Europa voert strijd op tegen illegaal afvaltransport

Uit de landen van de Europese Unie wordt elk jaar minstens 2,8 miljoen ton afval op illegale manier uitgevoerd. Dat cijfer kan in werkelijkheid zelfs oplopen tot 70 miljoen ton. Om daaraan te verhelpen, heeft het Europees Parlement een nieuwe wetgeving aangenomen die de nationale inspectiediensten meer armslag geeft.
Archieffoto

Volgens de geldende Europese verordening mag vanuit de EU geen gevaarlijk afval verscheept worden naar landen die geen deel uitmaken van de OESO. Ook het verschepen van afval dat niet terechtkomt in verwerkingsinstallaties die het op een milieuvriendelijke manier verwerken, is verboden.

Toch wordt heel wat afval op illegale manier verscheept. Het eindigt voornamelijk op de kusten of illegale stortplaatsen van Afrikaanse landen, waar het vervolgens op een amateuristische, ongezonde en ronduit gevaarlijke manier verwerkt wordt. Vaak gebeurt dat door de lokale bevolking.

Uitgewerkte inspectieplannen voorleggen

Hoeveel afval precies illegaal geëxporteerd wordt tussen de EU-landen en van de EU naar derde landen, is onduidelijk. Maar als het onregelmatigheidspercentage van 25 procent dat tijdens recent onderzoek werd vastgesteld klopt, betekent dat dat er elk jaar zo'n 70 miljoen ton afval illegaal wordt uitgevoerd. Het gaat daarbij zowel om gevaarlijk als niet-gevaarlijk afval.

De cijfers waren voor de Europese Commissie het signaal om de verordening aan te passen. Het Europees Parlement en de lidstaten bereikten er tijdens een korte onderhandelingsronde een akkoord over, dat vandaag is goedgekeurd. Alle EU-landen moeten uitgewerkte inspectieplannen voorleggen en krijgen ruimere mogelijkheden om na te gaan of een scheepslading al dan niet wettelijk is. Ze moeten leiden tot een minimumaantal inspecties en tot het beter uitwisselen van de informatie over overtredingen.

"Win-win voor milieu en gezondheid en bedrijfsleven en economie"

Bart Staes (Groen) leidde de onderhandelingen voor het Parlement. Tijdens werkbezoeken stelde hij naar eigen zeggen vast dat "de mensen die op het terrein werken een zo groot mogelijke openbaarheid van de inspectieplannen vragen". De lidstaten stonden echter op de rem. "De mensen in de centrale ministeries en de diplomaten zien openbaarheid blijkbaar als iets dat hen hindert."

Ondanks die terughoudendheid zullen de inspectieplannen op verzoek openbaar gemaakt worden. Daardoor zullen volgens Staes landen als Frankrijk in het oog worden gehouden door de inspectiediensten van andere landen. De Fransen voerden over een periode van twee jaar 26 controles uit, slechts een fractie van de 4.264 die in dezelfde periode in Polen werden uitgevoerd. Door de opgevoerde controles moet ook het fenomeen van het "port hopping" tegengegaan worden, waarbij de exporteurs van illegale afvalstoffen gebruikmaken van de lidstaten met de minste controles.

Op 1 januari 2016 treedt de nieuwe verordening in werking. Een jaar later moeten de eerste inspectieplannen voorgelegd worden. Volgens Staes betekent het strengere optreden tegen de illegale transporten een win-winsituatie voor zowel milieu en gezondheid als bedrijfsleven en economie. Alleen al het naleven van de Europese wetgeving op het vlak van afvalstoffen kan de verwerkingsindustrie een bijkomende omzet van 42 miljard euro per jaar opleveren, luidt het, wat meteen honderdduizenden nieuwe banen zou betekenen.

Meest gelezen