Slechts 5 procent ziet werken na 65 zitten: "Nog veel werk op de plank"

Cijfers waar de federale regering best rekening mee zal houden: ruim de helft van de Belgische werknemers (56 procent) wil al voor of ten laatste op zijn 60e stoppen met werken. Na de leeftijd van 65 jaar werken, is voor een overgrote meerderheid van de Belgen (95 procent) geen optie. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Hoger Instituut voor de Arbeid.

Op pensioen gaan op 67 - zoals de regering al heeft beslist als maatregel vanaf 2030 - lijkt zo wel heel optimistisch. Te meer omdat nu al 1 op de 10 werknemers aangeeft altijd stress te ervaren door het werk. Minister van Werk Kris Peeters ziet het probleem. "De cijfers tonen aan dat er nog heel wat werk op de plank ligt voor werkbaar werk."

Maar de regering maakt er wel degelijk werk van, verduidelijkt Peeters meteen. "Wij hebben een wetsontwerp goedgekeurd en daarin gaan we resoluut voor maatwerk. Werkbaar werk verschilt van sector tot sector, en van werknemer tot werknemer. Onze bedoeling met het nieuwe wetsontwerp is dat het mogelijk wordt om op maat per sector per werknemer de juiste maatregelen te treffen waardoor het werk werkbaarder wordt en men dus langer kan werken."

Minister Peeters geeft toe dat er "niet erg veel tijd" meer is om maatregelen voor werkbaar werk te concretiseren, want de hogere pensioenleeftijd ligt er al. In het nieuwe wetsontwerp maakt de regering alvast "loopbaansparen" mogelijk. Door die maatregel zou je verlofdagen kunnen opsparen doorheen je loopbaan, die je te allen tijde zou kunnen opnemen. Ook het tijdskrediet wordt uitgebreid.

"Maar het innovatieve is dat wij niet vanuit Brussel zeggen wat er moet gebeuren, maar dat de sectoren en bedrijven zelf kunnen kiezen", aldus Peeters. "We willen bedrijven zoveel mogelijk laten experimenteren. En als blijkt dat bepaalde oplossingen werken, dan kunnen we dat gieten in wetten."

Vanavond zendt ons magazine "Pano" een reportage uit over "Hoe werken tot 67?". Dat is te zien om 21.30 uur op Eén.