Siberische mummie gebruikte marihuana tegen pijn

In 1993 vonden Russische onderzoekers op het Oekok-plateau in de Altaj-bergen de mummie van een jonge vrouw. De "Altaj-prinses" of de "Oekok-prinses" zoals ze genoemd wordt, leefde in de vijfde eeuw voor onze tijdrekening en het is duidelijk dat ze nog een twintiger was toe ze stierf.

Wat niet duidelijk was tot nu toe, was de oorzaak van haar dood. Om aan dat mysterie een einde te maken, hebben Russische geleerden nu een MRI-scan uitgevoerd op de mummie. Daaruit bleek duidelijk dat de vrouw leed aan borstkanker, en dat ze zelfs uitzaaiingen had. Daarnaast had ze ook nog de botinfectie osteomyelitis en vertoonde ze verwondingen die van een val afkomstig zouden kunnen zijn.

Die aandoeningen moeten pijnlijk geweest zijn, en mogelijk gebruikte de vrouw marihuana om de pijn te bestrijden. Een kokertje met marihuana werd in de buurt van haar mummie gevonden in de grafkamer.

De vrouw behoorde tot de Pazyryk, een steppenstam die nauw verwant was aan de Scyten, en die van de 5e tot de 3e eeuw voor onze tijdrekening in Zuid-Siberië leefde.

De Pazyryk hadden eerder Europese dan Mongoloïde trekken en het waren nomadische ruiters en herders met een verfijnde cultuur. Waarschijnlijk aanbaden ze de zon en de maan, en ook de dieren die voorkomen in hun vreemde tatoeages, de oudste ter wereld.

Ook de Altaj- of Oekok-prinses had tatoeages, van herten en sneeuwluipaarden. Haar mummie werd gevonden in een grafheuvel op het Oeoko-plateau en ze was erg goed bewaard omdat ze bedekt was met ijs.

Of ze inderdaad een prinses was, is twijfelachtig maar ze behoorde duidelijk tot de elite van de stam. Ze had fijne kleren uit wol en ook uit dure en zeldzame zijde. Bovendien was ze begraven met zes paarden om heen. Opvallend is dat haar hoofd kaal geschoren was en dat ze een pruik droeg.

De "Altaj-prinses" had onder meer een tatoeage van een hert.