"De Wever stelde mensenrechten uit Conventie niet in vraag"

N-VA-voorzitter Bart De Wever stelde tijdens het openingscollege Politicologie aan de UGent enkel de toegang tot sociale zekerheid voor vluchtelingen in vraag, niet de mensenrechten uit de Conventie van Genève. "De toegang tot sociale zekerheid is een burgerrecht. Zo'n recht verwerf je en krijg je niet automatisch van bij je geboorte", verduidelijkt zijn woordvoerder.

Eerst drie jaar terug in de tijd. Op 9 september 2012 reageerde N-VA-voorzitter Bart De Wever in "De zevende dag" op een voorstel van Vlaams Belangpoliticus Filip Dewinter als volgt: "Dat is tegen de Conventie van Genève. Daar gaan wij nooit aan meedoen."

Gisteren tijdens het openingscollege in Gent klonk het als volgt. "Ik denk dat we wel degelijk zouden mogen spreken over de Conventie van Genève. Die is in 1951 ondertekend in de naoorlogse context. Die Conventie garandeert ook de toegang tot de sociale zekerheid op hetzelfde niveau als de eigen onderdanen. Maar de sociale zekerheid van 1951 is echt niet meer wat die vandaag is."

"We mogen de mensenrechten van niemand schenden. Maar een mensenrecht is daarom nog geen burgerrecht", vervolgde De Wever. Het is dus maar één onderdeel van de Conventie van Genève dat hij wil herzien: de gelijke toegang tot de sociale zekerheid voor vluchtelingen. Dat idee is niet in tegenspraak met wat de N-VA-voorzitter drie jaar geleden zei, laat zijn woordvoerder verstaan. 

"Het filmpje van toen moet je zien in de context van toen. Bart De Wever zei in het debat dat het voorstel van Dewinter indruist tegen de mensenrechten uit de Conventie van Genève. Die mensenrechten heeft De Wever gisteren tijdens het openingscollege één voor één opgesomd en daarna heeft hij de bedenking gemaakt of de toegang tot de sociale zekerheid op het gelijke niveau van de onderdanen een mensenrecht is", zegt Joachim Pohlmann.

"Een mensenrecht is iets wat je onvervreemdbaar hebt van bij je geboorte. Niemand kan je die afnemen. Een burgerrecht moet je verwerven en toegang tot de sociale zekerheid is een burgerrecht. Dat is het onderscheid dat De Wever maakt. En hij stelt de vraag of dat specifieke element in de Conventie van Genève nog realistisch is vandaag", luidt de analyse van Pohlmann.

Is toegang tot sociale zekerheid een mensenrecht?

De vraag die Bart De Wever zich dus stelt is: "Is de gelijke toegang tot sociale zekerheid een mensenrecht?"

Volgens professor Europees sociaal recht Herwig Verschueren (Universiteit Antwerpen) is sociale zekerheid in elk geval geen absoluut recht. "Landen zijn niet verplicht om iedereen die zo maar op hun grondgebied komt alle sociale rechten toe te kennen." Anders is het wel voor erkende vluchtelingen. "Daar zegt de Conventie van Genève van dat die mensen dezelfde sociale rechten moeten krijgen als de onderdanen van het land. Dat is een kwestie van non-discriminatie." En laat het verbod op discriminatie nu net wel een mensenrecht zijn. Al laat de Conventie van Genève wel enigszins een opening voor een andere aanpak van vluchtelingen.

"Toegang tot sociale zekerheid een mensenrecht: ja en neen", antwoordt professor sociaal recht Marc De Vos (Universiteit Gent). "Mensenrechten zijn gelieerd aan het mens-zijn, burgerrechten aan het toebehoren tot een samenleving. Het gros van de rechten uit de sociale zekerheid hebben effectief te maken met het bijdragen aan een samenleving en zijn in die zin een burgerrecht. Toch zijn er tegenwoordig enkele sociale zekerheidsrechten die evolueren tot universele mensenrechten."

Roger Blanpain van de KU Leuven ten slotte vindt het onderscheid dat Bart De Wever maakt tussen mensenrechten en burgerrechten voor wat betreft de toegang tot sociale zekerheid "niet juist, niet eerlijk en niet rechtvaardig is".

Letterlijk: artikel 24 Conventie van Genève

De Conventie van Genève over de status van vluchtelingen werd in 1951 opgesteld en definieert wie in aanmerking komt voor de status van vluchteling en welke rechten er al dan niet aan de als vluchteling erkende asielzoeker worden toegekend. Het verdrag stond sterk in het teken van de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Artikel 24 beschermt de sociale zekerheid van de vluchtelingen.

Artikel 24

De Verdragsluitende Staten zullen de rechtmatig op hun grondgebied verblijvende vluchtelingen op dezelfde wijze behandelen als de onderdanen, wat de volgende aangelegenheden betreft: [...]

Sociale zekerheid (wettelijke voorschriften betreffende arbeidsongevallen, beroepsziekten, moederschap, ziekte, invaliditeit, ouderdom, overlijden, werkloosheid, gezinslasten en elk ander risico dat, overeenkomstig de nationale wetgeving, valt onder een stelsel van sociale zekerheid), behoudens:

i) Passende regelingen voor de handhaving van verkregen rechten en van rechten welker verkrijging een aanvang heeft genomen;

ii) Bijzondere, door de nationale wetgeving van het land van verblijf voorgeschreven regelingen betreffende uitkeringen of gedeeltelijke uitkeringen, geheel betaalbaar uit openbare geldmiddelen, alsmede uitkeringen, gedaan aan hen die niet voldoen aan de voor de toekenning van een normale uitkering gestelde voorwaarden inzake bijdragen.

Meest gelezen