"Een superstorm die nu één keer om de 15 jaar plaatsvindt, zal jaarlijkse kost worden"

2016 was het jaar waarin het warmterecord voor de derde maal op rij werd gebroken en volgens de Vlaamse klimaatwetenschapper Wim Thiery is het te verwachten dat die warmterecords keer op keer gaan sneuvelen. Thiery (30) werd onlangs door het Amerikaanse tijdschrift Forbes uitgeroepen tot een van de toonaangevende vernieuwers in Europa. Hij werpt een blik op de toekomst en ontkracht 5 verkeerde opvattingen over klimaatverandering in een tijdperk waarin er met Donald Trump een ontkenner van de klimaatverandering in het Witte Huis zit.
Een cumulonimbus - een stormwolk - boven Afrika (foto: NASA/ISS)

Voor het derde jaar op rij is het warmterecord gebroken. Met een gemiddelde van 14,8 graden Celsius is 2016 officieel het warmste jaar sinds het begin van de metingen in 1880. Heel uitzonderlijk is dat niet. Warme en koude jaren wisselen elkaar nu eenmaal continu af. Soms jaar na jaar, soms pas om de twee of drie jaar.

Het gaat hem echter om de lange termijntrend van de opwarming. Die lijn blijft stijgen. Stel nu dat 2017 een kouder jaar wordt, toch zal dat nog steeds warmer zijn dan de koude periodes x-aantal jaren geleden. “Het is te verwachten dat die warmterecords keer op keer gaan sneuvelen”, stelt klimaatwetenschapper Wim Thiery. “Dat is echt alarmerend omdat er bepaalde componenten zijn in het klimaatsysteem die daar fel op reageren, zoals grote meren en irrigatie.”

De rol van water

Thiery heeft specifiek onderzoek gevoerd naar de rol van water in het klimaat. Met als focus de invloed van grote meren en irrigatie op de atmosfeer. “Daarbij heb ik ondervonden dat de opwarming van de aarde een toename zal betekenen van extremen.” Dat stelde het Europees Milieu Agentschap (EMA) deze week ook in zijn klimaatrapport.

Thiery voerde onder andere onderzoek uit op het grootste meer van Afrika: het Victoriameer, gelegen op het grensgebied van Tanzania, Kenia en Oeganda. “Ik heb ondervonden dat de stormen en de stormpatronen boven een meer compleet verschillen van die boven het land”, vertelt hij. Landelijke stormen vinden eerder overdag plaats, terwijl stormen boven het meer ’s nachts evolueren. Dat komt door de aanwezigheid van de zee- en landbries, twee windpatronen die surfers ook vaak gebruiken.

“De klimaatverandering zal die zware stormen versterken en in de toekomst zullen ze ook in frequentie toenemen als we CO2 blijven uitstoten." Vóór het onderzoek van Thiery was het onmogelijk om die stormen te modelleren, laat staan ze te voorspellen. Thiery ontwikkelde een model om de frequentie van die stormen te berekenen: "Als we uitgaan van een "business as usual"-scenario, waarbij de uitstoot van broeikasgassen verder blijft stijgen, zal een superstorm die in het huidige klimaat een keer om de vijftien jaar plaatsvindt, op het einde van de eeuw daar jaarlijkse kost zijn", voorspelt hij.

Ook irrigatie heeft een invloed op het lokale klimaat, namelijk een licht afkoelend effect op hittegolven. Irrigatie zorgt ervoor dat de beschikbare energie op aarde gebruikt wordt om irrigatiewater te verdampen. Mochten we stoppen met irrigeren dan zouden er daardoor in de toekomst meer hittegolven komen in gebieden waar vandaag veel geïrrigeerd word, zoals India.

Daarnaast kan een warmere atmosfeer meer vocht bevatten vooraleer de lucht verzadigd is en wolken vormt. In België mogen we ons in de zomermaanden verwachten aan meer intense regenvallen, want uit een warmere atmosfeer kan dus meer neerslag vallen. "De voorspelde toename in intense neerslag en de stijging van de zeespiegel zorgen er samen voor dat het risico op overstromingen hier gevoelig zal toenemen. Dit zal vooral te merken zijn aan de kust en in de laaggelegen gebieden van België, zoals West- en Oost-Vlaanderen en delen van Antwerpen", vertelt Thiery. Zonder de maatregelen die we nu al grotendeels hebben genomen, zoals het aanleggen van dijken, zouden die gebieden onder water komen te staan.

Is die klimaatverandering nu wel echt?

“Er is over het algemeen een groter bewustzijn van het probleem. Maar ik sta er wel van versteld hoe vaak ik nog de vraag krijg: is dat nu wel écht die klimaatverandering? Veel mensen geloven het nog steeds niet.”

Een van de bekendste klimaatontkenners is de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump. Hij gaat zelfs zo ver dat hij het Akkoord van Parijs niet wil naleven. “Klimaatverandering is een mondiaal probleem. Daarom is het echt noodzakelijk dat alle landen samenwerken om een oplossing te vinden. Het Akkoord van Parijs bracht alles in een stroomversnelling. Als de VS of andere landen zich zullen terugtrekken, dan zal het zeer moeilijk worden om de opwarming van de aarde tot twee graden Celsius te beperken.”

Hoe extreem de toename van superstormen, hittegolven of zware regenval uiteindelijk zal zijn, hangt af van hoeveel CO2 we de komende jaren nog zullen uitstoten. Als we voortdoen zoals we bezig zijn, kan de stijging van de zeespiegel meer dan tien meter zijn. Maar het kan ook minder dan een halve meter zijn.

“Ik moet eerlijk zijn: dat is enkel bij een sterke afname van de broeikasgasuitstoot", vertelt Thiery. "In zo'n scenario mag er, bijvoorbeeld, binnen enkele jaren geen ontbossing meer zijn of mogen we binnen de tien jaar niet meer met een verbrandingsmotor rijden. Zo ver staan we helemaal niet. Integendeel: sommige vandaag geobserveerde gebeurtenissen, zoals het smelten van het ijs op Groenland, waren ons worst case scenario een aantal jaar geleden. We moeten dus beter doen en vermijden wat we kunnen vermijden.”

5 verkeerde opvattingen over klimaatverandering

Er doen heel wat verkeerde opvattingen de ronde over de klimaatverandering. Thiery somt er 5 op en ontkracht ze:

1. Klimaatverandering wordt niet veroorzaakt door de mens.

"Er is overweldigend wetenschappelijk bewijs dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van het klimaat door de uitstoot van CO2 en methaan. Zo is er een rechtstreeks verband tussen de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en de stijging van het klimaat in gebieden waar er een dichtbevolkte populatie is zoals Europa, Noord-Amerika en China. Ook in andere gebieden is er een temperatuurstijging."

2. In België zitten we safe.

"Als we evenveel CO2 blijven uitstoten, zullen we in België te maken krijgen met gevolgen zoals een stijgende zeespiegel, meer frequente en intense hittegolven, een verlies aan biodiversiteit en een groter overstromingsrisico. Bij de stijging van de zeespiegel zit het venijn in de staart: omdat het zo’n trage component is in het klimaatsysteem, blijft die nog stijgen lang nadat de laatste ton CO2 is uitgestoten. De keuze die we vandaag maken, heeft dus een impact op de komende eeuwen: zal de zeespiegel minder dan een halve meter of meer dan 10 meter stijgen?"

3. We hebben nog genoeg tijd.

"Een van de belangrijkste parameters om te bepalen of we de opwarming van de aarde tot twee graden Celsius kunnen beperken, is het tijdstip waarop een wereldwijde daling van de CO2-uitstoot wordt ingezet. Stel je voor: je bent op weg naar een berghut met een rugzak vol proviand. Aan het tempo waarmee je nu van je proviand smult, is je rugzak overmorgen al leeg. Maar je moet zeker nog een hele week stappen. Hoe sneller je je eetgewoonte aanpast, hoe minder je op het einde van de week zal moeten rantsoeneren. Hetzelfde geldt voor de hoeveelheid CO2 die we mogen uitstoten. Hoe sneller we die kunnen laten dalen, hoe geleidelijker de daling zal kunnen verlopen."

4. Ik kan zelf niets doen.

"Actie zal nodig zijn van zowel beleidsmakers, organisaties, individuen als lokale gemeenschappen. Je kan als individu een verschil maken. Twee voorbeelden:

  • Eet minder vlees, of vervang rundsvlees door gevogelte in je dagelijkse voeding. De productie van vlees veroorzaakt veel meer broeikasgassen. Een koe stoot jaarlijks evenveel broeikasgassen uit als 4,5 auto’s, ofwel 70.000 km rijden.
  • Divest. Mogelijk bezit jouw bedrijf of school aandelen in fossiele industrieën. In dat geval kan je er binnen je organisatie voor ijveren om die van de hand te doen. Grote universiteiten als Harvard en Oxford gingen ons hierin al voor en verkochten al hun olieaandelen. Een recent voorbeeld van bij ons, is de open brief waarin 300 professoren, alumni en de studentenraad van de KU Leuven hun universiteit vragen om niet meer te investeren in fossiele brandstoffen. Ook indien je zelf aandelen zou hebben in zulke industrieën, kan je aan je bank vragen om die te vervangen door duurzame alternatieven."
     

5. De oliereserves zijn toch bijna op.

"Het grootste deel van de fossiele reserves, naar schatting meer dan 80 procent, zal onder de grond moeten blijven om de opwarming van de aarde ruimschoots onder de twee graden Celsius te houden."

Meest gelezen