"Hoe gaan we verlaging vennootschapsbelasting in hemelsnaam financieren?"

Enkele weken geleden stelde Johan Van Overtveldt voor om de vennootschapsbelasting te verlagen van 33 naar 20 procent. Om die verlaging te financieren, dacht hij toen onder meer aan een meerwaardebelasting voor wie zijn bedrijf verkoopt en het optrekken van de roerende voorheffing op dividenden van 27 naar 30 procent.

In een nieuwe nota - de definitieve onderhandelingsnota voor de regering - heeft Van Overtveldt die twee maatregelen geschrapt. Vicepremier en minister van Werk Kris Peeters stelt zich daar vragen bij. "Ik maak mij zorgen of die verlaging van de vennootschapsbelasting nog wel budgetneutraal georganiseerd kan worden", reageerde hij in "De ochtend".

"De fundamentele vraag is nu hoe je in hemelsnaam naar die 20 procent kan gaan als je weet dat je de belastbare basis met 30 miljard euro moet verbreden." Peeters wil nu eerst het resultaat van de besprekingen binnen de regering afwachten, op basis van de nota van Van Overtveldt, vooraleer zelf "op het juiste moment" concrete voorstellen te doen over rechtvaardige fiscaliteit.

Los van de inhoudelijke discussie over de financiering van zo'n verlaagde vennootschapsbelasting, was Peeters scherp voor de manier van communiceren van zijn N-VA-collega. "Ik betreur dat men eerst zegt dat men de roerende voorheffing wil verhogen en een meerwaardebelasting wil invoeren en enkele weken later dat uiteindelijk niet meer in de tekst staat."

Peeters vindt dat "geen goede manier van werken". "Men maakt de bedrijven onnodig ongerust en men opent discussies die niet publiek gevoerd moeten worden."