Slachtoffers ontdekt van vreselijke "Plaag van Cyprianus"

Archeologen hebben in Egypte enkele skeletten gevonden, resten van slachtoffers die overleden zijn aan een epidemie in de 3e eeuw. Die epidemie werd de "Plaag van Cyprianus" genoemd, naar de bisschop van Carthago die de vreselijke symptomen van de ziekte beschreef.

"De darmen ontladen voortdurend de kracht van het lichaam, en in het beenmerg ontstaat een brand die wonden veroorzaakt tot in de keel", zo beschrijft Cyprianus de ziekte. Hij was op dat moment de bisschop van Carthago.

"De ingewanden worden overhoop gehaald door het voortdurende braken en de ogen lijken in brand te staan door het bloed dat erin geĂŻnjecteerd raakt. Soms worden de voeten of een deel van de ledematen afgezet uit vrees voor besmetting van de zieke verrotting."

Het moet een vreselijke soort pest geweest zijn die toen door het Romeinse Rijk woedde. Volgens sommige bronnen vielen er tussen 250 en 271 na Christus tot 5.000 doden per dag. Cyprianus schreef dat hij vreesde voor het einde van de wereld. Wellicht gaat het om een variant van de virussen die vandaag verantwoordelijk zijn voor de mazelen of de pokken. De massale sterfte zou de val van het Romeinse Rijk ook bespoedigd hebben, zo vermoeden historici.

Een internationaal team van archeologen heeft nu de bevindingen gepubliceerd van de ontdekkingen die ze gedaan hebben bij een vroeger monument in de buurt van Luxor, dat vroeger Thebe heette. Ze vonden onder meer schedels en lichaamsresten onder een dikke laag kalk, dat vroeger gebruikt werd als ontsmettingsmiddel. Door onderzoek hebben ze achterhaald dat het gaat om slachtoffers van de "Plaag van Cyprianus".

Meest gelezen