"Problemen met Desiro-treinen onaanvaardbaar"

NMBS-baas Jo Cornu vindt de problemen met de Desiro-treinstellen onaanvaardbaar. Dat zegt hij in een interview met Knack. De treinen zouden gemiddeld om de 8.000 kilometer defecten vertonen. "En dat heeft natuurlijk een invloed op onze stiptheidscijfers," zegt Cornu. "In 35 procent van de gevallen dat een trein te laat is, heeft dat te maken met de onbetrouwbaarheid van het materiaal."
BELGA/WAEM

Van de 300 bestelde Desiro-stellen zijn er intussen al 200 geleverd. Maar volgens Cornu hebben die te vaak problemen met de voeding en met de deuren. De treinen hebben gemiddeld om de 8.000 kilometer panne, terwijl dat bij een gemiddelde trein pas na 30.000 kilometer voorkomt.

"Het gaat voornamelijk om problemen waarbij de trein terug moet naar een atelier om hersteld te worden. Dat heeft in eerste instantie natuurlijk een invloed op de beschikbaarheid van die trein", vertelt de NMBS-baas op Radio 1. "Bovendien zorgt de onbetrouwbaarheid van de treinstellen ook voor vertragingen en dat beïnvloedt ook onze stiptheidscijfers: in 35 procent van de gevallen dat een trein te laat is, heeft dat te maken met de onbetrouwbaarheid van het materiaal", aldus Cornu.

De nieuwe treinstellen zijn afkomstig van fabrikant Siemens Transport. "Ik heb de baas van Siemens Transport aangesproken en gevraagd of hij gelukkig zou zijn als zijn auto om de 8.000 kilometer in panne zou staan."

"Gebrek aan standaardisatie"

Volgens de NMBS-baas is het dieperliggende probleem het gebrek aan standaardisatie binnen de Europese spoorwegen. Elk land heeft zijn eigen vereisten voor treinen en daardoor moeten er telkens aanpassingen gebeuren aan de treinstellen, met alle kinderziektes van dien.

"Als een spoorwegmaatschappij een trein bestelt, koopt ze geen model dat elders goed spoort", verduidelijkt Cornu. "Nee, die trein moet op tientallen vlakken worden aangepast aan de eigen noden en vragen, tot zelfs de kleur van de knop waarmee je de deur opent."

Meest gelezen