Melk van Tasmaanse duivels doodt resistente bacteriën

Melk van Tasmaanse duivels kan mogelijk ingezet worden in de strijd tegen "superbacteriën", bacteriën die resistent zijn aan bijna alle antibiotica. Dat blijkt uit een studie van Australische onderzoekers. Het onderzoek staat wel nog in de kinderschoenen, en een praktische toepassing is zeker nog niet voor morgen.
Een Tasmaanse duivel.

Tasmaanse duivels zijn buideldieren, wat betekent dat hun jongen in een zeer vroeg stadium van hun ontwikkeling geboren worden, en dan in de buidel de rest van hun ontwikkeling doormaken. Als ze geboren worden, is hun immuunsysteem, dat hen verdedigt tegen onder meer bacteriën, nog niet volledig ontwikkeld, en de onderzoekers veronderstelden dan ook dat buideldieren bijzonder krachtige chemische stoffen in hun melk moesten hebben om de hulpeloze jongen te beschermen. 

"Buideldieren baren zeer onderontwikkelde jongen na een erg korte dracht van hoogstens 30 dagen", zei Emma Peel van de University of Sydney, de belangrijkste auteur van de nieuwe studie, aan "Live Science". "Na de geboorte ontwikkelen de jongen zich verder in de buidel van de moeder, en die bevat een groot aantal verschillende bacteriën, waarvan sommige schadelijk kunnen zijn."

"Aangezien de jongen nog geen volledig functionerend immuunsysteem hebben, vroegen we ons af hoe ze konden overleven in een 'vuile' buidel."

© CDC/PHANIE - www.belgaimage.be

MRSA, Methicilline-resistente Staphylococcus aureus of gouden stafylokok, een "superbacterie" (foto: National Institute of Allergy and Infectious Diseases).

Cathelicidines

Peel en haar team ontdekte dat de melk en de binnenkant van de buitenkant verschillende krachtige peptiden bevatten, die kunnen werken als een natuurlijk antibioticum. Peptiden zijn meestal kleine moleculen die bestaan uit een klein aantal aminozuren, die verbonden zijn met een speciale verbinding, een peptidebinding. 

De peptiden in kwestie worden cathelicidines genoemd,  en mensen hebben er slechts één, Tasmaanse duivels hebben er zes, en hun neven de opossums hebben er zelfs twaalf.

De cathelicidines bleken in de buidel in staat om bacteriën te doden, en twee van de zes cathelicidines bleken in labotesten ook effectief tegen "superbacteriën" uit de groepen van de methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) en de vancomycine-resistente Enterococcus faecalis (VRE), een darmbacterie. Een derde cathelicidine werkte tegen schimmels.

Door overmatig en verkeerd gebruik van antibiotica hebben bacteriën zich aangepast zodat de middelen niet meer of niet goed meer werken. "Superbacteriën" die bestand zijn tegen veel van de antibiotica die gebruikt worden om infecties te bestrijden, behoren nu tot de meest schadelijke bacteriën die we kennen. MRSA en VRE zijn twee van de meest voorkomende "superbacteriën".

Vancomycine-resistente enterokokken (VRE), een andere "superbacterie".

Beginstadium

"De peptiden van de Tasmaanse duivel tonen duidelijk het potentieel van buideldieren om in de toekomst nieuwe alternatieven te verschaffen voor antibiotica", zei Peel. "Als we de genomen van meer buideldieren in kaart zullen brengen, zal ons dat toelaten de antibacteriële werking van dergelijke peptiden bij andere buideldieren te identificeren en te onderzoeken."

Het onderzoek is wel nog in zijn beginstadium, en meer onderzoek is nodig voordat er andere tests kunnen uitgevoerd worden dan in onderzoeksschaaltjes in het labo, zei Peel. Daar zal zeker nog enige tijd overgaan.

Peel denkt dat het ook mogelijk is dat onderzoekers nog andere toepassingen vinden voor de peptiden uit de melk. "Voorlopig hebben we nog geen andere eigenschappen onderzocht van de peptiden dan hun vermogen om bacteriën te doden, maar misschien kunnen de peptiden van de Tasmaanse duivel in de toekomst wel een nieuw 'supervoedsel' worden", zei ze.

Tasmaanse duivel

Tasmaanse duivels zijn ongeveer 60 centimeter lange, zwarte buideldiertjes met een lange staart. Het zijn roofdieren die prooien aankunnen die groter zijn dan zij zelf, en er werd driftig op gejaagd omdat ze een gevaar vormen voor huisdieren en gevogelte. Daardoor is hun populatie drastisch afgenomen. Vroeger kwamen ze in heel Australië voor, nu alleen nog op het eiland Tasmanië, en ze staan op de lijst van met uitsterven bedreigde diersoorten.

Maar de jacht is niet de enige reden waarom de dieren op die lijst terecht zijn gekomen. De populatie wordt namelijk getroffen door een besmettelijke vorm van kanker. Die werd ontdekt in de jaren 90 en heeft sindsdien al 60 procent van de populatie uitgeroeid.

De ziekte is zo wijdverspreid onder de Tasmaanse duivels omdat de dieren - die zeer vechtlustig zijn en vaak met elkaar vechten over prooien - elkaar kunnen infecteren tijdens vechtpartijen. Ze geven de tumorcellen door als ze elkaar bijten. Er wordt nu getracht om met enkel gezonde dieren kweekprogramma's op te zetten.

Meest gelezen