Koele bossen remmen opmars warmteminnende planten af
Dat toonden onderzoekers van het Labo voor Bos & Natuur van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen (UGent) aan, na onderzoek met collega's uit andere Europese landen en Noord-Amerika. Het onderzoek staat in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA (PNAS).
"Doordat het bosbeheer na de Tweede Wereldoorlog sterk veranderd is, zijn vele gematigde loofbossen donkerder geworden", zegt wetenschapper Pieter De Frenne (UGent). "Het koele microklimaat in donkere bossen buffert dus de effecten van de klimaatopwarming."
Onder meer om aan de stijgende vraag voor houtige biomassa te voldoen, worden bossen opnieuw meer gekapt en open gemaakt. "Het kappen van bossen doet de bufferende capaciteit echter opnieuw dalen en de temperatuur toenemen. Warmteminnende planten kunnen hierdoor toenemen, terwijl koudeminnende soorten verdwijnen."
De onderzoekers namen meer dan 1.400 vegetatieopnames uit Europese en Noord-Amerikaanse oude loofbossen onder de loep. Ze vonden dat koudeminnende bosplanten zoals éénbes (Paris quadrifolia) steeds minder voorkwamen in de onderzochte bossen over de voorbije 35 jaar. Anderzijds komen warmteminnende planten zoals klimop (Hedera helix) frequenter voor dan 35 jaar geleden.
De onderzoekers schuiven het behoud van voldoende donkere bossen naar voor als koel "toevluchtsoord" voor koudeminnende planten en dieren in een warmer klimaat.