Cocktailbar die hoofddeksels verbood schuldig aan discriminatie

De uitbater van een cocktailbar en ijssalon in De Panne die bezoekers met een hoofddeksel niet toeliet, is schuldig aan indirecte discriminatie en moet een uitzondering maken voor personen die hoofdbedekking dragen om religieuze redenen. Dat heeft het Gentse hof van beroep beslist.
Archieffoto

De feiten dateren van 2012. Twee zussen die een hoofddoek droegen, werd de toegang ontzegd. De uitbater verklaarde dat de zaak een dresscode heeft en dat het huishoudelijk reglement dat hoofddeksels verbiedt, uithing aan de ingang. De vrouwen dienden met de hulp van het Interfederaal Gelijkekansencentrum een klacht in.

In eerste aanleg besloot de rechtbank dat er geen inbreuk was op de antidiscriminatiewet, maar het hof van beroep in Gent oordeelde daar anders over. Volgens het hof was er geen ongunstige behandeling op grond van één van de beschermde criteria, maar wel een indirecte discriminatie.

Een algemeen hoofddekselverbod betekent in de praktijk dat bepaalde personen worden benadeeld. "Men denke niet alleen aan de islamitische hoofddoek, maar ook aan de joodse keppel, de sikh-tulband, de kap van de kloosterzuster. Het Hof is van oordeel dat het niet noodzakelijk voorkomt voor het bevorderen van een positief uitgaansklimaat en voor het handhaven van de sociale vrede personen, die een religieus verplicht hoofddeksel dragen, de toegang tot de cocktailbar te weigeren", aldus het arrest.

Het hof van beroep bepaalde dat de uitbater in het huishoudelijk reglement een uitzondering moet maken voor "personen die een hoofdbedekking dragen omwille van een religieuze verplichting".

Gelijkekansencentrum tevreden

Het Interfederaal Gelijkekansencentrum is tevreden dat het hof de indirecte discriminatie aanvaardde, zegt woordvoerder Paul Borghs.

"Het huishoudelijk reglement was er gekomen, nadat er blijkbaar overlast was door Franse jongeren. Het hof ziet het belang van een positief uitgaansklimaat, zoals het reglement het verwoordt, als een legitiem doel, maar de maatregel tot het verbieden van hoofddeksels is disproportioneel. Het gaat om een zeer gedetailleerde aftoetsing van de antidiscriminatiewet."

De uitbater krijgt, na de betekening van het arrest, een maand tijd om zijn reglement aan te passen en het Gelijkekansencentrum verwacht dat hij dat zal doen. Het hof legde de uitbater geen dwangsom op, zoals gevraagd door het centrum, omdat er volgens het hof geen aanwijsbare redenen zijn om aan te nemen dat de uitbater zich niet aan de beslissing zou houden.

Meest gelezen