Ook Kanaänieten hielden van een goed glas wijn

Op een archeologische site in Israël hebben Amerikaanse onderzoekers de resten van een wijnkelder uit de Bronstijd blootgelegd. De ontdekking helpt de stelling te bewijzen dat de inwoners van het Midden-Oosten 4.000 jaar geleden al een grondige kennis van de wijnbouw hadden.

De wijnkelder werd vorig jaar gevonden bij opgravingen van een oud paleis van de Kanaänieten in het noorden van Israël door een team archeologen verbonden aan de Brandeis University in de VS. Het paleis werd gebouwd in het midden van de Bronstijd, zo'n 3.500 tot 4.000 jaar geleden.

Concreet ontdekten de onderzoekers de resten van 40 wijnvaten opgeslagen in een afgesloten ruimte. Een analyse van de organische resten in de vaten toont aan dat ze ooit wijn hebben bevat.

Honing, hars, cederolie en jeneverbes

Bovendien blijkt uit de analyse dat de precieze samenstelling van de wijn in de verschillende vaten varieerde. De makers van de wijn voegden specifieke ingrediënten toe om unieke varianten te creëren. Zo zijn resten van honing, hars, cederolie en jeneverbes teruggevonden. Mogelijk gebruikten ze ook munt, mirte en kaneel.

De ontdekking helpt de stelling te bewijzen dat de inwoners van het Midden-Oosten 4.000 jaar geleden al een grondige kennis van de wijnbouw hadden. Ze waren in staat complexe wijnen te produceren waarbij ze rekening hielden met een evenwicht tussen bewaring, smaak en alcoholpercentage.

De volledige resultaten van het onderzoek zijn in het tijdschrift Plos One verschenen.

Meest gelezen