Eek! Een teek! Kan ik er iets tegen doen?

Het is de horror van menig ouder en begeleider van een jeugdvereniging: teken. Die minuscule beestjes die zich vampiergewijs volzuigen met je bloed en de ziekte van Lyme kunnen veroorzaken. We horen de laatste jaren steeds meer over teken en lyme, is die bezorgdheid terecht? En vooral: hoe kunnen we tekenbeten vermijden?

Wat is een teek en waar komen ze voor?

Teken (Ixodida) zijn bruinzwarte parasieten uit de mijtenfamilie. Ze lijken op piepkleine platte spinnetjes, met het blote oog amper zichtbaar. Ze blijven in leven door zich in "gastheren" vast te bijten en te voeden met bloed. Je vindt ze overal: op het platteland, in de stad, in bossen, in weiden, in parken, in je tuin. In bomen, in hoog (of laag) gras, in varens, in struiken. En van de kust tot de Ardennen.

Teken kunnen niet springen of vliegen en moeten dus wachten tot een geschikte gastheer voorbijkomt, een dier of een mens. Ze laten zich vallen op het lichaam van hun gastheer en gaan op zoek naar een geschikt plaatsje om zich vast te klampen. Daar bijten ze zich vast en kunnen ze aan hun maaltijd beginnen.

Als een teek niet gestoord wordt, kan hij tot zeven dagen blijven "eten" van zijn gastheer. Meestal heb je een beet voor die tijd wel al opgemerkt: het achterlijf zwelt op tot de grootte van een erwt. Eenmaal voldaan, laten de teken los, kruipen ze weer weg en kunnen ze weer een hele tijd verder.

De periode waarin teken voorkomen, is afhankelijk van het weer. Ze zijn er altijd, maar zodra het warmer wordt dan 10 graden, worden ze actief. Reken vanaf het begin van de lente tot het einde van de herfst.

Zijn er meer teken dan vroeger?

We zien, horen en lezen steeds meer over teken, maar zijn er ook effectief meer teken te spotten? “Een vraag die elk jaar terugkomt", zegt professor Katrien Lagrou, hoofd van het Laboratorium Klinische Bacteriologie en Mycologie van de KU Leuven. “In sommige landen zien we inderdaad een kleine toename, maar hier bij ons kunnen we dat voorlopig niet concluderen."

Het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV), waar het publiek zelf tekenbeten kan aangeven, registreerde in 2016 9.700 beten. Het was het eerste volledige jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn, vergelijken met voorgaande jaren is moeilijk. Het aantal tekenbeten zegt natuurlijk ook niet rechtstreeks iets over het aantal teken.

"Naast het WIV-project is er ook een project met een groep zogenoemde huisartsenpeilpraktijken”, zegt professor Lagrou. “Die huisartsen houden cijfers bij over het aantal mensen dat zich op consultatie aanbiedt met een tekenbeet. Op basis van al die gegevens kunnen we momenteel niet zeggen dat het aantal teken toegenomen is. Wat niet wil zeggen dat we de situatie niet opvolgen.”

Teken en lyme: paniek?

De laatste jaren groeit het bewustzijn over de relatie tussen teken en de ziekte van Lyme. Geen lachertje, lyme, paniek over teken is dus begrijpelijk. Maar niet direct nodig: de kans dat je na een tekenbeet lyme ontwikkelt is bijzonder klein. In de meeste gevallen blijft de last beperkt tot wat plaatselijke roodheid en jeuk.

Lyme wordt veroorzaakt door een bacterie, Borrelia burgdorferi. Teken die drager zijn van de bacterie, kunnen die doorgeven aan hun gastheer door het injecteren van hun speeksel. Er zijn heel wat “randvoorwaarden” voor de ontwikkeling van lyme. Een mogelijke besmetting kan alléén als de teek zelf besmet is met Borrelia burgdorferi én als de teek te lang (langer dan 24 uur) blijft zitten of niet goed verwijderd wordt.

In ons land zijn volgens het WIV naar schatting 10 tot 20 procent van de teken besmet met Borrelia. Een beet door een besmette teek leidt niet per se tot een besmetting met Borrelia, een besmetting met Borrelia niet per se tot lyme. Van mensen die een besmetting met Borrelia oplopen, zou 1 tot 2 procent de ziekte ontwikkelen. Voor lyme bestaat geen meldingsplicht, officiële cijfers over het aantal patiënten zijn er dus niet.

Een tekenbeet kan overigens ook leiden tot een besmetting met de bacterie Anaplasma phagocytophilum, die anaplasmose kan veroorzaken: een ziekte die wat weg heeft van griep en 5 à 15 dagen na de tekenbeet verschijnt: hoge koorts (39°C of meer), spierpijn, hoofdpijn, soms gewrichtspijn. Anaplasmose komt ook zeer weinig voor.

Teken kunnen ook een virus doorgeven dat tekenencefalitis veroorzaakt, een hersen(vlies)ontsteking. In ons land komt het niet voor, wel in bosrijke streken in Centraal- of Oost-Europa en sommige plaatsen in Noord-Europa. Tegen tekenencefalitis kan je je laten vaccineren.

Hoe vermijd ik teken?

De vraag waar menig ouder en begeleider van een jeugdbeweging zich het hoofd over breekt. Zonder pasklaar antwoord, helaas. Teken vermijd je niet. Simpel. Ze zitten overal en we moeten daar nu eenmaal rekening mee houden. Preventieve maatregelen kunnen helpen, maar bieden uiteraard geen garantie. Maar een gewaarschuwd man/vrouw…

  • Een dagje in de natuur? Blijf in de mate van het mogelijke op paden, strijk niet langs planten en struiken, draag lange mouwen en/of een lange broek en gesloten schoenen. Eventueel kan je een hoed of pet dragen, of toch zeker je kinderen er eentje laten dragen
  • In de handel zijn zogenoemde tekenwerende producten te koop, op basis van de chemische stof DEET. Die hebben zeker hun nut, maar zijn natuurlijk ook niet zaligmakend
  • De belangrijkste en meest effectieve tip: controleer jezelf, je kinderen, je huisdieren op tekenbeten nadat je een dagje in de buitenlucht doorgebracht hebt. Waar je bent geweest en wat je gedaan hebt maakt niet uit, preventieve maatregelen of niet, teken komen zoals gezegd overal voor
  • Controleer ook grondig, want alsof ze het weten, hebben teken een voorkeur voor plaatsen die niet meteen “zichtbaar” zijn: in huidplooien (oren, nek, oksels, knieën, liezen, bilspleet, tot de rand van ondergoed toe), op je hoofd, tussen je haren.

Toch gebeten: wat nu?

Als je een teek opmerkt bij jezelf, bij iemand anders, bij je huisdier, is het zaak hem zo snel mogelijk te verwijderen, binnen de 24 uur. Hoe langer de teek blijft zitten, hoe groter het mogelijke risico. Er zijn enkele belangrijke richtlijnen waar je op moet letten.

  • Verdoof de teek niet met ontsmettingsmiddel, alcohol, olie, zalf… Dan spuwt de teek namelijk zijn maaginhoud in je bloed, dat wil je allicht liever niet.
  • Een teek verwijder je met een tekentang, te koop bij de apotheek. Geen tekentang in huis? Geen probleem, een gewoon pincet is ook goed. Zelfs met je handen moet het lukken, al is een pincet natuurlijk iets nauwkeuriger.
  • Pak de teek bij de kop vast, zo dicht mogelijk tegen de huid, en trek het beestje er in één krachtige opwaartse beweging uit. Belangrijk! Knijp niet op het achterlichaam (denk aan de maaginhoud). Draai ook niet met het pincet, met het idee dat je het beestje er zo makkelijker uit krijgt. De kans bestaat dat er restjes in je huid blijven steken.
  • Controleer of je alles van de teek hebt kunnen verwijderen en ontsmet. Een bezoek aan de huisarts is in principe niet nodig, tenzij je de teek er zelf niet uit krijgt of vreest dat er restanten van de teek achtergebleven zijn.
  • Noteer de datum van de beet, waar de teek gebeten heeft, maak desnoods een foto van de plaats van de beet of van de teek zodra je die verwijderd hebt. Teken een cirkel rond de plaats van de beet en hou die plek de komende dagen en weken in de gaten.

Wat doet lyme met je lichaam?

Alert zijn op symptomen van een besmetting is de boodschap: hoe sneller je erbij bent, hoe makkelijker te behandelen.

  • In een eerste stadium, 3 dagen tot 3 maanden na de beet, volstaat een eenvoudige antibioticakuur. Ontwikkel je in die periode een steeds groter wordende rode kring rond de beet die in het midden lichter van kleur is (erythema migrans) en/of griepsymptomen, is een bezoek aan de huisarts dus op zijn plaats.
  • In een volgend stadium kan je last krijgen van pijn in je armen of benen, dubbel zicht, hartritmestoornissen of gelaatsspierverlamming. Dat is meestal enkele weken of maanden nadat je gebeten bent.
  • In een nog verder stadium, dat zich nog maanden tot jaren na de beet kan doorzetten, kan je last krijgen van pijnlijke en gezwollen gewrichten en huidletsels. Je spieren, je hart en je zenuwstelsel worden verder aangetast.

Hoe later de behandeling start, hoe langer het herstel duurt

Verschijnt er een steeds groter wordende rode vlek of kring rond de beet? Voel je een paar dagen of weken later niet goed? Ga naar de huisarts en vertel dat je door een teek gebeten bent. Via bloedonderzoek kan hij of zij nagaan of er een besmetting is met de bacterie die lyme kan veroorzaken. Vrees niet meteen dat je dan al ziek bent: er wordt een antibioticakuur voorgeschreven om dat te vermijden.

De ziekte doorloopt niet altijd netjes die drie stadia en niet iedere besmette persoon ontwikkelt dezelfde klachten. Een van de factoren waarom lyme soms onopgemerkt blijft. In het algemeen geldt: hoe langer je wacht met behandeling, hoe langer het herstel duurt. De meeste klachten zijn te genezen, maar de behandeling is complex. Sommige mensen blijven ook nadien nog kampen met problemen als vermoeidheid, concentratieproblemen en spier- en gewrichtspijn.

UZ Gent test kandidaat-vaccin tegen lyme op mensen

Het universitair ziekenhuis van Gent werkt mee aan een internationaal onderzoek naar een vaccin tegen de ziekte van Lyme. Voor het eerst worden de effecten van een kandidaat-vaccin op mensen onderzocht. Het is de eerste studie in een heel lange reeks. U leest er hier alles over

Meest gelezen