Vleermuisonderzoek in 44 Gentse en Merelbeekse tuinen

De Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt plaatst de komende maanden vleermuisdetectoren in 44 Gentse en Merelbeekse tuinen. Daarmee hoopt Natuurpunt te weten komen welke vleermuissoorten tuinen gebruiken en wat de impact is van omgevingsfactoren zoals lichthinder, natuurlijke tuin of niet, en stedelijk of landelijk gelegen.

De locaties, 22 Gentse en 22 Merelbeekse tuinen, variƫren sterk van natuurlijke tuin, balkon of "koertje" tot groendak, zowel stedelijk als landelijk. Een automatische vleermuisdetector zal ultrasone geluiden opnemen die achteraf geanalyseerd worden om soorten op naam te brengen.

"Het toestel zal in Merelbeke drie nachten per locatie staan over drie periodes: mei, juli en september", zegt David Galens van de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt, afdeling Boven-Schelde. "We doen acht adressen in het voorjaar aan en dan telkens zeven in de zomer en het najaar." In Gent zullen in mei en juni ook 22 tuinen aangedaan worden, telkens voor twee nachten.

Volgens Galens is er heel weinig onderzoek verricht naar het voorkomen van vleermuizen in tuinen. In Utrecht werd eerder al een soortgelijk onderzoek gevoerd. "Ik deed een steekproef in mijn eigen tuin en kwam op acht soorten", legt hij uit. "Soms is dat maar een contact van enkele seconden, wanneer vleermuizen de tuin als vliegcorridor gebruiken." Naast algemeen voorkomende soorten, ving de batdetector bij Galens ook signalen op van de "kleine dwergvleermuis", een zeldzame soort.

Het project krijgt steun van de gemeente Merelbeke en de stad Gent, die samen met Natuurpunt Gent de vleermuis in 2015 in de kijker zet. De actie wordt zaterdagnamiddag toegelicht in Merelbeke, maandagnamiddag in Gent.

Door planten te kiezen die insecten lokken, spaarzaam te zijn met lichtvervuiling, een bak water te plaatsen of poezen 's nachts binnen te houden in de maanden mei, juni en juli, wanneer kolonies gevormd worden, kan iedereen al een verschil maken.

Meest gelezen