1,9 miljoen euro subsidie voor restauratie Mechelse Begijnhofkerk

De stad Mechelen krijgt van de Vlaamse overheid ruim 1,9 miljoen euro voor de restauratie van het interieur van de Begijnhofkerk Sint-Alexius en Sint-Catharina. De premie is de laatste die past in de subsidiëringsovereenkomst "Torens aan de Dijle", waarbij Mechelen voor 12 miljoen euro restauraties mag uitvoeren aan de monumentale kerken in de binnenstad. De Vlaamse overheid heeft ook 1,1 miljoen veil voor de restauratie van Sint-Martinuskerk in Kontich.
De Begijnhofkerk in Mechelen

De Begijnhofkerk Sint-Alexius en Sint-Catharina dateert van 1629 en is een onderdeel van het Groot Begijnhof van Mechelen. Dat is niet alleen beschermd als stadsgezicht, maar ook erkend als Unesco-werelderfgoed. De kerk zelf is een typevoorbeeld van barokarchitectuur.

Sinds 2013 werd al gewerkt aan de buitenzijde, nu is het interieur dus aan de beurt. De beschildering van begin 20e eeuw is vervuild, het authentieke meubilair is aangetast door houtworm en het pleisterwerk en de vloeren tonen sporen van beschadiging, onder andere door vochtinsijpeling. Ook de altaren en het beeldhouwwerk zijn toe aan restauratie. Daarnaast zullen de verwarmingsinstallatie en de verlichting aangepast worden aan de hedendaagse normen.

Ook 1,1 miljoen voor restauratie Sint-Martinuskerk in Kontich

Vlaams minister-president en minister voor Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois (N-VA) kent ook aan de gemeente Kontich een premie van ruim 1,1 miljoen euro toe voor de tweede restauratiefase van de Sint-Martinuskerk (foto onderaan). Het geld is voornamelijk bestemd voor het restaureren van de gevels van de sinds 2001 beschermde kerk.

De eerste versie van de Sint-Martinuskerk dateert al van de 12e eeuw, toen nog als de Onze-Lieve-Vrouwekerk, en werd na een verwoestende brand verder uitgebouwd aan het eind van de 15e, begin 16e eeuw als een neogotische kruiskerk met romaanse westertoren. In 1826 kreeg ze nogmaals een uitbreiding, ditmaal in classicistische stijl. Het geheel is sinds 2001 beschermd wegens van de historiek van het gebouw, nadat eerder in 1989 al de westertoren, het meubilair en het orgel beschermd waren  geraakt wegens de historische en artistieke waarde.

Volgens het kabinet van minister-president Bourgeois is de bouwfysische toestand van de kerk erg slecht en is het gebouw dringend aan restauratie toe. In een eerste fase werden de daken al aangepakt, nu zijn de gevels - deels in baksteenmetselwerk, deels in witte natuursteen - aan de beurt, net als de spits van de westertoren. In een derde en laatste fase zal ook het interieur nog gerestaureerd worden. Na de werken blijft de kerk in gebruik voor erediensten.

Meest gelezen