SP.A wil abortusgrens op 20 weken leggen

In ons land kunnen vrouwen hun zwangerschap afbreken tot voor het einde van de twaalfde week na de bevruchting. Daarna is een abortus wettelijk enkel mogelijk als de zwangerschap een ernstig gevaar betekent voor de gezondheid van de zwangere vrouw of als vaststaat dat het kind zal worden geboren met een "uiterst zware en ongeneeslijke kwaal".

De SP.A wil die grens bij ons optrekken naar 20 weken om "abortustoerisme" naar Nederland tegen te gaan. "We merken dat per jaar 500 à 600 Belgische vrouwen naar Nederland moeten gaan voor een abortus. We vinden dat hypocriet, wat we kunnen dat in ons land ook doen. Nu moeten we al die vrouwen naar Nederland sturen", zegt Monica De Coninck (SP.A). Bovendien wil de partij de bedenktijd voor de zwangere vrouwen terugbrengen van zes dagen naar 48 uur. "Dat maakt het voor hen psychologisch minder belastend", klinkt het.

De Vlaamse abortuscentra zijn voorstander van het voorstel. Volgens Carine Vrancken van koepelorganisatie VZW Luna zijn er uiteenlopende redenen waarom vrouwen soms langer dan twaalf weken nodig hebben. "Sommige vrouwen hebben aanvankelijk geen symptomen van zwangerschap of interpreteren ze anders, anderen twijfelen gewoon heel erg en je kan je ook voorstellen dat bij sommige vrouwen de situatie waarin ze leven drastisch verandert tijdens de zwangerschap zelf."

Vrancken beseft naar eigen zeggen dat een discussie over abortus altijd veel emotionele reacties losweekt, maar volgens haar is het toch belangrijk dat erover gepraat wordt, want vrouwen kunnen volgens haar heel ver gaan als ze hun zwangerschap willen afbreken. "De Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft bevonden dat wanneer een vrouw haar zwangerschap wil kwijtraken, ze die kwijtraakt. Ook al moet ze haar eigen leven in de weegschaal leggen."

Gynaecoloog Hendrik Cammu begrijpt het voorstel van de SP.A, maar hij wil dat - als de nieuwe wet er komt - daar enkele voorwaarden aan worden gekoppeld. "Je moet dat ten eerste toch proberen te vermijden en dus blijven inzetten op preventie. Mocht er een wetsverandering komen, dan is het enorm belangrijk dat we een goed register maken om precies te weten wie die mensen zijn om zo veel selectiever aan preventie te kunnen doen."

"Puur technisch is de ingreep overigens veel moeilijker en lastiger, zowel voor de patiënt in de eerste plaats, maar zeker ook voor diegene die het moet uitvoeren", weet Cammu nog.