Pensioenen: hervormingen voor meer billijkheid tussen de werkenden

In het kader van de begrotingscontrole heeft de ministerraad op nieuwe hervormingen van ons pensioensysteem goedgekeurd die volgens minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) een grotere billijkheid tussen de werkenden moet waarborgen. Lees hieronder de tekst van het kabinet van de minister.

Harmonisering van de diplomabonificatie voor de pensioenberekening

Momenteel is het mogelijk om in de drie pensioenstelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren) de studiejaren in aanmerking te nemen voor de pensioenberekening.

De voorwaarden verschillen evenwel naargelang het stelsel. Het is zo dat de ambtenaren zonder kosten deze bonificatie van de studiejaren kunnen verkrijgen, terwijl de werknemers en de zelfstandigen een regularisatiebijdrage dienen te betalen om ervan te kunnen genieten.

Om de diverse regelingen op het gebied van de diplomabonificatie te harmoniseren zal aan de ambtenaren die de inaanmerkingneming van hun studiejaren voor de pensioenberekening wensen, een regularisatiebijdrage worden gevraagd.

Conform het regeerakkoord zal de Minister van Pensioenen aan het Nationaal Pensioencomité vragen zich uit te spreken over de manier waarop deze harmonisering zal worden ingevoerd.

Nu al heeft de federale regering beslist om de verworven rechten te waarborgen: de bijdrage zal enkel dienen te worden betaald voor de nog te presteren loopbaanjaren. Zo zal een ambtenaar die een diploma van 4 studiejaren heeft en al ¾ van een volledige loopbaan heeft gepresteerd, zonder kosten van de bonificatie voor 3 studiejaren van zijn diploma kunnen genieten.

Er dient te worden benadrukt dat de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040, voorgezeten door Frank Vandenbroucke, een ronduit radicalere positie heeft ingenomen die beoogt gewoonweg alle regelingen op het vlak van diplomabonificatie af te schaffen, niet enkel voor de ambtenaren, maar ook voor de werknemers en de zelfstandigen.

Instelling van een "gemengd" pensioen

Een ambtenaar die beslist het openbaar ambt te verlaten om een loopbaan als werknemer te beginnen, geniet van een ambtenarenpensioen voor de jaren gewerkt als vastbenoemd ambtenaar en van een werknemerspensioen voor de jaren gewerkt als contractueel.

Hetzelfde principe zal voortaan gelden voor een contractueel in de publieke sector die in de loop van zijn loopbaan als ambtenaar wordt benoemd. Hij zal van een werknemerspensioen genieten voor de jaren gewerkt als contractueel en van een pensioen van de publieke sector voor de jaren gewerkt als ambtenaar volgend op zijn benoeming.

Dit voorstel, waarvan de modaliteiten zullen worden voorgelegd aan het sociaal overleg, zal geen betrekking hebben op het tijdelijk statutair onderwijspersoneel. Het zal ook niet van toepassing zijn op de ambtenaren die ten vroegste vóór het regeerakkoord vast benoemd zijn. Voor deze personeelsleden zullen de jaren gewerkt als contractueel aanneembaar blijven voor de berekening van het pensioen van de publieke sector.

Het gemengd pensioen wordt al sinds meerdere jaren gevraagd door de drie Verenigingen van Steden en Gemeenten om het fenomeen van laattijdige vaste benoeming te vermijden waarmee wordt beoogd de toekenning van een pensioen van de publieke sector toe te laten zonder dat de overeenkomstige bijdragen werden betaald.

Parallel met de invoering van deze maatregel zal de regering het huidige rechtskader op het gebied van aanvullend pensioen aanpassen, zodat de ontwikkeling ervan wordt aangemoedigd bij contractueel overheidspersoneel.

Toekenning van een aanvullend pensioen ten gunste van contractuelen in het federaal openbaar ambt

Vanaf 2017 zullen de contractuelen bij de diverse overheidsdiensten die onder de Federale Staat vallen, net als de werknemers in de private sector, kunnen genieten van een aanvullend pensioen.

De jaarlijkse kostprijs van de maatregel (32 miljoen €) werd begroot, zodat de storting van een premie van ten minste 3% van het loon wordt gewaarborgd.

Toekenning van een pensioen van de publieke sector na minder dan 5 jaren dienst

De voorwaarde die voorziet dat een ambtenaar ten minste vijf effectief gewerkte dienstjaren moet hebben om aanspraak te kunnen maken op een pensioen van de publieke sector, zal vanaf 1 januari 2017 worden afgeschaft.

Wat de loopbaanduur binnen de administratie ook moge zijn, deze zal het recht openen op een pensioen van de publieke sector.

Deze maatregel beantwoordt aan de wil van de regering om de band te versterken tussen de beroepsloopbaan en het pensioenbedrag. Er bestond bovendien geen reden om deze beperking te behouden die niet in het werknemersstelsel of het zelfstandigenstelsel bestaat.

Harmonisering van de gelijkstelling van de dienstplicht

Momenteel dienen de werknemers en de zelfstandigen specifieke loopbaanvoorwaarden te vervullen, opdat de periode waarin zij hun dienstplicht vervulden, in aanmerking kan worden genomen voor de berekening van hun pensioen.

Vanaf 1 juli 2017 zullen de regelingen voor de gelijkstelling van de dienstplicht in het werknemers- en zelfstandigenstelsel in overeenstemming worden gebracht met de regeling in de publieke sector. Op voorwaarde dat de dienstplicht werd vervuld, kan deze zonder enige andere voorwaarde in aanmerking worden genomen voor de pensioenberekening.

Afschaffing van de preferentiële tantièmes

Conform het regeerakkoord zullen de preferentiële tantièmes pas worden afgeschaft na afloop van de werkzaamheden van het Nationaal Pensioencomité met betrekking tot de inaanmerkingneming van de zwaarte van het werk in de pensioenrechten.

De budgettaire besparingen die verband houden met deze afschaffing, zullen ertoe bijdragen de begrotingsenveloppe bij te vullen die door de regering werd vastgelegd met het oog op de toekenning van gunstigere pensioenmodaliteiten aan de werkenden die genieten van een erkenning van de zwaarte van het werk.

Meest gelezen