Vlaams Parlement past als eerste de parlementaire pensioenen aan

Het Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement heeft een nieuwe regeling van de parlementaire pensioenen aangenomen. Daarmee past het Vlaams Parlement als eerste parlement de parlementaire pensioenregeling aan.

De discussie sleept al veel langer aan. De verschillende parlementen hebben zich ook al verschillende malen over de hervorming van de parlementaire pensioenen gebogen, maar dat leverde (nog) geen akkoord op. Bij het Vlaams Parlement was het geduld op. Daar besliste men eerder al om de pensioenplannen op eigen houtje door te zetten.

Intern bestaat er in het Vlaams Parlement ook al langer eensgezindheid over de pensioenen. Het parlement wil de regeling die van toepassing is op ambtenaren overnemen. Op pensioen gaan voor de leeftijd van 60 zal niet meer kunnen. De pensioenleeftijd voor parlementsleden gaat in 2019 naar 65 jaar en in 2030 naar 67 jaar.

De regeling voor vervroegd pensioen is ook een doorslag van de regeling voor de ambtenaren en werknemers. Voor de rechten uit het verleden is er een overgangsmaatregel waarbij men ten vroegste op 62 jaar, of 60 voor de 50-plussers, van deze rechten kan genieten.

"Logische aanpassing"

Voorzitter Jan Peumans is tevreden. "Dit is een logische aanpassing van de pensioenregeling voor parlementariërs. Het is maar normaal dat de parlementaire pensioenen dezelfde evolutie volgen als de pensioenen van alle andere burgers. Wij werken dus ook naar een pensioenleeftijd van 67 jaar in 2030."

De nieuwe regeling voor parlementaire pensioenen wordt nog voor bekrachtiging voorgelegd aan de plenaire vergadering van woensdag 10 mei.

Meest gelezen