UZ Leuven bouwt eerste centrum voor protontherapie in België

Dankzij protontherapie kunnen kwaadaardige tumoren heel gericht worden bestraald, waardoor er dus minder gezond weefsel wordt aangetast. Voor kinderen met kanker of patiënten met een tumor dicht bij belangrijke organen zoals de hersenen, is protontherapie een grote stap vooruit, zegt Karin Haustermans, diensthoofd radiotherapie-oncologie in UZ Leuven. "De volledige dosis straling wordt afgegeven in de tumor. Er is dus geen straling in de gezonde weefsels. Dat is anders dan bij fotonen (de huidige vorm van bestraling, red.), waarbij er wel uitgaande straling is."

Vandaag moeten patiënten voor de behandeling naar Duitsland of Zwitserland reizen, maar over een tweetal jaar moet het dus ook in Leuven kunnen. Geschat wordt dat in België, volgens de huidige standaardindicaties, jaarlijks 150 tot 200 patiënten in aanmerking komen voor protontherapie. Maar dat aantal zal in de toekomst wellicht stijgen.

Omdat de therapie radioactieve straling veroorzaakt, komen de toestellen in bunkers met dikke betonnen muren die bijna volledig onder de grond liggen. Om toch natuurlijk daglicht binnen te laten vallen, wordt gebruikgemaakt van patio’s. Bovenop de bunkers komen groene terrassen met daktuinen.

Het project is een samenwerking tussen vijf universitaire ziekenhuizen over de taalgrens heen. UZ Leuven, KU Leuven, Cliniques universitaires Saint-Luc en UCL investeren in het nieuwe behandel- en onderzoekscentrum, en werken daarvoor samen met UZ Gent, UZ Antwerpen en UZ Brussel.

De totale kostprijs voor de gebouwen en bestralingstoestellen bedraagt 45 miljoen euro. 5 miljoen daarvan komt van de Vlaamse Overheid. Saint-Luc en UCL nemen 6 miljoen euro voor hun rekening, een bedrag dat grotendeels uit fondsenwerving werd gehaald. UZ Leuven en KU Leuven nemen de overige investeringskosten op zich. "We denken dat het de taak is van een academisch ziekenhuis om voor innovatie te gaan en we zijn ervan overtuigd dat deze behandeling in de toekomst meer en meer zal worden gebruikt", zegt Haustermans.

Betekent dit op termijn dan het einde van chemotherapie? "Dat is nog niet voor morgen", luidt het. "De toekomst ligt bij multidisciplinair samenwerken, met gecombineerde therapieën."