Het geheim van de 'Zweedse' nota - Johny Vansevenant

Politiek journalist Johny Vansevenant heeft zijn oor te luisteren gelegd bij alle relevante onderhandelaars van de Zweedse formatie. Wat mogen we verwachten? En wat is het verschil met de jaren tachtig, toen ook de socialistische partijen aan de kant werden gezet en gelijkaardige plannen op tafel lagen.
analyse
Analyse

Over het cijfer valt weinig te discussiëren. 17,3 miljard moeten de centrumrechtse onderhandelaars vinden om de begroting in evenwicht te krijgen. Het Monitoringcomité, dat de federale financies in het oog houdt, heeft het zo nagerekend. De discussie gaat over waar de regering dat geld moet vinden en over hoe snel dat moet gebeuren.

Daarbovenop is er nog de discussie over de grootte van de loonlastenverlaging en van de eventuele belastingverlaging voor de burgers, die ook geld kosten. De Formateursnota van Kris Peeters en Charles Michel geeft al een idee, maar de kandidaat-regeringspartijen zullen elk op hun manier willen schaven aan die Formateursnota.

Bijsturen

Formateur Peeters van CD&V en zijn Franstalige tegenhanger van MR zijn nog volop bezig met dat schaafwerk. Ze hebben daarom gepraat met de voorzitters van Open VLD en N-VA om de tekst nog wat aan te passen. Ook de berekeningen van de technische werkgroep over uitgavennormen bij de overheid (vervanging personeel, werkingsmiddelen, uitgaven gezondheidszorg…) worden aan de nota toegevoegd. De partijen krijgen die aangepaste nota dan woensdagavond zodat ze met kennis van zaken vanaf donderdag weer rond de onderhandelingstafel kunnen zitten en nog verder knopen kunnen doorhakken rond die formateursnota. Als de nota bij alle regeringspartijen aangekomen is, zal die zo goed als zeker uitlekken.

Die nota is het resultaat van wat de voorzitters van de kandidaat-regeringspartijen gezegd hebben aan de formateurs. Peeters en Michel hebben daarvan uiteindelijk een gezamenlijke tekst gemaakt. Ze hebben uit de standpunten van de partijen zelf keuzes gemaakt, bijvoorbeeld waarover er overeenstemming was of wat ze de moeite waard vonden.

Toch ging het ook om politieke keuzes van Peeters en Michel, want hoewel de PS niet meedoet, blijft er een links-rechtstegenstelling tussen de vier partijen van de Zweedse(vlag)-coalitie. Het meest links staat CD&V met zijn arbeidersvleugel. En ook MR situeert zich linkser dan Open VLD en N-VA. Michel behoort tot de sociaalliberale vleugel van zijn partij en het partijpolitieke landschap in Wallonië is hoe dan ook linkser. De Formateursnota is dus voor een groot deel de consensus tussen CD&V en MR. Bij de ontmoeting van vandaag en bij de onderhandelingen de komende weken zullen Open VLD en N-VA rechtsere accenten willen leggen.

De vier partijen willen allemaal fors snoeien bij de overheid en de sociale zekerheid. Ze wijzen er allemaal op dat er nu minder taboes zijn zonder de PS (brug- en andere pensioenen, snijden in de gezondheidszorg, gemeenschapsdienst voor werklozen…). Zelfs de linksere CD&V wil haar ‘verantwoordelijkheid nemen en offers brengen’ om ons sociaal model te behouden en om daarom de bedrijven beter te wapenen tegen de internationale concurrentie. Tot zover de consensus.

Links-rechts

De voorbije dagen zijn er al een aantal maatregelen uitgelekt. Over de verlaging van de sociale lasten circuleert zelfs een concreet cijfer. De werkgeversbijdrage zou van 33 procent zakken naar 25 procent. Zowat een kwart lager dus. Volgens de Tijd en L’Echo goed voor 30.000 banen met als nettokostprijs 2 miljard. Dus boven op de 17,3 miljard voor de begroting…

De verlaging naar 25% werkgeversbijdrage is ‘een streven naar’ kregen we te horen. En de invulling kan ook ‘progressief’ en dus niet lineair gebeuren. Je kan bijvoorbeeld de sociale bijdragen meer verlagen voor de lagere lonen en minder voor de toplonen. ‘Voor managers en hoge kaderleden zal die maatregel toch minder effect hebben’, is de redenering die je dan hoort. Dit is een voorbeeld van het ‘gematigder’ invullen van een maatregel.

Ook de vervangingsnormen voor het overheidspersoneel kan discussiestof opleveren tussen ‘links’ en ‘rechts’. Vervang je vooral in het begin minder of doe je het geleidelijker? Als je als norm ‘2 op 3 bij pensionering niet vervangen’ naar voren schuift, dan kan dat ook genuanceerder. Bijvoorbeeld het ministerie van Financiën zit met een verouderd ambtenarenkorps. Bij een strenge toepassing van de regel daalt het personeelsbestand van 30.000 naar 20.000 personeelsleden. Kan je dan nog behoorlijk de belastingen controleren, is de vraag. Wellicht moet er een plafond komen, is te horen, al kan informatisering ook veel verhelpen. Ook zijn nog andere uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld voor politie en magistratuur. Wellicht is N-VA daarvoor te vinden, omdat die partij veiligheid als prioriteit naar voren schuift.

Ook in de gezondheidszorg zal fors gesneden worden. Het Monitoringcomité gaat nog uit van een groeinorm van 3 procent, al heeft de regering-Di Rupo die al bijgesteld tot 2,5 procent. Er circuleert nu een cijfer om de groei te beperken tot 1,5 procent. Ook daar zijn er varianten mogelijk. En weer is er de vraag, een snelle invoering of een geleidelijke?

Nota-De Wever een ‘historisch document’

Er is ook te horen dat N-VA zich niet meer gebonden voelt door de informateursnota-De Wever. Dat was een consensustekst en volgens de N-VA-voorzitter gisteren ‘een historisch stuk’, dat nu dus geen waarde meer heeft. Ongetwijfeld legt N-VA weer de index op tafel. CD&V en MR gaan hier zeker op de rem staan en zullen niet willen raken aan de automatische indexering van lonen, wedden en uitkeringen.

Het zal erop aankomen ‘creatief’ te werk te gaan, horen we, zoals bij de regering-Di Rupo gebeurde. In januari komt er normaal gezien een indexaanpassing. Er wordt gedacht aan het ‘aanpakken van het mechanisme’ is de vage uitleg die we opvangen. Als er wat van komt, is dat meteen een loonkostenverlaging voor de bedrijven en een besparing voor de overheid. Weer zullen de onderhandelaars discussiëren over een meer omzwachtelde ingreep.

Ook ingrepen in de pensioenen liggen op tafel en de Commissie-Vandenbroucke is de inspiratiebron. De nieuwe regering wil werk maken van de tien aanbevelingen, horen we. Brugpensioen bij herstructurering zou maar meer op 60 jaar kunnen in plaats van 55. Ook op de ambtenarenpensioenen komt er een besparing. Niet langer 75 procent van de wedde van de voorbije tien jaar, maar van de voorbije twintig jaar. De strengere optie van de commissie is het gemiddelde van heel de carrière. Het ziet er wel niet naar uit dat de wettelijke pensioenleeftijd boven 65 jaar getild wordt.

Uitstel vragen aan Europa

Veel afzwakkingen van de besparingen hebben te maken met het meer in de tijd spreiden. Dat kan wel alleen maar met instemming van Europa. Normaal moet de begroting in evenwicht zijn in 2016. Met Europa afspreken om dat evenwicht naar 2017 of 2018 te verplaatsen kan ademruimte bieden. Ook kan België met de Europese Commissie over het over overschot van 0,75 procent discussiëren dat daarna moet geboekt worden.

De hoop is te horen dat er een versoepeling inzit over de timing van het evenwicht en over het overschot dat daarna opgelegd is. België zal Europa alleen maar kunnen overtuigen met geloofwaardige ‘structurele’ maatregelen is het uitgangspunt. Dus lagere loonlasten, een ingreep in de index, besparen op pensioenen, gezondheidszorg en overheidspersoneel zijn de boodschap om Europa gunstig te stemmen en om dus wat ademruimte te krijgen om iets meer de weg van de geleidelijkheid te kunnen bewandelen.

Nieuwe belastingen?

Vraag blijft of ook alles met besparingen kan. Bij partijen die daar neen op antwoorden hoor je dit soort zinnetjes: 'Je kunt een kei het vel niet afstropen. Ook de Vlaamse regering heeft gewerkt met een verdeling besparingen nieuwe inkomsten van 70-30, de grens tussen extra belastingen en hogere retributies (kostprijzen) voor overheidsdiensten is flinterdun, iedereen is het toch eens over een tax-shift van loonlasten naar belastingen op vervuilende producten’.

En dan circuleren weer belastingvoorstellen uit de verkiezingsprogramma’s zoals een ‘harmonisering’ van btw-tarieven, wat zal leiden tot een verhoging. Hogere accijnzen op diesel is een klassieker. De fiscale vrijstelling op spaarboekjes op intresten onder de 1.880 euro via de belastingbrief regelen en dus wel eerst heffen aan de bron. Daardoor zou die vrijstelling in de praktijk pas twee jaar later uitbetaald worden. Een idee waarmee ook de regering-Di Rupo speelde. Een ander gerecycleerd fiscaal idee is het belasting heffen op in de praktijk vooral Waalse intercommunales zoals het financieel sterke Tecteo…

Tijdens de ‘tour de table’ (het maken van filmbeelden van de partijen rond de onderhandelingstafel) kreeg N-VA-voorzitter De Wever een microfoon onder de neus gestopt. Journalisten wierpen hem voor de voeten of een btw-verhoging of hogere accijnzen kunnen. De Wever antwoordde daarop gevat: ‘Dat zijn belastingverhogingen die u daar noemt, dat zit niet in mijn kaftje!’ Open VLD-voorzitter Rutten hamerde ook op besparingen, maar ze deed de deur niet helemaal dicht: ‘We moeten het bij de overheid zoeken, dan pas bij de burger of de bedrijven.’

Rond die belastingen zal er nog een flink robbertje gevochten worden. Je hoort her en der al scherpe zinnetjes: ‘N-VA moet een reality-check krijgen. Waar haal je die 17 miljard vandaan? 12 à 13 miljard is voor het begrotingsevenwicht. 4 à 5 miljard heeft te maken met de stijgende uitgaven voor de vergrijzing, voor stijgende ambtenarenlonen door index en anciënniteit en door investeringen zoals bij de NMBS. Door die opdeling is een 70-30-verhouding besparingen-nieuwe inkomsten verantwoord. En dan spreken we nog niet over de loonlastenverlagingen. Als de N-VA een regering zonder de PS wil, dan moet die partij zich constructief opstellen. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen!’

Die zinnetjes maken duidelijk dat het inderdaad geen ‘walk in the park’ zal worden en dat de links-rechtstegenstelling nooit helemaal weg zal zijn…

Back to the eigthies?

Toch is over de essentie van de maatregelen wel overeenstemming. Het besef is er bij de Zweedse(vlag)-partijen dat er een ‘aantal scheeftrekkingen’ weg moeten. En dat de vereiste hervormingen in de meeste buurlanden wel al in voldoende mate genomen zijn om de concurrentiepositie van de bedrijven op peil te houden. Dan hebben ze het over langer werken en dus pensioenmaatregelen, over een te toegeeflijk werkloosheidsstelsel, over een te dure overheid en daardoor een te hoog overheidsbeslag en dus te hoge loonlasten.

N-VA en liberalen zijn ongetwijfeld ook ideologisch gedreven om de overheid in te perken, maar voor CD&V zijn het offers om de essentie van de welvaartsstaat te behouden.

Het lijkt wel alsof we weer in de jaren tachtig zijn met de rooms-blauwe regeringen-Martens. Ook toen was de boodschap ‘middelen van de gezinnen naar de bedrijven laten vloeien om het concurrentievermogen te vergroten’. Toen was er nog geen Europa om begrotingsdoelstellingen op te leggen, maar de torenhoge intrestvoeten van meer dan 10 procent zetten de regering wel tot spoed aan. Omdat er nog geen euro was, kon de noodgreep van een devaluatie wel. De analyse bij de meerderheid was toen ook dat al te lang de noodzakelijke maatregelen waren uitgebleven. ‘België was de zieke man van Europa’, was een gevleugeld zinnetje. De problemen waren nog eens extra acuut door de naweeën van de petroleumcrisis.

Nu is alles op scherp gesteld door de bankencrisis. Het waren toen ook regeringen zonder socialisten en er was zelfs een zetel te kort aan Franstalige kant om daar een meerderheid te hebben. De PS had het over ‘l’état Belgo-Flamand’. De jonge Verhofstadt, eerst als partijvoorzitter daarna als vicepremier, zat achter de veren van de regering om zo ver mogelijk te gaan in de besparingen. Ook hij was ideologisch gedreven om tot een ‘minimal state’ te komen. Nu speelt N-VA-voorzitter Bart De Wever de rol om de coalitie vooruit te jagen in zijn besparingen.

Premier Martens noemde Verhofstadt de ‘Mozart van de politiek’, maar ‘da joenk’ werd uiteindelijk toch weggezet door de christelijke arbeidersbeweging omdat hij te ver wou gaan. De tijden zijn intussen veranderd. De CD&V is niet meer de grootste en de christelijke arbeidersbeweging is minder machtig, maar wellicht nog voldoende sterk om geregeld op de rem te gaan staan.

(Johny Vansevenant is politiek journalist bij de VRT.)

Meest gelezen