Lijden de ambtenaren nu wel of niet pensioenverlies?

"De grote principes zijn natuurlijk dat we meer harmoniseren met wat in de privé gebruikelijk is, en voor wat betreft de statutair tewerkgestelden zijn er een aantal voordelen die stilaan worden afgebouwd", geeft Steven Vandeput toe. "Maar iedereen zal langer moeten werken voor zijn pensioen. Iedereen zal een pensioen hebben dat minstens op de hoogte is van wat hij nu heeft, en zelfs iets meer op de lange termijn. Feit is wel dat we allemaal een beetje langer zullen moeten werken voor ons pensioen."

"Ik zeg daarop dat militairen, politiemensen, verplegers of leerkrachten wél pensioen gaan verliezen", reageert SP.A-voorzitter John Crombez. Gisteren zei zijn N-VA-collega Bart De Wever tegen VTM dat de pensioenen niet zouden verminderen, maar dat mensen langer zullen moeten werken voor hun pensioen. "Ofwel is Bart De Wever niet goed geïnformeerd, ofwel zegt hij de waarheid niet", reageert Crombez.

De SP.A-voorzitter geeft een voorbeeld. "Een kleuterleidster die nu tot 59 werkt, zal door de diplomabonificaties drie jaar langer moeten werken, maar dan nog een stuk minder hebben dan haar pensioen van vandaag. Door die andere beslissing zal ze zelfs tot 66 moeten werken. Dat is zeven jaar die erbij komt."

Door de regeringsbeslissing zullen toekomstige ambtenaren inderdaad hun studiejaren niet meer automatisch kunnen laten meetellen voor de berekening van hun pensioen, zoals nu wel het geval is. Ze zullen die studiejaren wel kunnen afkopen, zoals dat nu ook kan in de privésector. In realiteit betekent dit dus wel degelijk pensioenverlies voor de ambtenaar. Wie nu al ambtenaar is, behoudt wel zijn verworven rechten voor de jaren die hij al gewerkt heeft.

Wat betekent dat in cijfers? Nu kunnen werknemers in de privésector hun studiejaren al afkopen, maar dat moet dan wel gebeuren gedurende de eerste 10 jaar van hun carrière. Kostprijs: 1.550 euro per jaar. Zelfstandigen kunnen gedurende heel hun carrière studiejaren afkopen.

De zogenoemde voorkeurregimes worden ook geleidelijk afgeschaft, maar het is wel de bedoeling dat de gunstige berekeningswijze in de toekomst behouden blijft voor zware beroepen bij de overheid. Het gaat dan bijvoorbeeld over politieagenten of leerkrachten in het beroepsonderwijs.

In de toekomst zal er een puntensysteem worden ingevoerd waarbij één jaar werken één punt oplevert. Voor zware beroepen kan beslist worden voor dat jaar meer punten toe te kennen. Zo zou het volgens de regering toch nog mogelijk zijn om met een zwaar beroep na dertig jaar werken met pensioen te gaan. Welke beroepen als zwaar worden beschouwd, ligt nog niet vast. Dat is voer voor het nationaal pensioencomité, waar ook de sociale partners mee aan tafel zitten.

Op verzoek van de steden en de gemeenten komt er ook een gemengd pensioen voor ambtenaren. Voor de jaren dat je als contractueel hebt gewerkt, krijg je een gewoon werknemerspensioen, voor de jaren als ambtenaar krijgt je een - hoger - ambtenarenpensioen. Contractuele ambtenaren krijgen de mogelijkheid om een aanvullend pensioen op te bouwen.

Met andere woorden: het ambtenarenpensioen wordt inderdaad minder voordelig dan nu, maar door de overgangsmaatregelen blijft de impact voor huidige ambtenaren volgens de regering beperkt.