Wetsvoorstel doodrijders de grond in geboord, Open VLD krabbelt terug

De 2 liberale Kamerleden hadden met het wetsvoorstel -dat dateert uit 2006, maar opnieuw was ingediend- 2 doelstellingen voor ogen: enerzijds wilden ze de rechter meer vrijheid geven om straffen op maat uit te spreken, anderzijds wilden ze de straffen voor soortgelijke misdrijven binnen en buiten het verkeer op elkaar afstemmen. 

"Een rechter moet nu bij onopzettelijke doding in het verkeer zowel een geldboete als een gevangenisstraf opleggen, maar wij willen de mogelijkheid laten aan de rechter: ofwel een combinatie ofwel een van beide", verdedigde Lahaye-Battheu hun voorstel in "De ochtend". "Straffen op maat zijn voor ons erg belangrijk."

Bovendien is het volgens de Open VLD'ers niet logisch dat als "bijvoorbeeld een brave huismoeder", iemand in een moment van onoplettendheid aanrijdt, meer dan dubbel zo zwaar wordt bestraft als iemand die met een mes hetzelfde doet, buiten het verkeer. "Wij willen meer logica in onze strafwetgeving", klonk de uitleg. Dat het voorstel meteen werd afgekraakt omdat het gelinkt werd aan enkele recente "dramatische ongelukken", noemde ze toen nog alleen "een spijtige zaak".

Volgens Lahaye-Battheu was het ook niet de bedoeling om het voorstel ook effectief meteen op de agenda te plaatsen. "Het is slechts een openingetje naar een groter debat dat gevoerd moet worden, het begin van een grotere discussie."

Maar het kwaad was geschied: meteen werd het voorstel de grond in geboord, niet alleen door de oppositie, maar ook vanuit de meerderheid. "2 verkeersdoden in België. Per dag. Hoog tijd om maximumstraffen voor doodrijders te verlagen, cfr sommigen. On-waar-schijn-lijk!", twitterde CD&V-Kamerlid Jef Van den Bergh. Ook N-VA'er Lorin Parys liet zich niet onbetuigd. "Nieuwe cultuur verkeersveiligheid betekent ook strenge straf vr wie dodelijk ongeval veroorzaakt, voorstel @openvld rijmt daar niet mee", stuurde hij, ook via Twitter, de wereld in. 

En dat was nog buiten de kritiek van politierechters en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid gerekend. "Ik ben toch een beetje gechoqueerd," reageerde de Leuvense politierechter Katleen Stinckens in Het Nieuwsblad. "Net op een moment dat in het verkeer nog nooit zo veel doden op zo'n korte termijn vielen, zouden ze plots de straffen verlagen. Dat is toch zeer verwonderlijk. Bovendien vind ik het ook maar terecht dat bepaalde mensen die stomdronken of onder invloed van drugs iemand doodrijden, een zware straf wordt opgelegd. Wij krijgen als rechter vaak de kritiek dat we veel te lage straffen geven. En nu zouden we dus niet eens meer dan drie jaar mogen geven."

"Dit wetsvoorstel roept veel vragen op, want een strafverlaging lijkt ons vooral een zeer fout signaal", vindt ook BIVV-woordvoerder Koen Peeters.

Bij Open VLD zijn ze blijkbaar hard geschrokken van de storm van kritiek. Zo hard zelfs, dat Van Cauter en Lahaye-Battheu beslist hebben om het voorstel opnieuw in te trekken. "We trekken ons wetsvoorstel bestraffing van onopzettelijke doodslag in. Het was nooit de bedoeling om verkeersslachtoffers te schofferen", liet Van Cauter, ook via Twitter, weten. 

Waarna ze meteen de lof kregen toegezwaaid van hun eerdere criticasters. "Fout inzien, toegeven en handelen. Knap", tweette Van den Bergh, "Slimme beslissing", reageerde Parys.

Minder lof van Open VLD zelf, want via Twitter distantieert de partij zich openlijk en in niet mis te verstane bewoordingen van het wetsvoorstel: "Verkeersveiligheid is topprioriteit en slachtoffers verdienen respect. Wetsvoorstel was verkeerd signaal en wordt dan ook ingetrokken".