Voor wie straks de Dodentocht wandelt of loopt: dit is de sleutel tot succes

Vanavond gaat in Bornem de 48e editie van de Dodentocht van start. Wetenschappers aan de Universiteit Gent deden onderzoek naar factoren die een rol spelen voor de wandelaars die de nachtelijke uitputtingsslag aangaan. Hierbij een overzicht.
Archieffoto

Snelle starters lijken een voordeel te hebben, zo blijkt uit het onderzoek. "Hoe sneller je start, hoe verder je geraakt in de tocht", aldus Steffie Van Nieuland van het onderzoeksteam. Vooral jonge deelnemers geven vroegtijdig op. "Oudere deelnemers zijn mogelijk beter voorbereid wanneer ze de Dodentocht wandelen. Jongere mensen trainen misschien minder en starten impulsiever", klinkt het.

De controlepost op 50 kilometer, halfweg het parcours, lijkt voor veel deelnemers ook een zware psychologische horde om te nemen. De meeste deelnemers druipen hier af, nadat de frisse nachtelijke temperaturen en het slaaptekort toeslaan. Maar wie het tot na de controleposten op 50 kilometer uithoudt, heeft een flink hogere kans om de 100 kilometer uit te stappen. Zo haalt 75 procent van de deelnemers die daar voorbij gaat, de eindmeet. De overgrote meerderheid (92 procent) die 15 uur gewandeld heeft, gaat door tot aan de finish. Onderweg geven 37 procent van de mannelijke deelnemers op, bij de vrouwelijke deelnemers ligt dat percentage iets hoger op 47 procent.

"We hadden verwacht dat regen of koude nachten ertoe zouden leiden dat meer deelnemers afhaken", besluit de onderzoekster nog. "Maar het weer bleek alleen op korte termijn tot opgeven te leiden. Evenveel deelnemers haalden de eindmeet als bij stabiele temperaturen. Slecht weer leidt er dus alleen maar toe dat mensen die sowieso zouden opgeven, dat iets vroeger doen", klinkt het. 

Meest gelezen