Ook vluchtelingen hebben recht op een epicurisch bestaan - Leni Franken

Karrewiet-journaliste Greet Verhaert verbleef tijdens haar vakantie 17 dagen in een vluchtelingenkamp op Samos, een Grieks eilandje vlak bij Turkije. Ze schreef er een aangrijpende reportage voor deredactie.be over die de auteur enorm raakte. Leni Franken herinnert eraan dat op Samos ook Epicurus, een van de grondleggers van de filosofie, geboren werd.
opinie
Opinie

Leni Franken is als postdoctoraal onderzoekster (FWO) verbonden aan het Centrum Pieter Gillis / Centrum voor Ethiek (Departement Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen). In 2017 verscheen haar boek Geld voor je God? bij UPA.

Samos, 341 VC: bakermat van beschaving en filosofie

Samos, 341 voor Christus: de Griekse filosoof Epicurus, grondlegger van het naar hem genoemde epicurisme of hedonisme wordt geboren. In een notendop komt zijn leer erop neer dat we zo veel mogelijk genot en zo weinig mogelijk pijn moeten nastreven.

Dit betekent echter niet dat we een uitbundig, losbandig leven moeten leiden door ons bijvoorbeeld vol te proppen met lekkernijen, ons dagelijks lazarus te drinken, te baden in uitvoerige luxe, etc. Wie op die manier leeft zal niet enkel last ondervinden van zijn levensstijl (maagindigestie, katers, minachting en jaloezie van vrienden en geliefden…), maar zal hoogst waarschijnlijk ongelukkiger zijn dan wie er een minder uitbundig leven op nahoudt. Overdaad schaadt en wie té veel van het goede wil, wordt slaaf van zijn eigen passies en begeerten en dit is precies wat Epicurus wil vermijden.

Waar het in het epicurisme om gaat is wat men ataraxia noemt: een vorm van mentale vrijheid en rust, van gelatenheid, van afwezigheid van angst, pijn en ongemak. Kortom, we doen er goed aan om onze dagelijkse verlangens zoals eten, drinken, slapen en seks te bevredigen, maar steeds met mate. Wie dat niet doet wordt, net zoals wie zijn dagelijkse behoeften bijvoorbeeld door schaarste niet kan vervullen, afhankelijk van zijn begeerte en wordt hierdoor onvrij.

Geen angst voor de dood

Nauw verwant met deze ideeën zijn Epicurus’ opvattingen over de natuur, de plaats van de mens in het universum, en de dood. Wat de natuur betreft hangt de Griekse filosoof, in lijn met zijn voorganger Democritus (460-356v.C.), een vorm van atomisme aan: alles wat we terugvinden op aarde bestaat uit kleine, ondeelbare deeltjes – atomos – die doelloos rondzweven en toevallig met mekaar samenklitten en na verloop van tijd weer uit mekaar vallen.

Mensen, dieren, bomen, planten, stenen… allemaal zijn ze het resultaat van een toevallige botsing van atomen en niet van een goddelijke wil of van een bovennatuurlijk, doelgericht plan – Darwinisme avant la lettre dus. Dit betekent meteen ook dat de mens niet speciaal is en geen bijzondere plaats in het universum krijgt toebedeeld. Tot slot volgt uit Epicurus’ leer dat we geen angst moeten hebben voor de dood. Deze is immers niets meer dan het uiteenvallen van een toevallig tot stand gekomen atoomcombinatie, waarna de vrijgekomen atomen weer nieuwe formaties kunnen vormen. Kortom, de toestand voor onze geboorte verschilt in wezen niet van de toestand na onze dood: wanneer wij er zijn is de dood er niet, en wanneer de dood er is, zijn wij er niet meer. Angst voor de dood is dus ongegrond en overbodig.

(Lees verder onder de foto)

Samos, 2017: bakermat van barbarij en ongedierte

Samos, 2017 na Christus: een voormalige gevangenis (misschien wel op het stukje grond waar Epicurus’ school ooit was gevestigd?) is ‘omgebouwd’ tot een vluchtelingenkamp, waar momenteel zo’n 1600 vluchtelingen verblijven. De toestanden zijn er schrijnend, mensonwaardig, beschamend, om niet te zeggen barbaars en spartaans. Mensen leven er op elkaar gepropt in containers of tenten, stromend – laat staan drinkbaar – water is er nauwelijks (en dit bij temperaturen die serieus kunnen oplopen), zeep wordt al meer dan een maand niet meer uitgedeeld, medische zorg is ruim onvoldoende, luiers zijn er niet meer en ongedierte is er schering en inslag. Om VRT-correspondente Greet Verhaert te citeren: ‘Een inhumane hel voor de vluchtelingen, een paradijs voor het ongedierte.’

Waar bijna 2500 jaar geleden de Griekse beschaving hoogtij vierde, lijkt deze beschaving nu zoek. De vluchtelingen in het kamp hebben de helse, levensbedreigende oversteek op zee doorstaan en hierbij op bijna epicurische wijze de dood met een gelaten houding in de ogen gekeken – wat is ook het alternatief? –, maar eens ze de oversteek gemaakt hebben, worden ze (opnieuw) als uitschot, als vuil, als onmens behandeld.

Nochtans hebben ook zij, net als ieder ander mens, recht op een waardig, ja zelfs op een epicurisch bestaan, waarin een minimum aan basisbehoeften vervuld wordt en waarin men vrij is van angst, pijn, honger en dorst. Hoe kan men hier als overheid onverschillig tegenover staan? Hoe kan Europa, dat onder meer pretendeert te staan voor gelijkheid, solidariteit en vrijheid, dit soort taferelen oogluikend blijven toestaan? Hoe kunnen we dit als mens, maar vooral ook als medemens, blijven aanschouwen? Een constructief en duurzaam antwoord op de vluchtelingenproblematiek laat al jaren op zich wachten, maar één ding is zeker: de beschaving van weleer lijkt op dit moment op Samos te zijn omgeslagen in haar tegendeel: barbarij en mensonwaardigheid. Hoog tijd om hier iets aan te doen, opdat deze vluchtelingen een volwaardig leven kunnen leiden en ook zij de ataraxia kunnen bereiken.

VRT Nieuws wil op deredactie.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen