Donald Trump en Kim Jong-Un, hoofdrolspelers in straattheater - Lukas De Vos

Het is jammer dat het armworstelen tussen Kim Jong-un en Donald Trump zo dwaas en gevaarlijk is, want het volgt nauwkeurig de regels van de commedia dell'arte, of van televisiecatchwedstrijden, stelt de auteur.
opinie
Opinie

Lukas De Vos was journalist buitenland bij VRT Nieuws. Hij blijft met grote interesse de Europese en internationale politiek volgen.

Er wordt gebruld en gedreigd, de spelers zetten angstaanjagende grimassen op, en in de hoek staan verzorgers klaar met een halve apotheek pleisters, ontsmettingsverstuivers, klemmen en depdoekjes.

De bozerik en de bullebak

Het retorisch opbod is een karikatuur van diplomatiek overleg. Het beantwoordt aan strikt gecodificeerde regels, met vaste ingrediënten, en stokpersonages die een herkenbare aankleding en masker dragen. Het is straattheater, bedoeld om zoveel mogelijk burgers in de ban te houden, niet om ze iets te leren.

Noord-Korea heeft al sinds zijn ontstaan na WO II een stevige komedietraditie. Het taalgebruik van de staats- en partijkranten verzinkt in vaste clichés: “Het is tragisch dat door hun onbezonnen en hysterisch gedrag de VS zelf elk ogenblik in de as gelegd kunnen worden”, schrijft het werkersblad Rodong Sinmun. “De VS en hun vazallen zullen zwaar betalen voor de ondraaglijke sancties die ze opleggen”. “Het machtige revolutionaire leger van Paektusan zal het broeinest van agressie en het kwaad uitroeien met zijn strategische kernwapens”, aldus de Pyongyang Times. “Dat moeten de Amerikaanse oorlogsmaniakken gaan inzien”. Het officiële Korean Central News Agency haalt fel uit naar de Zuid-Koreaanse “marionetten”, ze steunen de Amerikaanse poging om Korea te herkoloniseren, “een onbeduidende zenuwaanval van een koloniaal huurlingenleger dat geschrokken is van de onuitputtelijke militaire slagkracht van de Democratische Volksrepubliek van Korea”.

Reden tot zorg

De internationale diplomatie weet best om te gaan met dit soort opwinding die alleen binnenlandse belangen dient. Maar als ook de veel sterkere tegenspeler zich bezondigt aan verwijten en scheldpartijen, dan is er reden tot zorg. De Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov zei pertinent dat in zo'n woordenoorlog de sterkste partij als eerste de toon moet milderen.

De reactie van Trump, de twitterpresident, liet niet op zich wachten. “Mijn uitspraak dat in geval van conflict Pyongyang 'fire and fury', vuur en razernij, over zich heen krijgt was nog te zwak. Kim begrijpt alleen harde taal”. Je waant je terug in de oudtestamentische vervloekingen van de Noord-Ierse dominee Ian Paisley, die pek en zwavel en een zware storm zag uitstorten over de goddelozen van Gomorra en Rome, of in de betere scènes van Pulp Fiction (Ezekiël 25:17). Het stelt waarnemers allesbehalve gerust.

Clio Chang schreef in de New Republic: “Trump’s erraticism poses a litany of dangers, with the possibility of nuclear holocaust being at the top” (Trumps dwalingen roepen een lijst van gevaren op met bovenaan een atoomholocaust).

Nu kun je moeilijk Trump verwijten dat opnieuw dreigende grootspraak uit Pyongyang voor ongerustheid zorgt. Ook de vorige presidenten, Obama, Clinton, Bush jr., hebben bot gevangen op de Noord-Koreaanse verbetenheid en provocaties, en soms even sterke dreigementen geuit. Maar de tijden van de eerste atoombom zijn voorbij. Toen moest president Truman zijn minister van Oorlog, Henry Stimson, en van Buitenlandse Zaken, James Byrnes, intomen. Uit praktische overwegingen (snellere overgave van Japan) en angst voor Russische uitbreiding zetten die veel in op de atoomkracht van het leger.

Nu liggen de kaarten anders

Trump heeft een fatalistische kijk op een kernoorlog, het is zijn minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson die voortdurend olie op het water moet gooien. Zijn bezoek aan Guam moest de gemoederen daar bedaren. Voor zover nodig, want de 162.000 inwoners zijn nog niet aan het hamsteren geslagen, het toerisme gaat gewoon door. Ook defensieminister Mattis gaat op de rem staan, en zegt openlijk dat alleen diplomatie kan helpen. “Een oorlog zou catastrofaal zijn.”

En gelijk heeft hij. Het pessimistische stuk (‘Hoe een oorlog met Noord-Korea er zou kunnen uitzien’, deredactie.be) van Roger Housen over de mogelijke scenario's in geval van oorlog bewijst dat. Toch vielen mij drie dingen op in de militaire logica die Housen hanteert. 

Eén: de grootte van legers doet weinig ter zake, van aanvoerlijnen wel. Bij de val van Kiev in 1941 maakten de Duitsers ruim een half miljoen krijgsgevangenen. De barre winters en gebrek aan wisselstukken, munitie, voedsel en kledij braken de Wehrmacht evenwel zuur op.

Twee: nergens wordt rekening gehouden met de internationale context. Elke aanval op Noord-Koreaanse doelwitten, zeker met kernwapens, betrekt automatisch Rusland en China in het conflict, want ook hun grondgebied zal te lijden hebben onder de fall-out.

De lanceerbasis in Dongchangri ligt vlak bij China in het noordwesten, Peagun helemaal in de hoek. In Kusong wordt uranium verrijkt, het onderzoekscentrum van Yongbyon ligt er niet ver af. Het testgebied in Punggye-ri ligt in de smalle noordoostelijke uitstulping van het land, dichtbij is een lanceerbasis in Musudan-ri. Yongodong is al in de nabijheid van de Russische grens, de uraniummijn van Unngi ligt op een steenworp van de grens. Vladivostok mag bibberen als het tot een oorlog komt.

China heeft in elk geval al gewaarschuwd: wie de vijandelijkheden opent, krijgt Peking tegen. Dat kan Kim missen als kiespijn, zeker als Xi Jinping zich ook houdt aan de strafmaatregelen die unaniem zijn goedgekeurd in de Veiligheidsraad: een klein jaar geleden inkrimping van de steenkooluitvoer, eerder al beperking van banktransacties, verbod op levering van producten die het leger kan gebruiken, inperking van het toerisme. Nu heeft de VN ook de uitvoer van vis, lood en ijzer aan banden gelegd, en wordt de inzet van onderbetaalde gastarbeiders (onder meer in Polen, Rusland en China) gedecimeerd.

Drie: massapsychologie lijkt weinig van tel te zijn. Het clichébeeld dat wordt opgehangen is dat heel Noord-Korea als één man achter de oorlog zou staan.

De informatiebeperking, de computercontrole (Obama heeft onder zijn bewind de cyberaanvallen fors opgedreven), het reisverbod, de hongersnoden, de bespiedingsmaatschappij, ze hebben natuurlijk een deel van de bevolking platgeslagen. Daar komt de alomtegenwoordige propaganda bij (“al 3,2 miljoen arbeiders en boeren hebben zich als vrijwilliger gemeld voor het onoverwinnelijke leger”. Spontaan ongetwijfeld. Net als de even spontane betogingen op het Kim Il-sungplein met bangelijke beelden van Koreanen die de fascistengroet brengen – met gebalde vuist, dat wel – en uitroepen: “Laten we kogels en bommen worden, in verknochte verdediging van onze vereerde opperste leider”).

En de onverbiddelijke crackdown van elke al dan niet vermeende disssidentie. Kim Jong-un heeft naar schatting al 150 hooggeplaatsten laten terechtstellen (het is natuurlijk zeer de vraag of de bronnen onbevooroordeeld zijn), in de – volgens Pyonyang onbestaande – concentratiekampen zitten meer dan 200.000 mensen, de hongersnoden en overstromingen maakten in de jaren negentig massaal doden, jaarlijks vluchten duizenden Noord-Koreanen naar China. Wie gevat wordt gaat eraan.

Zou het dan niet kunnen dat onder zware bombardementen – de luchtmacht is de zwakste schakel in het Noord-Koreaanse leger – delen van de bevolking in opstand komen?

Zowel Kim (mismeesterd als kind, de “kleine generaal”) als Trump (die neerbuigend elke oproep tot diplomatie, zoals van Angela Merkel, afwijst) tonen een bijzonder narcistisch gedrag (“Ik ben de president. Ik beslis”).

Een aanval op Guam lokt ongetwijfeld zware represailles uit, want al acht jaar is Washington bezig het eiland te versterken en uit te bouwen. Soldaten die teruggetrokken worden uit Zuid-Korea en Japan krijgen er een nieuwe stek, net als op Tinian in de Marianen. Eén derde van het eiland wordt beheerd door het leger. Behalve de twee grote bases (in het westen van de zeemacht, in het noorden heeft de luchtmacht een speerpunt voor bommenwerpers, op de Andersenbasis), is er nog de kustwacht.

Guam werd in 1898 op Spanje veroverd en dient sindsdien als uitvalsbasis voor operaties op lange afstand (tot in Afghanistan toe). Pittig detail: de bewoners hebben wel de Amerikaanse nationaliteit, maar ze mogen niet stemmen bij de presidentsverkiezingen.

Gepaard met groot machtsvertoon

De afweerraketinstallaties zijn geactiveerd. Het echte spanningsmoment komt er nu aan, de tweede helft van augustus. Op 15 augustus viert Noord-Korea Bevrijdingsdag (Chogukhaebangui nal), de dag dat de Japanse bezetting werd afgeschud. Traditioneel gaat dat gepaard met groot machtsvertoon. Zeker als het propagandariedeltje blijft hameren op de invasieplannen van de VS.

Dat knoopt Kim vast aan de voorgenomen gezamenlijke legeroefeningen van Washington en Seoel, die zeker doorgaan vanaf 23 augustus en tien dagen zullen duren. Seoel houdt de eerste dag al een burgerverdedigingsdril. En natuurlijk wantrouwt Pyongyang het machtsvertoon aan de overkant van tienduizenden soldaten van zeemacht, luchtmacht en landleger tegelijk. Een oud voorstel van Rusland en China om te stoppen met dergelijke oefeningen in ruil voor de bevriezing van het Noord-Koreaans kernprogramma is andermaal hooghartig afgewezen door beide partijen.

Al maanden is er in New York stille diplomatie bezig tussen Joseph Yun, de VS-gezant voor de Noord-Koreaanse politiek, en de VN-diplomaat Pak Song-il. De regering Trump ontkent heftig dat het om onderhandelingen gaat. Zweden is bereid, zoals in het verleden, te bemiddelen als lid van de Toezichtsraad der Neutrale Landen. Rusland en Duitsland willen diplomatiek overleg. De Chinese sterke man Xi Jinping heeft dit weekend met Trump (op zijn golfterrein in New Jersey) getelefoneerd om de dreigementen te ontmijnen.

“Locked and loaded”

Maar als Trump blijft vasthouden aan oorlogsbeelden uit de film – “locked and loaded”, schietklaar staan, komt uit de mond van John Wayne in de oorlogsprent Sands of Iwa Jima (1949) – hebben de VS geen westernacteur meer nodig als president. Reagan liet zich ten minste omringen met verstandige technocraten, niet met fundamentalistische christenen (als huidig vicepresident Mike Pence), eigen familie of zakenlui. Misschien is dat nog het grootste gevaar: de stille oorlog die aan de gang is tussen het establishment van politici en de nieuwkomers uit andere lagen van de maatschappij.

Ik zei het, Trump en Un, ze hebben hun naam niet gestolen: trompet en oen. Hun kakofonie bedreigt de wereldvrede. Ze spelen theater, helaas het theater van blood-and-gore uit Shakespeares tijd. Een schim van commedia dell'arte. Met Kim als Capitano, de opschepper en bozerik, en Trump als Pantalone, de gewiekste oude zakenman en bullebak die zich voordoet als deugdzaam maar alleen uit is op geldelijk gewin. Als Pantalone valt zijn het altijd anderen die hem weer moeten rechttrekken. Tijd dat de Inammorati, de geliefden, ingrijpen om erger te voorkomen.

VRT Nieuws wil op deredactie.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen