere bestuurlijke schaalgrootte belangrijk, zegt Boeve. " Want op die manier wordt het mogelijk om meer afwisseling te brengen in de loopbaan van een leraar. Zo kunnen ervaren leraren bijvoorbeeld hun jonge collega's helpen bij hun start in het onderwijs. Want nu haken veel starters tijdens de eerste vijf jaar af wegens het gebrek aan ondersteuning. En voor wie al een tijdje voor de klas staat, kan ik me voorstellen dat die wel eens op een andere manier wil worden uitgedaagd."

Boeve is ook voorstander van "teamteaching". "Leerkrachten werken samen aan een project, overleggen met elkaar, organiseren uitstappen. De job van een leraar is veel meer dan enkel lesgeven", zegt Boeve.

Hij pleit voor de invoering van een schoolopdracht, die naast het eigenlijke lesgeven ook rekening houdt met al die andere taken. Boeve weet dat zo'n schoolopdracht gevoelig ligt bij de vakbonden, maar gaat ervan uit dat erover kan worden gesproken.

Dat er bespaard moet worden in het onderwijs weten we, zegt Boeve. "Maar zes procent besparen op de werkingsmiddelen, zoals de kranten schreven, dat is een heel zware ingreep op de werking van onze scholen. Dat geeft zeker problemen."

Boeve: "Maar als het toch die richting uit zou gaan, dan moet als compensatie de werklast flink naar beneden door heel veel regeltjes en administratieve last af te schaffen. Die drukken nu zwaar op de leraren en de scholen. Dat zal de besparingen nooit volledig compenseren, maar dan is er toch op zijn minst een signaal dat er ook aan het comfort van scholen gewerkt wordt en dat het niet alleen gaat om het wegnemen van comfort door besparingen."