Vandeput: "Gegevens Rusland bewijzen net dat wij het niet waren"

Het was een opvallende mededeling vanuit Rusland, gisterenavond. Volgens Moskou zouden Belgische gevechtsvliegtuigen burgerslachtoffers hebben gemaakt met bombardementen in de buurt van de Syrische stad Aleppo. Pure nonsens, klonk het bij onze bevoegde ministers. "De afgelopen dagen waren er in het betrokken luchtruim geen Belgische vliegtuigen actief.". En ook toen Rusland vanmiddag aankondigde radarbeelden te hebben die het verhaal moesten bevestigen, bleven onze politici voet bij stuk houden.

Rusland heeft intussen bewijzen aan ons land bezorgd. Het gaat om een kaartje met daarop de elektronische nummerplaten (IFF's) van de F-16's die op het moment van de bombardementen in kwestie in de buurt van Aleppo rondvlogen. "We hebben die zogenoemde bewijzen bekeken en we stellen vast dat de betreffende nummers die erop staan niet van België zijn", zegt minister Vandeput in een korte verklaring.

 "We hopen dat de Russen inzien dat ze hiermee net bewijzen dat we niet ter plaatse waren en dat wij het ook niet waren." Aan welk land de nummerplaten dan wél toebehoren kan de minister naar eigen zeggen niet zeggen. De minister verwacht nu excuses van het land. Of daarmee de kous dan af is, is niet duidelijk. "We zullen ons daarover beraden."

Vandeput wuifde vanavond in Terzake ook de kritiek van de oppositie weg dat er te weinig transparantie is over de Belgische militaire activiteit in Syrië. "Ik ben zoveel mogelijk transparant. Maar wij hebben de gewoonte in België om niet in het groot te communiceren over hoe en waar en wat. Dat is om de veiligheid van onze eigen mensen te garanderen. Wij zijn in oorlog. Het zou wel gek zijn als ik de whereabouts van onze eigen mensen zou bekendmaken."

Net om die reden, stelt Vandeput, zal hij morgen enkel in de speciaal daarvoor ingerichte Kamercommisie (dus achter gesloten deuren, redactie) alle tekst en uitleg geven over de positie van de Belgische F-16's op het ogenblik van de bewuste luchtaanval.