Nederlands-Belgische expeditie: "Toestand Oost-Antarctica lijkt onrustwekkend"

Een maand lang hebben twee wetenschappers - Stef Lhermitte (KU Leuven) en Mark Eijkelboom (Universiteit Utrecht) - onderzoek gedaan naar de stabiliteit van de ijsplaten op Oost-Antarctica. Sinds zaterdag zijn ze terug. Hun data moeten nog geanalyseerd worden, maar ze lijken alvast op eerder onrustwekkende resultaten voor West-Antarctica.
Archieffoto

IJsplaten zijn bijzonder belangrijk voor de stabiliteit van de ijskap omdat deze drijvende delen een bufferfunctie vervullen die verhinderen dat landijs wegstroomt in de oceaan.

Uit een eerdere expeditie in het kader van dit onderzoeksproject is in 2014 gebleken dat de ijsplaten op West-Antarctica door de warme zomer onstabieler geworden zijn en deels opbraken. Uit boringen in de sneeuwlagen bleek bovendien dat het smelten zich zeer lokaal voordoet afhankelijk van plaatselijke weersverschijnselen - zoals winden - en sterk verschilt van jaar tot jaar. Vooral de regio dicht bij de rand van de ijsplaten bleek zeer gevoelig voor klimaatverandering.

"De expeditie is zonder problemen verlopen en we hebben nog veel meer gegevens kunnen verzamelen dan we eerder hadden gepland. De eerste bevindingen lijken onze vermoedens te bevestigen dat er lokaal heel veel smeltwater voorkomt en dat er op dat vlak veel gelijkenis is met de toestand op West-Antarctica. Het is evenwel nog te vroeg om uitspraken te doen over het effect van dit smeltproces op de stabiliteit van de ijsplaten", klinkt het. 

Meest gelezen