Ouderen aan het werk houden, maar hoe?

De sociale partners buigen zich momenteel over manieren om oudere werknemers aan het werk te houden en over de activering van bruggepensioneerden. De regering-Michel wil de sector hervormen, de vraag is hoe. Wat staat daarover in het regeerakkoord?

De regering-Michel wil in deze legislatuur tal van mensen aan het werk houden of aan het werk zetten, maar plakt daar geen cijfers op. Zoals vaak in dit land hoopt de regering dat de sociale partners zelf met voorstellen ter zake komen. Dat gebeurt dan in de Groep van Tien, waar ondernemingen, vakbonden, boeren- en middenstandsorganisaties bijeenzitten.

Eén van die knelpunten is het al dan niet activeren van bruggepensioneerden. De regering zou 26.000 bruggepensioneerden van minder dan 60 jaar opnieuw beschikbaar willen maken voor de arbeidsmarkt. De N-VA en Open VLD merken op dat het SWT -zoals het brugpensioen tegenwoordig heet- geen echt pensioen is en dat mensen in dat systeem zelfs nog pensioenrechten opbouwen.

CD&V-voorzitter Wouter Beke maant echter tot "voorzichtigheid" aan bij hervormingen, want die bruggepensioneerden zoals die van Ford Genk "hebben een afspraak gemaakt met hun vorige werkgever... en daarvoor betaald en minder loon gekregen". Er moet hoe dan ook werk voor die mensen zijn, want anders haalt activeren niet veel uit, aldus CD&V.

Wat staat er in het regeerakkoord?

De bal ligt dus voorlopig in het kamp van de sociale partners, maar de regering heeft in haar programma wel de krijtlijnen uitgezet. De regering-Michel vertrekt vanuit de vaststelling dat de gemiddelde werkelijke pensioenleeftijd in ons land op 59,3 jaar ligt, waar dat respectievelijk 61,7 en 62,8 jaar is in Duitsland en Nederland.

Het is de bedoeling om dat in overleg met de sociale partners op te trekken naar 62,5 jaar in 2017 en 63 jaar in 2018. De wettelijke pensioenleeftijd zou de volgende jaren geleidelijk worden opgetrokken van 65 naar 67 jaar.  Het uiteindelijke doel is een effectieve loopbaan van 45 jaar.

Wat oudere werknemers betreft, wil de regering een nieuw loopbaanmodel uitbouwen met nieuwe loonbarema's. Concreet zou de verloning meer gebaseerd moeten worden op competenties en de productiviteit van de werknemer en minder op de lineaire toename van de leeftijd en de anciënniteit van de werknemer.

In die visie zijn oudere werknemers nu te duur en worden ze uit de markt geprijsd. Anders gezegd: als ze minder verdienen, zouden ze aantrekkelijker worden voor de werkgevers, maar of dat zo is, moet nog blijken, want uiteraard spelen er ook andere factoren mee. In die zin is ook de "anciënniteitstoeslag" voor oudere werklozen afgeschaft, tenminste voor nieuw "instromers".

In het regeerakkoord staat ook een kort paragraafje dat de regering de mogelijkheid van een "gedeeltelijke opname van het pensioen" wil onderzoeken en eventueel uitwerken. Een deeltijds pensioen zou het dus voor ouderen aantrekkelijker en eenvoudiger moeten maken om toch deels aan het werk te blijven, maar hoe dat moet gebeuren, is nog niet duidelijk.

Meest gelezen