Zee-ijs breekt diepterecords op Noord- en Zuidpool

Ongewoon hoge luchttemperatuur en een warme oceaan hebben het zee-ijs op de Noordpool tot een historisch dieptepunt doen krimpen. Ook op Antarctica zijn records gesneuveld, zegt het Amerikaanse National Snow and Ice Data Center (NSIDC).
Opgebroken ijs in de Weddell-zee, met bovenaan open water (foto: J.Beitler/NSIDC)

Op de Noordpool strekte het zee-ijs zich in november uit over gemiddeld 9,08 miljoen vierkante kilometer. Dat is 1,95 miljoen kilometer minder dan het gemiddelde tussen 1981 en 2010.

De oppervlakte verminderde in het midden van de maand met zo'n 50.000 vierkante kilometer, vooral in de Barentszzee ten noorden van Noorwegen, Finland en Rusland. Zo'n vermindering in november is zo goed als nooit eerder voorgekomen in de satellietmetingen. Enkel in 2013 was er wel al eens een beperkte terugval met 14.000 vierkante kilometer.

November is daarmee al de zevende maand dit jaar met een historisch kleine oppervlakte aan ijs. NSIDC-wetenschappers wijten dat aan een combinatie van ongewoon warm oceaanwater, warme lucht en aanhoudende winden uit het zuiden, die het aangroeien van ijs bemoeilijken. De lucht- en watertemperaturen lagen in november respectievelijk 10 en 4 graden boven het normale gemiddelde.

"Het lijkt op een driedubbele slag", zegt Julienne Stroeve van NSIDC in het Noorse Spitsbergen. "Een warme oceaan, een warme atmosfeer en een windpatroon werken allemaal samen tegen ijs in het noordpoolgebied."

A2011

Zuidpool

Ook aan de andere kant van de planeet krimpt het ijs snel. In november haalde het zee-ijs dat Antarctica omringt, een gemiddelde oppervlakte van 14,54 miljoen vierkante kilometer, maar liefst 1,81 miljoen vierkante kilometer onder het gemiddelde tussen 1980 en 2010.

Ook hier speelt warme lucht waarschijnlijk een belangrijke rol, in combinatie met snelle veranderingen in de windpatronen rond Antarctica.

De lucht die er 2 tot 4 graden Celsius warmer is dan normaal, en de sterke westenwinden die vroeger dan normaal gekomen zijn, veroorzaakten samen dat het zee-ijs meer verspreid werd. Daarna werd de wind meer veranderlijk, en kregen drie gebieden vooral noordenwinden te verwerken, waardoor het weinig geconcentreerde zee-ijs samengeperst werd rond Wilkes Land, Dronning Maud Land, Enderby Land, en het Antarctisch schiereiland.

Bovendien zijn er in het oosten van de Weddell-zee, de Amundsen- en de Ross-zee verschillende grote zogenoemde polynas verschenen, stukken open water in het zee-ijs.

"Het Antarctisch zee-ijs stelt ons dit keer echt wel voor raadsels", zei Ted Scambos, een van de belangrijkste wetenschappers bij het NSIDC. "We kunnen een aantal dingen zeggen over wat er gebeurd is, maar we moeten de zaken nog nauwkeuriger bekijken."

"Het Arctisch gebied krijgt meestal de meeste aandacht", maar deze maand heeft Antarctica alles op zijn kop gezet en is het het zuidelijke zee-ijs dat voor verrassingen zorgt", zei Walt Meier, een wetenschapper van de NASA die ook voor NSIDC werkt.

De wetenschappers van het NSIDC zien overigens een duidelijk verband tussen de gestegen uitstoot van het broeikasgas CO2 en de afname van het zee-ijs: per extra ton CO2 in de atmosfeer gaat er drie vierkante meter zee-ijs verloren.

AP2011

Zee-ijs en CO2

Deze grafiek toont de verhouding tussen de omvang van het zee-ijs in september van 1953 tot 2015, en de cumulatieve uitstoot van CO2 sonds 1850. De grijze ruiten zijn de gegevens van individuele satellieten, de cirkels stellen waarnemingen van voor de satellieten voor. De volle rode lijn toont het gemiddelde over 30 jaar. De stipplelijn toont de lineaire verhouding van 3 vierkante meter zee-ijs per metrische ton CO2. (Illustratie: J.Stroeve/NSIDC)

Meest gelezen