Bart De Wever en N-VA zijn onkwetsbaar
Als er vandaag verkiezingen zouden zijn, dan waren de resultaten wellicht dezelfde als in mei van 2014, de datum van de federale verkiezingen die uitmondden in het centrumrechtse kabinet rond premier Charles Michel.
De hoofdmoot voor N-VA, de brokken voor de rest
Neem nu de resultaten van Bart De Wevers N-VA. Tegenover mei 2014 moet die amper 1,3 procent inboeten. Ze komt uit op 31,1 procent, en dat is zelfs meer dan bij de vorige peiling, in april van dit jaar. De overblijvende brokken zijn voor de coalitiepartners: CD&V (18,4 % of -0,1 %) en Open VLD (14,9 % of -0,7). Maar ook zij leveren amper in.
Dat is opmerkelijk, want de voorbije maanden waren politiek woelig: de asielcrisis, de omstreden taxshift, het permanente onderlinge geruzie, stakingen en de betogingen die twee keer tienduizenden mensen op de been brachten. Bovendien stak de N-VA de staatshervorming in de koelkast, toch haar core business.
De enig mogelijke conclusie: N-VA is onkwetsbaar voor alles en iedereen.
Oppositie boert niet goed
Ook – zeker – voor de oppositie. Die probeert wel hard, maar ziet dat niet vertaald in resultaten. Groen stijgt naar 9,9 procent, maar zat bij eerdere peilingen dik anderhalf procent hoger. SP.A, dat net een voorzitterswissel achter de kiezen heeft, zakt zelfs tegenover de verkiezingen. De score van Vlaams Belang blijft veeleer verwaarloosbaar.
Het bureau TNS nam de peiling telefonisch af bij 1019 stemgerechtigde Vlamingen - ofte 1 op 4809 van het totaal. De periode waarin dat gebeurde was die tussen 22 september, de dag dat Bart De Wever in Gent zijn fel bediscussieerde openingscollege over de asielcrisis gaf, en 2 oktober.