Hof van beroep Gent spreekt vermeende mensenhandelaars vrij
De drie Roemenen zouden volgens het parket een negental landgenoten geronseld hebben in Roemenië en hen, tegen betaling, naar ons land gebracht hebben. Hier zouden de vermeende slachtoffers tewerkgesteld worden in de horeca of de bouw, maar volgens het parket werden ze gedwongen om te bedelen in de Gentse binnenstad. Een minderjarig meisje zou zich bovendien hebben moesten prostitueren.
Alle inkomsten moesten ze afgeven, zo stelde het parket. De vermeende leider van het trio zou daarbij zeker 10.000 euro winst gemaakt hebben, geld dat hij overschreef naar een Roemeense rekening. Het parket eiste tot 7 jaar cel en 9000 euro boete.
"Slachtoffers hadden de kans om politie in te lichten"
De rechtbank van eerste aanleg sprak de drie in november 2014 al vrij over de hele lijn, maar het parket ging daartegen in beroep. Volgens de rechtbank bevat het strafdossier geen afdoende bewijs om de schuld van de beklaagden "boven elke redelijke twijfel" vast te stellen.
Bovendien stelt de rechtbank dat de vermeende slachtoffers diverse kansen hebben gehad om de politie in te lichten over de vermeende uitbuiting maar dat ze niet hebben gedaan. Pas toen er een conflict ontstond binnen de groep Roemenen, die allen samen in een kraakpand verbleven, werd de politie ingeschakeld. Het hof van beroep volgde vandaag de redenering van de eerste rechter en sprak de drie vrij.