“Is het nu proost, prut, schol of santé?”

Een Nieuw-Zeelander, een Australiër, twee Canadezen en zes Nederlanders waren eens in een biershop. Het lijkt het begin van een goede mop, of gewoon van een verfrissende brouwerij­fietstocht. Voor de reeks “Toerist in eigen land” fietste deredactie.be richting een herboren brouwerij in Vlaams-Brabant.

“We zijn in een erg internationaal gezelschap vandaag”, opent gids Sebastiaan de tour. “Een Nieuw-Zeelander, een Australiër, twee Canadezen en zes Nederlanders.” Allen, de een al wat meer in aangepaste outfit dan de ander, klaar voor een brouwerijfietstocht door de Vlaams-Brabantse velden.

“Wij zijn eigenlijk in Leuven voor Hapje-Tapje (een jaarlijks eet- en drankfestijn in Leuven nvdr.)”, vertellen de Nieuw-Zeelander en de Australiër. Het Canadese koppel toert dan weer heel Europa rond met de fiets. “We zijn met een organisatie van Praag naar Wenen gefietst en nu zijn we op bezoek in Leuven. Morgen vertrekken we naar Ierland.”

“Heineken, echt vies”

De Nederlanders zijn op hun beurt vooral op zoek naar een lekker (en dus: Belgisch) biertje. “Wij hadden een weekendje Leuven gepland en ik dacht: “Wat gaan we doen op zaterdagnamiddag?””, vertelt Fryda. “Shoppen? Nah.” Zij houdt van fietsen en haar man van bier, en dus was de keuze snel gemaakt. Even hun ongefilterde mening over Nederlands bier? “Heineken is echt vies hé.”

Voor de fietsen van stal worden gehaald, dompelt Sebastiaan de toeristen nog even onder in de Vlaams-Brabantse biercultuur. “AB Inbev, het is vandaag de grootste brouwerijketen ter wereld en de hoofdzetel is hier in onze stad”, vertelt de gids. "De artisanale brouwerijen die Leuven rijk was, hebben daar echter de prijs voor betaald. AB Inbev kocht alle kleine brouwerijen op en creëerde zo een monopolie."

De comeback van artisanaal

Een groot deel van de Belgische biercultuur is dus in de tweede helft van vorige eeuw verloren gegaan. De laatste jaren lijkt het tij echter te keren. Enkele van de kleine artisanale brouwerijen die destijds van de radar verdwenen, werken hard aan een comeback. Een van die brouwerijen is Brouwerij van Campenhout, in –hoe kan het ook anders- Kampenhout.

De groep moet meteen vertrekken, de tocht Leuven-Kampenhout is namelijk goed voor zeventien kilometer. Langs de Oude Markt, het Arenbergkasteel (foto onder) en de brandweerkazerne, door de landelijke gemeente Veltem-Beisem naar de witloofgemeente Kampenhout: enkelen hebben de fietstocht onderschat. Eenmaal op de binnenplaats van de brouwerij, mag het eerste biertje al snel komen.

With love

Brouwer Kris Smedts neemt gehoor aan deze dorstige roep en komt met een eerste “Witlov” opdraven. “De naam van het bier verwijst naar de groente die in de streek gekweekt wordt en tegelijk verwijst hij naar het brouwproces: ons bier wordt door mezelf en mijn vrouw met veel liefde, “with love”, gebrouwen. Elk flesje bier wordt hier met de hand gesloten.” Het lichtste biertje van de reeks volstaat, want de groep moet nog "het labo" van Kris in.

In dat labo, doet de brouwer het hele brouwproces uit de doeken. Een brouwproces waar hij al meer dan een jaar hard aan timmert. Voor hem was zijn grootvader aan zet, die had de brouwerij net voor de Tweede Wereldoorlog gekocht. “Tijdens de oorlog werd er veel van ons brouwmateriaal meegenomen, zowel door de Duitsers als door de geallieerden.” Het gestolen goed –veelal koper- werd dan gebruikt om wapens te maken.

Belgische bierbuikjes -en borstjes

Eens helemaal volleerd in het brouwproces, is het opnieuw proef-tijd. “Een amber” -een bier dat schommelt tussen blond en bruin bier- en een tripel. Hoe meer bier er vloeit, hoe meer de gesprekken afdwalen. Van de historiek van de Belgische biercultuur en de bibliotheek van Leuven, springen we over naar “de Belgische bierbuikjes.” “Het merendeel van de Belgische mannen boven de 50 jaar hebben zo’n buikje”, schuddebuiken de Australiër en de Nieuw-Zeelander. “Of neen, bierborstjes, dat hebben ze!”

De Nederlanders houden het wat beschaafder en vragen zich vooral af hoe ze correct kunnen toosten. “Is het “proost” dat jullie zeggen?” “Neen", zegt Sebastiaan. “Nou, wat dan wel?” “Eerder “santé” of “schol”. “En niemand die hier “prut” zegt?”, vraagt de Nederlandse Zuid-Limburger. De taalbarrière wordt die dag niet meer doorbroken.

Uiteindelijk besluiten we opnieuw koers te zetten richting Leuven. De fietstocht duurt normaal tot 18 uur, maar dat is niet meer haalbaar. Het is dan ook erg aanlokkelijk om bij dat andere cafeetje langs het kanaal te stoppen. Het gezelschap is opgetogen. “Quote mij maar in het artikel”, zegt de Nieuw-Zeelander. “Less tour, more beer we want!”

Meest gelezen