Oudste Engelse kolonisten in Amerika opgegraven
De site van Jamestown in de staat Virginia wordt beschouwd als de wieg van Engels Noord-Amerika en bij uitbreiding dus ook van de Verenigde Staten.
De stad is nu een archeologische site geworden en op de plaats waar tussen 1608 en 1616 een protestants kerkje stond, zijn vier graven met beenderen ontdekt. Dat gebeurde twee jaar geleden al, maar de lichamen zijn nu onderzocht en op basis daarvan en door vergelijking met Engelse archieven konden ze worden geïdentificeerd.
Het gaat onder meer om het lichaam van de predikant Robert Hunt, de eerste anglicaanse dominee van de kolonie en dat van kapitein Gabriel Archer, die beiden deel uitmaakten van de eerste groep Engelse kolonisten in Jamestown. Daarnaast zijn ook de lichamen gevonden van sir Fernando Wainman, de eerste Engelse ridder die in Amerika begraven werd, en van kapitein William West die gedood werd in een gevechten met Indianen.
De stad van Pocahontas
Eind de 16e eeuw hadden de Engelsen al een paar keer geprobeerd om kolonies te stichten in Noord-Amerika, maar die werden telkens opgegeven, omdat de kolonisten zich daar niet konden handhaven.
Op 14 mei 1607 poogde een nieuwe groep Engelsen in opdracht van de Virginia Company dat nog een keer. Opnieuw waren er grote problemen met hongersnood, mislukte oogsten en spanningen met de Indianen, maar onder leiding van de avonturier John Smith hielden de kolonisten dit keer stand. Het was die Smith die door Indianen gevangengenomen werd en gered werd door de beroemde Pocahontas, de dochter van stamhoofd Powhattan.
Pocahontas of Rebecca zoals de Engelsen haar noemden, leidde indirect ook tot de redding van Jamestown. Zij trouwde met de kolonist John Rolfe die de tabaksteelt introduceerde en op die manier de kolonie Virginia economisch leefbaar maakte en zo de basis vormde voor de Engelse kolonisatie en de VS later. Jamestown zelf werd in 1699 verlaten en de inwoners trokken naar de nieuwe stad Williamsburg.
