Eeuwenoude kleitabletten werpen nieuw licht op scheppingsverhaal

Twee Nederlandse onderzoekers hebben bewijzen gevonden voor de zogenoemde "mythe van Adam" die aan de basis ligt van het scheppingsverhaal zoals het in het Oude Testament staat beschreven. Dat beweren ze in een pas gepubliceerd boek. Hun bevindingen kwamen tot stand na een studie van Oegaritische kleitabletten uit de 13e eeuw voor Christus.
© D. Bayes / Lebrecht Music & Arts

In het boek "Adam, Eve and the devil" beweren oudtestamentica Marjo Korpel en professor emeritus Johannes de Moor van de Protestantse Theologische Universiteit in Nederland dat eeuwenoude kleitabletten een nieuw licht werpen op het scheppingsverhaal zoals we dat vandaag kennen.

Bijbelonderzoekers zijn er altijd vanuit gegaan dat het scheppingsverhaal uit het Oude Testament is gebaseerd op een "mythe van Adam". De kleitabletten zouden precies over die mythe verhalen. Ze dateren uit de 13e eeuw voor Christus en stammen voort uit de Oegaritische of Kanaänitische cultuur.

"De kwade god Horon"

Die cultuur kende verschillende goden, onder wie El. Hij was de hoogste god en schepper van hemel en aarde. Ook de Kanaänieten kenden een hof van eden, maar noemden dat "de wijngaard van de grote goden". Die situeerde zich op dezelfde plek als het bijbelse paradijs. Van Adam was eveneens al sprake. Hij ging wel als godheid door het leven die toegang had tot de boom des levens in de wijngaard.

Toen "de kwade god" Horon de plaats poogde in te nemen van El, strafte die laatste hem door hem van de berg van de goden te werpen. Horon was op wraak belust en transformeerde zich tot een reuzenslang die de boom des levens vergiftigde. Die werd zo de boom des doods. Volgens de onderzoekers was Horon dan ook de voorloper van de duivel.

"De goedaardige vrouw Eva"

Nu de boom des levens was vergiftigd, was alle leven op aarde in gevaar. Sterker nog: de goden vreesden dat ze hun onsterfelijkheid zouden verliezen. Daarom gaven ze Adam de macht over de hele aarde en stuurden ze hem uit om Horon te vernietigen. Adam faalde echter jammerlijk: de slang beet hem met zijn giftanden en Adam veranderde in een sterfelijk wezen. Wel kreeg hij een troostprijs: door de voortplanting zou zijn soort alsnog eeuwig leven.

Met het oog op die voortplanting, gaven de goden Adam met Eva een "goedaardige vrouw". Zij riep de goden op Horon te dwingen de boom des doods uit te rukken. Hierdoor ging de onsterfelijkheid weliswaar voorgoed verloren, maar het leven op aarde kon zo wel worden voortgezet.

Wat opvalt aan deze Oegaritische "mythe van Adam" is dat de allereerste overtreding tegen de hoogste god niet door een mens wordt begaan, maar wel door een andere god.

De onderzoekers houden vol dat hun studie veel passages uit de bijbel verheldert evenals de apocriefe boeken en de zogenoemde pseudepigrafische literatuur.

Meest gelezen