De paracommando's van N-VA - Carl Devos

We beleven historische tijden. Alweer. Voor het eerst sinds de pariteit van de federale regering in 1970 telt die slechts één Franstalige partij. Voor het eerst neemt een nationalistische partij, zonder staatshervorming, deel aan die regering. Voor het eerst sinds de jaren dertig is de premier een Franstalige liberaal. Voor het eerst sinds de jaren vijftig is hij daarmee de tweede opeenvolgende Franstalige regeringsleider. Nooit eerder duurde een regeringsvorming zonder enige communautaire ambitie zo lang.
opinie
Opinie

Nog houdt het niet op. Sinds Jean-Luc Dehaene er in 1993 mee begon, is een federale beleidsverklaring nog nooit zo verstoord als afgelopen dinsdag. Nog nooit duurde het parlementair debat erover zo lang en ging het er zo hevig aan toe. De politiek liet zich daarin van twee kanten zien: de mooiste en de lelijkste. Er was enerzijds een hoogstaand en meeslepend inhoudelijk debat, met dank aan meerderheid én oppositie. Er waren anderzijds beschamende taferelen. Die van roepende, tierende parlementairen, van chaos en smakeloos niveau. Gelukkig heeft de eerste kant het van de tweede gehaald.

Moreel

De wijze waarop de PS de beleidsverklaring van Michel verstoorde, dwingt respect en verwerping af. Knap hoe ze erin slaagde om die beleidsverklaring te kapen, via de polemiek over twee N-VA’ers in de regering, in de sfeer dat iets fout zit in Michel I. Zelfs de vertrouwensstemming werd donderdag tot ver achter de avondjournaals gehouden. Onkelinx bracht de Kamer meer vuur en de regering meer problemen dan 100 parlementsleden samen vermogen. Zelfs wie haar ideeën en stijl niet deelt, was onder de indruk. De strategie van de PS is dan wel zonneklaar – MR treffen via N-VA – ze is ook behoorlijk effectief. En veel intelligenter dan ze lijkt.

In Vlaanderen is duidelijk hoezeer de relaties, ook persoonlijke, tussen Franstalige partijen gespannen staan. Al onderschatten we de hevigheid daarvan. Het politieke debat – in tegenstelling tot dat over de regering-Di Rupo nu vooral onder Franstaligen – is daardoor niet langer zakelijk, maar emotioneel. Het gaat om wederzijds verraad, openstaande rekeningen en wraak. Voor de verkiezingen was er te Zuiden een opbod in de afwijzing van N-VA, waarin wel eens vaker het verwijt viel dat deze partij racistische en extreemrechtse trekjes heeft. Uw dienaar krijgt samen met veel anderen wel eens vaker een Franstalige niet eens aanvallende vraag die in Vlaanderen haast niet gesteld wordt: waarom mag N-VA niet extreemrechts genoemd worden? De door de PS uitgelokte – daarin steeds trouw gevolgd door haar onderafdeling CDH – discussie over de vermeende collaboratie en racistische, homofobe uitspraken van Francken komen niet uit de lucht vallen.

Dat maakt het debat over die regering niet ideologisch, maar moreel. Daar zit het ware vernuft van de PS. Dat ze, opgejaagd door nog linkser links, strijdt tegen deze rechtse regering is evident. Te evident. De oppositie is de oppositie. Misschien kan de PS wat kiezers meenemen in haar sociaaleconomische afkeur van Michel I. Maar dat is minder zeker dan ze willen. Misschien zien sommigen de PS als slechte verliezer. Misschien vinden ze zelfs in Franstalig België wel dat er orde op zaken moet komen. Bij de PS schrikken ze wat van de gereserveerde, afwachtende ontvangst in Franstalig België van Michel I. Die was minder scherp dan ze bij de PS wilden. Dus wordt uit een ander vat getapt: ‘Het geluid van de laarzen weerklinkt in de regering van het land’. Dat is er zo over, maar ook zo uitgekookt. Zelfs wie de PS niet volgt en Michel I een kans wil geven wordt niet langer geconfronteerd met een politieke, maar met een morele kwestie: horen homofobe racisten met nazisympathie thuis in een federale regering, die dus ook het Zuiden bestuurt? En is Michel dan niet zelf een collaborateur?

Weerwerk

Wie deze techniek bekritiseert, krijgt van sommige kameraden het verwijt zelf te weinig kritisch te zijn voor N-VA, zelfs te weinig moreel besef te hebben. Links beschermt de democratie, het gaat om ethiek. Goed geprobeerd, maar niet overtuigend. Waarmee, voor alle duidelijkheid, de handen van N-VA in dezen niet in onschuld gewassen zijn. Integendeel.

De strategie van de PS is niet enkel indrukwekkend, ze is ook te bekritiseren. Dat geldt dus ook voor die aarzelende Vlamingen, vooral bij SP.A die overigens ook inhoudelijk stevig weerwerk bood, die geen comfortabele houding vinden t.a.v. de aanvallen van de PS. Die aanvallen zijn intellectueel bedenkelijk. Slechts een beetje omdat ze getuigen van een gebrek aan respect en parlementair tact. In naam van de sereniteit diezelfde sereniteit, op zulke momenten een parlementair ornament, opblazen getuigt van cynisme. Zelfs morele verontwaardiging sluit waardigheid en timing niet uit. De parlementsvoorzitter maakte geen goede eerste beurt, niet omdat hij zijn reglement niet kende en niet omdat hij de oppositie niet voldoende liet spreken, maar omdat hij er te onervaren te zacht voor was. Zoals Patrick Dewael wel bijzonder en opvallend gretig opmerkte. Regeringsleden aanvallen kon nog dagen lang na de voorlezing van de beleidsverklaring.

De PS-aanvallen verdienen kritiek omdat ze zo intellectueel oneerlijk zijn. Zelfs al menen ze het daar, met die morele verontwaardiging, als Jambon collaboratie fout noemt en ‘hun redenen’ ook zeer, zeer terecht ‘slechte redenen’, dan is daar verder op inhakken een kwestie van adding insult to injury. Schieten op de ambulance. De PS vond het vroeger niet erg om zaken te doen met de partij van Bob Maes, toen die namens die partij in het federaal parlement zat. Enzovoort.

Francken

Een heel andere zaak waren de oude woorden van Francken over de meerwaarde van sommige migranten. Elk parlement dat zichzelf ernstig neemt moest die centraal stellen en hem erover ondervragen, gezien de man die ze neerschreef de komende vijf jaar ter zake bevoegd is. Die woorden, zelfs in vraagvorm zijn kwetsend, beledigend, stigmatiserend, provocerend, ongenuanceerd. Ze hebben een negatieve ondertoon en roepen evident het racismeverwijt op. Ze zijn nodeloos hard en missen het fatsoen van een beleidsmaker. Zijn uitspraken, zelfs gedaan toen van regeringsdeelname geen sprake was, klinken daarom bij die latere deelname ongepast. Dat is al erg genoeg, maar laat ons ‘racisme’ houden voor wat het echt is, het woord is al overgebruikt.

Niet elke vertrouwelijke mail is een openbaring van een diepe, onwrikbare en onverbeterbare overtuiging. Mildheid en barmhartigheid, het recht om te evolueren en zich te vergissen is er nog het meest voor hen die het anderen ontzeggen. Er volgden excuses, weze het wat flauw en afgedwongen, en plechtige beloftes. Francken blijft, maar hij verloor daarmee elke marge. Zijn staatssecretariaat is ingesnoerd, N-VA verzwakt.

Die partij is sociaaleconomisch liberaal, filosofisch conservatief, alvast formeel nationalistisch, stevig rechts en heeft met haar compassionate conservatism ook een eigen sociale bekommernis. De economische vraag naar ‘meerwaarde’ past in haar mens- en maatschappijbeeld. Francken is als N-VA’er zo gezien perfect gecast, zeker op dat departement waar de partij en haar coalitiepartners een harder, restrictiever beleid wil voeren. Wie links of minder rechts is heeft terecht grote moeite met zijn visie en woorden. Maar dat maakt hem en N-VA daarom niet extreemrechts, niet homofoob en niet racistisch. Er is geen geluid van laarzen, maar dat van die vele schoenen van rechtse en andere modale Vlamingen die voor N-VA stemden. Men kan daar gemakkelijk tegen zijn, ideologisch en moreel verontwaardigd over zijn. Maar die laatste is nooit gediend met overdrijving.

Voor alle Belgen

In deze draagt ook N-VA een grote verantwoordelijkheid. Federale regeringsdeelname is meer dan enkele ministers leveren. Het is ook een state of mind. Men kan niet in een Belgische regering stappen en zich niets aantrekken van de daarmee samenhangende ongeschreven gedragscode. Federale excellenties, die er ook zijn voor Franstaligen, passen op hun tellen bij bezoekjes, ook in het weekend. Voorzorg nemen en het voorzichtigheidsprincipe zijn geen luxeproducten. Rekening houden met gevoeligheden is geen toegeving, het is de consequentie van deelname aan een regering voor alle Belgen.

Ook De Wever moet er bij zijn selectie van excellenties rekening mee houden. Die mogen rechts zijn, maar beter geen paracommando’s. Zuhal Demir zou alvast heel anders geklonken hebben dan Theo Francken. Dat die laatste one of the boys is telt niet meer, zodra de regering is gevormd. N-VA is geen anderspartij meer, zelfs N-VA’ers zullen daaraan moeten wennen.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen