Bondgenoten van Azteken offerden Spaans konvooi en aten het op

Het moet een van de ergste nederlagen zijn in de dramatische verovering van het rijk van de Azteken door de Spaanse conquistador Hernan Cortes: amper een jaar nadat Cortes in Mexico geland was, werden honderden mensen uit een Spaans konvooi gevangen genomen, geofferd en blijkbaar opgegeten. Opgravingen in Zultepec-Tecoaque, een site iets ten oosten van Mexico-Stad, hebben tal van details opgeleverd over die bloedige episode. Dat hebben Mexicaanse archeologen bekendgemaakt.
Enkele skeletten van Spanjaarden uit Zultepec-Tecoaque.

Het konvooi dat uit Cuba kwam, vormde de tweede expeditie naar het rijk van de Azteken, en het was een jaar na de landing van Cortes in 1519 op weg naar de hoofdstad van de Azteken met voorraden en bezittingen van de conquistadores.

Het bestond uit een 15-tal Spanjaarden met paarden, 45 voetvolk-soldaten, onder wie mensen uit Cuba van Afrikaanse en Indische afkomst, een aantal vrouwen en een 350-tal inheemse bondgenoten van de Spanjaarden, onder wie Maya's en andere groepen.De etnische afkomst en het geslacht van de mensen in het konvooi werden bepaald aan de hand van de kenmerken van hun schedels.

Volgens sommige schattingen bestond het konvooi in totaal uit zo'n 550 mensen, en Cortes was gedwongen het konvooi alleen te laten omdat hij moest afrekenen met een opstand van de Azteken in de hoofdstad.

Iets ten oosten van wat nu Mexico-Stad is, in de stad Zultepec-Tecoaque, werd het konvooi overvallen en gevangengenomen door de inwoners, die Texcocanos of Acolhuas genoemd worden en die bondgenoten waren van de Azteken.

Ongetwijfeld zullen de Texcocanos verbaasd gekeken hebben naar de onbekende dieren die de Spanjaarden bij zich hadden, en ook naar de Europese, Afrikaanse en Indische mensen. Bij de opgravingen in de ruïnes van Zultepec-Tecoaque werden immers kleifiguurtjes gevonden van de vreemde rassen, met hun vreemde trekken, die de plaatselijke inwoners ofwel zelf gemaakt hebben, ofwel hebben laten maken door de gevangenen. 

De kleifiguurtjes zijn later symbolisch onthoofd, maar dat was nog niets vergeleken met wat de gevangenen te wachten stond. Het blijkt immers dat die maandenlang, wel zes maanden, gevangen werden gehouden in cellen zonder deuren, waar ze gevoed werden en in leven gehouden. Een voor een werden de gevangenen, mannen, vrouwen, kinderen en zelfs de paarden, dan geofferd en blijkbaar opgegeten door de inwoners van de stad.

"Het doel van de mensenoffers was de goden om bescherming te vragen tegen de vreemde indringers", zei het Nationaal Instituut voor Antropologie en Geschiedenis in een verklaring. 

De etnische afkomst van de leden van het konvooi werd vastgesteld aan de hand van de kenmerken van hun schedel.

Vrouwen verzwegen

De Spanjaarden hebben later geschreven over het bloedbad in 1520, maar een aantal zaken vermelden ze niet. "Interessant is dat historische bronnen, voornamelijk Spaanse kroniekschrijvers, de aanwezigheid van vrouwen in het konvooi niet vermelden, en hier vinden we een grote aanwezigheid van vrouwen" bij de overblijfselen die tot nu toe opgegraven zijn, zei regeringsarcheoloog Enrique Martinez, die dit jaar de opgravingen op de site leidt.

Geschat wordt dat er tien kinderen en 50 vrouwen in het konvooi zaten, en de eerste Europese vrouwen die in Mexico aan land gingen, werden niet bepaald galant ontvangen. Net zoals de mannen, werden ze blijkbaar maandenlang opgesloten in de ommuurde ruimten, waar voedsel in werd geworpen, mogelijk door kleine raampjes, en ze werden allemaal gedood.

En verleden week bleek nog uit een nieuwe vondst dat een vrouw op het centrale plein van de stad geofferd werd en dat haar ledematen afgesneden werden. Vervolgens werd de schedel van een kind van een jaar, dat blijkbaar ook geofferd was, in haar bekken geplaatst, waarschijnlijk om symbolische maar nog onduidelijke redenen.

Een van de vrouwen uit het konvooi werd op het centrale plein van de stad symbolisch geofferd, samen met een kind.

Varkens niet opgegeten

Opvallend is dat een aantal varkens die de Spanjaarden als voedsel bij zich hadden, blijkbaar zo argwanend bekeken werden, dat de Texcocanos ze wel gedood hebben, maar niet opgegeten. "De varkens werden geofferd en in hun geheel verstopt in een ondiepe waterput, maar er zijn geen aanwijzingen dat ze ook bereid werden", zei archeoloog Martinez.

De skeletten van de gevangen Europeanen daarentegen waren uit elkaar getrokken en er werden snijsporen gevonden op de beenderen, waaruit blijkt dat het vlees van de beenderen werd gehaald. En ook de paarden werden blijkbaar opgegeten, en van een rib-been van een paard werd een muziekinstrument gemaakt.

De bezittingen van de Spanjaarden lieten de indianen dan weer blijkbaar onverschillig. Een dure en fijn afgewerkte faience schaal uit Europa werd in de waterput gegooid, net als de juwelen van de Spanjaarden, en hun sporen en stijgbeugels, die de Texcocanos toch niet konden gebruiken. 

Een rib van een paard werd door de Texcocanos versierd met inkepingen en diende als een muziekinstrument.

Verstopt voor Cortes

De soldaten van Cortes keerden later terug naar de stad, en ze stelden vast dat de inwoners de hoofden van de gevangen Spanjaarden op een houten "schedelrek" hadden geplaatst, naast die van de paarden. Sommige onderzoekers leiden daaruit af dat de indianen geloofden dat het paard en zijn berijder één wezen waren. 

Toen Cortes hoorde wat er gebeurd was met zijn konvooi, stuurde hij een strafexpeditie om de stad te vernietigen, wat vreemd genoeg net geholpen heeft om de overblijfselen te bewaren.

De inwoners trachtten immers al de overblijfselen van de Spanjaarden te verstoppen door ze in de ondiepe waterputten te gooien, en ze verlieten de stad. "Ze hoorden dat Cortes op weg was naar hen, en wat ze vervolgens deden, was alles verstoppen", zei Martinez. "Als ze dat niet gedaan zouden hebben, zouden we al deze dingen niet gevonden hebben."

Overigens leeft de bloedige episode uit de geschiedenis voort in de tweede naam van Zultepec, Tecoaque. In het Nahuatl, de taal van de Azteken, betekent dat "de plaats waar ze hen opaten". En ondanks deze bloedige nederlaag veroverde Cortes het volgende jaar, in 1521, de hoofdstad van Azteken. 

In de waterputten werden ook grote hoeveelheden scherven van potten gevonden, waarvan de archeologen hopen dat ze die opnieuw kunnen aan elkaar lijmen.

Meest gelezen