Nieuw-Zeeland vindt het warm water uit en produceert energie

Geologen hebben in de Alpine Fault, de belangrijkste breuklijn in Nieuw-Zeeland, erg heet water gevonden dat gebruikt kan worden om energie te produceren. Dat zou erg belangrijk zijn voor het land, dat nu al veel geothermische energie uit de grond haalt.
John Townend

De proefboringen werden uitgevoerd in de Alpine Fault, nabij de bij toeristen erg bekende Franz Josef-gletsjer op de westkust van het Zuideiland. De geologen wilden de samenstelling van de bodem onderzoeken, maar stuitten daarbij op erg heet water in grote hoeveelheden. Het resultaat van het onderzoek is gepubliceerd in het magazine Nature.

Volgens professor Rupert Sutherland van de Victoria Universiteit van Wellington, die de proefboringen leidde, "kan de vondst economisch heel belangrijk zijn voor Nieuw-Zeeland". De Alpine Fault loopt honderden kilometers lang doorheen het Zuideiland en zou dus enorme hoeveelheden van dat hete water kunnen bevatten.

Op een diepte van 630 meter bereikt het een temperatuur van 100 graden Celsius. Normaal bereikt water dat slechts op een diepte van drie kilometer. Die hoge temperatuur is het kookpunt aan de oppervlakte, maar niet ondergronds omdat het water daar onder erg hoge druk staat. Met de stoom van dat water zou nu elektriciteit opgewekt kunnen worden voor de zuivelindustrie in dat deel van het land. Melk en melkpoeder horen bij de belangrijkste uitvoerproducten.

Professor Sutherland ziet twee mogelijkheden voor het warme water. Of dat wordt opgewarmd door het opstuwen van hete rotsen uit de diepte van de aarde of het gaat om smeltwater van de gletsjer dat verhit wordt in contact met warm gesteente.

Nieuw-Zeeland betrekt nu al 15% van zijn energie uit geothermische bronnen, meestal in de regio Taupo op Noordeiland. De Alpine Fault is een van de actiefste breuklijnen ter wereld en er vinden regelmatig aardbevingen plaats. In dat deel van het land zijn er echter weinig grote steden, wat het risico op schade vermindert.

AP2007

Meest gelezen