Man veroordeeld voor verkrachting na getuigenis onder hypnose

De feiten dateren van 17 juni 2010. Die dag werd een werkneemster van de bed & breakfast met aanpalende manege in Oostkamp brutaal verkracht. Aanvankelijk herinnerde de jonge vrouw zich niets meer van de feiten. Pas toen ze onder hypnose werd gebracht door een hypnotherapeut, duidde ze de notaris aan als dader.

Ze had de man uit Brugge de dag van de verkrachting leren kennen in de B&B. Hij houdt vol dat hij met de verkrachting niets te maken heeft. Hij stelt dat het meisje hem de avond van de feiten via haar gsm om hulp had gevraagd. Toen hij terug aankwam, zou hij haar bloedend hebben aangetroffen, waarna hij het slachtoffer naar het ziekenhuis bracht.

Oorspronkelijk stond de man enkel terecht voor verkrachting. Daarvoor vorderde het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van 5 jaar. Tijdens de pleidooien suggereerde de rechtbank foltering als verzwarende omstandigheid. De straf valt hoger uit omdat hij ook hieraan schuldig is bevonden.

Het slachtoffer kreeg een voorlopige schadevergoeding van 7.500 euro toegewezen. Er werd ook een deskundige aangesteld om haar situatie op te volgen.

Sinds de feiten staat de notaris op non-actief. Zijn advocaten gingen resoluut voor de vrijspraak omdat een getuigenis onder hypnose volgens hen niet kon dienen als bewijs. Maar de rechter oordeelde dus anders.

Het Openbaar Ministerie vroeg om zijn onmiddellijke aanhouding, maar die vraag werd afgewezen door de rechtbank. De man hoeft dus niet meteen naar de cel. Hij heeft een Thaise vriendin en zou volgens het parket mogelijk naar Thailand trekken. Maar volgens zijn advocaten wil hij in beroep zijn onschuld bewijzen en is er geen risico dat hij zou vluchten.

De rechtbank heeft bij de uitspraak rekening gehouden met de verklaringen onder hypnose, maar niet als alleenstaand of doorslaggevend bewijs, zo benadrukken persrechter Koen Wittouck en de advocaat van het slachtoffer Rik Demeyer. "Men heeft alle puzzelstukjes bij elkaar gelegd en men is tot de conclusie gekomen dat de puzzel compleet was", aldus Demeyer.

In de motivatie worden drie argumenten aangereikt. Zo was de man vanaf 14.02 uur alleen met het meisje. Op die manier had hij minstens een halfuur de tijd om de feiten te plegen. Daarnaast is de aanwezigheid van een derde persoon niet aannemelijk. Beide betrokkenen merkten niemand anders op, en ook op de camerabeelden is niets te zien.

Bovendien vertrok de beklaagde het pand om 14.44 uur, terwijl het slachtoffer hem twee en drie minuten later al terug opbelde om hulp te vragen. De feiten kunnen met andere woorden niet in die twee minuten gepleegd zijn.

Ten derde wijst de rechtbank bij de dader op een bijzondere belangstelling voor het seksuele. Bij hem thuis werd heel wat erotisch en pornografisch materiaal aangetroffen. Hij maakte zich ook nog verdacht door die namiddag zonder duidelijke reden van kleren te wisselen. De beklaagde functioneert emotioneel oppervlakkig en wordt door de gerechtspsychiater als een pathologische leugenaar aanzien.

De rechtbank ziet dus geen reden om aan de verklaringen van het slachtoffer te twijfelen. Haar beweringen onder hypnose komen overeen met de objectieve gegevens en, op de verkrachting na, met de verklaringen van de dader. Volgens de psychiater kwam het meisje erg geloofwaardig over. De deskundige is van mening dat het slachtoffer door verdringing de feiten niet meer kan herinneren.