Koloniale dammen sturen evolutie van vissen in Connecticut

Nadat het fenomeen eerder al bij de elft was vastgesteld, blijkt nu ook de evolutie van de zonnebaars danig beïnvloed door de koloniale dammen die 300 jaar geleden op de rivieren en de meren van de Amerikaanse staat Connecticut zijn gebouwd. Dat blijkt uit onderzoek aan de Landbouwuniversiteit in Zweden.

Lang voor de VS onafhankelijk werd, hebben kolonisten meren en rivieren in Connecticut ingedamd. Verschillende vissoorten die doorheen het jaar de zee voor de meren ruilden en vice versa zagen hun migratiepatroon hierdoor gedwarsboomd.

Vissen die zich in de meren bevonden, werden letterlijk ingesloten en hebben sindsdien een heel eigen evolutionair pad bewandeld. Onderzoekers van de universiteit van Yale hebben in het verleden aangetoond dat de elft of de meivis in de meren kleiner is geworden en een nieuw soort kieuwen heeft ontwikkeld die bovendien een heel andere structuur kent.

Vóór de vis van de zee werd afgesloten, at hij voornamelijk grote stukken zoöplankton in de meren vooraleer naar zee terug te keren. Toen die vluchtroute verdween, raakte dat groot zoöplankton in geen tijd uitgeput. De elft werd kleiner en kreeg kieuwen die het mogelijk maakten kleiner zoöplankton uit het water te vissen.

Infrastructuurwerken

Nieuw onderzoek uitgevoerd aan de Landbouwuniversiteit van Zweden toont aan dat ook de zonnebaars een gelijkaardige transformatie heeft ondergaan.

De wetenschappers hebben ontdekt dat zonnebaars met toegang tot de zee moeite heeft om klein zoöplankton te eten. De soortgenoot die sinds honderden jaren in de ingedamde meren van Connecticut leeft, heeft zich wel probleemloos aan het voedsel aangepast.

Volgens de onderzoekers tonen hun bevindingen aan dat infrastructuurwerken op de lange termijn verstrekkende gevolgen kunnen hebben op ecosystemen en voedselketens. Conservatieprojecten moeten hiermee rekening houden, menen ze.

Meest gelezen