Vlaams Verkeersveiligheidsfonds start met 3 miljoen euro
Met 400 Vlaamse verkeersdoden in 2014 is verkeersveiligheid voor Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) een absolute prioriteit. Tijdens de begrotingsonderhandelingen in 2015 werd beslist dat een deel van de verkeersboetes rechtstreeks in een nieuw Vlaams Verkeersveiligheidsfonds zou terechtkomen.
Het Verkeersveiligheidsfonds haalt al haar middelen uit het eigen Vlaamse verkeersveiligheidsbeleid. Weyts: “De gerichte initiatieven die ik zelf binnen mijn eigen bevoegdheidsdomein neem, creëren dus rechtstreeks opbrengsten voor het Verkeersveiligheidsfonds.” Voor 2015 is dat zo'n 3 miljoen euro. Voor 2016 wordt dat bedrag geraamd op 18 miljoen.
De boetes die het Verkeersveiligheidsfonds spijzen zijn voornamelijk snelheidsboetes, maar ook boetes op overtredingen inzake uitzonderlijk vervoer, verkeerstekens, vervoer van gevaarlijke goederen, massa van voertuigen, afmetingen of signalisatie. “De middelen die we in Vlaanderen investeren in bijvoorbeeld trajectcontroles, zorgen zo niet alleen voor veiligere wegen, maar creëren ook extra middelen voor diezelfde verkeersveiligheid.”
"Drie miljoen vinden we vrij weinig"
Mobiliteitsorganisatie VAB vindt het bedrag dat nu in het fonds terechtkomt, 3 miljoen euro, te laag. "We hadden gerekend op meer dan 10 miljoen, dus we zijn wel teleurgesteld", zegt Maarten Matienko van de VAB.
De VAB wil dat het geld uit het verkeersveiligheidsfonds gebruikt wordt om de rijopleiding te verbeteren en dat het geïnvesteerd wordt in een betere verkeersopleiding in het secundair onderwijs.
De collega's van Touring willen dan weer investeringen in gerichte snelheidscontroles en ze willen de gewestwegen veiliger maken, omdat dat daar de meeste dodelijke ongevallen gebeuren.