Eerste Limburgse terreurproces van start gegaan
De twee jongeren zijn kinderen van Servische moslims. Door de oorlog moesten ze vluchtten uit Servië en in 1999 kwamen ze aan in ons land. Ze hebben de Belgische nationaliteit en gingen hier naar school.
De jongeman werd voor het eerst opgepakt in november 2015. Hij had zich volgens de politie verdacht gedragen in een winkelstraat en bij het uitlezen van zijn gsm vonden ze een gesprek terug in "Telegram". Dat is een veelgebruikte tool binnen de wereld van terreurverdachten en ronselaars van Syriëstrijders. Uit het gesprek bleek dat zijn zus teksten vertaalt uit het Engels naar het Bosnisch voor "Dabiq". Dat is een modern propagandamagazine van terreurgroep IS. Op de gsm stonden ook foto’s en gruwelijke filmpjes die verwezen naar terreurgroep IS, net zoals een whatsappgroep waar het vaak ging over ‘bloed vergieten’.
Gedicht en filmpjes
De jongeman schreef ook een gedicht over een martelaar op het pad van de jihad en vrouwen die op hem wachten in het paradijs. Het gedicht verscheen op de Bosnische website van IS. Hij probeerde begin dit jaar nog een wapen te bemachtigen, naar eigen zeggen om agenten neer te schieten. Zijn zus maakte filmpjes over de jihad en het martelaarschap. Ze had ook een Instagramprofiel vol extremistische foto’s. In haar verklaringen aan de politie zei ze dat ze volledig achter IS staat, dat ze er geen probleem mee heeft dat er sjiieten worden afgemaakt en dat de aanslagen in Europa een goede vergelding zijn voor het leed in Syrië.
De ouders verklaarden aan de politie dat ze wisten dat hun kinderen aan het radicaliseren waren. Hun dochter kleedde zich in een lang zwart gewaad met handschoenen en hun zoon liet zijn baard groeien. Ze probeerden hun kinderen te overtuigen om te stoppen, maar kregen geen gehoor.
Advocaten verdachten: "Het is niet omdat je iets vertaalt, dat je zelf achter iets staat"
Vanmorgen startte hun proces voor de correctionele rechtbank van Hasselt. Ze staan er terecht voor lidmaatschap van een terroristische groep en het aanzetten tot plegen van een terroristisch misdrijf.
De advocaten van de verdachten halen aan dat de broer en zus niet actief aan propaganda gedaan hebben. "Ze hebben niemand proberen te verleiden tot iets ontoelaatbaar. Is louter iets delen al strafbaar?", wierpen de advocaten op. "Het is niet omdat je iets vertaalt, dat je zelf achter iets staat. Mijn cliënten veroordelen nadrukkelijk geweld."
De advocaten vragen dan ook de vrijspraak van de broer en zus. Het Openbaar Ministerie heeft drie jaar gevorderd, waarvan twee effectief. Een uitspraak volgt op 23 juni.