Darwin krijgt dan toch gelijk: apen zijn fysiek in staat om te praten

Uit een internationaal wetenschappelijk onderzoek, waar ook de VUB aan heeft meegewerkt, blijkt dat apen over de juiste fysieke kenmerken beschikken om te kunnen praten. Alleen zijn hun hersenen niet in staat om de juiste signalen te geven aan hun spraakorganen. De studie werd vanavond gepubliceerd in ScienceAdvances.

Tot de jaren 60 waren er twee hypotheses over waarom primaten niet konden praten. Volgens de ene was dat omdat de spraakorganen van primaten niet juist gebouwd zijn, volgens de andere omdat de hersenen niet de juiste signalen zouden geven aan die spraakorganen. Charles Darwin was een aanhanger van die laatste theorie.

Na een onderzoek in de jaren 60 verdween de theorie die Darwin steunde naar de achtergrond. Uit een onderzoek van de spraakorganen van dode apen, moest blijken dat de spraakorganen wel degelijk niet in staat waren om taal te produceren. Sindsdien is dat de belangrijkste theorie in studieboeken, maar na vandaag komt daar wellicht verandering in.

Wetenschappers hebben ontdekt dat de spraakorganen van apen wel degelijk in staat zijn om taalklanken te produceren. Alleen kunnen apen ze niet uitbrengen, omdat hun hersenen niet de juiste signalen uitsturen. De onderzoekers, onder anderen VUB-onderzoeker Bart De Boer, kwamen daar achter door röntgenbeelden te analyseren van levende apen.

Archeologisch onzichtbaar

De studie werpt een nieuw licht op de geschiedenis van ons taalgebruik. Wetenschappers zijn het immers niet eens over wanneer de mens is beginnen te praten, voornamelijk omdat spraak archeologisch onzichtbaar is en er dus onvoldoende bewijzen (kunnen) zijn.

De bevindingen uit deze studie duiden erop dat het niet de evolutie is van onze mond, tong en stembanden die ons deed praten, maar wel de evolutie van onze hersenen. Omdat onze hersenen de juiste signalen sturen naar onze spraakkanalen kunnen wij spreken. Een aap met de hersenen van een mens zou dus honderduit kunnen praten.

Meest gelezen